Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ1342

Datum uitspraak2006-11-01
Datum gepubliceerd2006-11-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/437475-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Loonwerker uit Neede veroordeeld tot 2 voorwaardelijke geldboetes van elk € 200,-- wegens overtreding van de Kernenergiewet. Hij heeft niet tijdig de verplichting van het Ministerie van VROM nageleefd om de overtreding op zo kort mogelijk termijn teniet te doen. In deze zaak ging het om een aan een container vastgelaste verstevigingsbuis (zgn. tubing) waarin zich radioactieve stoffen bevonden. Uiteindelijk heeft hij wel een deskundig bedrijf ingeschakeld en tegen betaling de tubing met radioactief materiaal laten verwijderen en te voeren. Om die reden wordt de vordering ter ontneming van het wederechtelijk verkregen voordeel afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Economische kamer Parketnummer: 06/437475-05 Uitspraak d.d.: 1 november 2006 Tegenspraak/ oip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2006. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 30 juni 2004 en/of 21 april 2005, in de gemeente Eibergen (thans gemeente Berkelland) en/of te Neede, gemeente Berkelland, in elk geval in Nederland, (telkens) zonder vergunning bij of krachtens het Besluit stralingsbescherming aangewezen radioactieve stoffen, te weten Ra-226+, Ra-228+ en/of Th-228+ heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad; art 107 lid 1 Besluit stralingsbescherming Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: hij op 30 juni 2004 en 21 april 2005, in de gemeente Eibergen (thans gemeente Berkelland), telkens zonder vergunning bij het Besluit stralingsbescherming aangewezen radioactieve stoffen, te weten Ra-226+, Ra-228+ en/of Th-228+ heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad; Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de overtredingen: Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 29 van de Kernenergiewet, tweemaal gepleegd. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting voorts in aanmerking genomen dat verdachte weliswaar niet de verplichtingen van het Ministerie van VROM heeft nageleefd om de overtreding op zo kort mogelijke termijn teniet te doen, doch dat dit anderzijds mede is gekomen doordat vanuit het Ministerie van VROM niet altijd op adequate wijze met verdachte is gecommuniceerd. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen: - 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 62, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht; - 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten; - 29 van de Kernenergiewet; - 107 van het Besluit stralingsbescherming. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot: - een geldboete van € 200,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis; en - een geldboete van € 200,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis. Bepaalt, dat de geldboetes niet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Van Hoorn, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2006.