Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ1815

Datum uitspraak2006-11-03
Datum gepubliceerd2006-11-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/830560-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Toewijzing schadevergoeding na vrijspraak.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH kenmerk: 06/427 parketnummer: 01/830560-05 BESLISSING EX ARTIKEL 591a VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING Deze beslissing heeft betrekking op een op 27 maart 2006 ter griffie van deze rechtbank ingediend verzoekschrift, als bedoeld in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering, van: [verzoekster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, wonende te [woonplaats], [adres] . Inleiding. Verzoekster is door de officier van justitie gedagvaard om op 06 januari 2006 voor de politierechter in deze rechtbank te verschijnen, teneinde terecht te staan op verdenking van overtreding van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. Verzoekster heeft, nu de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, verzocht een vergoeding toe te kennen voor de kosten van rechtskundige bijstand, de kosten voor het indienen van het verzoekschrift en gederfde inkomsten en reiskosten van verzoekster en de getuige. De rechter heeft kennisgenomen van de betrekkelijke stukken, inclusief de nagezonden stukken, en van hetgeen door of namens verzoekster en de advocaat alsmede door de officier van justitie in openbare raadkamer van 21 september 2006 naar voren is gebracht. Van het verhoor is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt. De beoordeling. Het verzoekschrift is tijdig ingediend, immers binnen drie maanden na beëindiging van de onderhavige strafzaak. De rechter constateert dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Derhalve is voldaan aan de voorwaarden voor het kunnen toekennen van een vergoeding. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, zijn er gronden van billijkheid aanwezig voor het toekennen van een vergoeding als na te melden. Kosten advocaat: - Voor rechtsbijstand en reistijd: De door de advocaat opgegeven kosten zijn alsnog ter zitting genoegzaam gestaafd door de overgelegde declaratie. Anders dan door de officier van justitie onder verwijzing naar Hof Den Bosch 9 mei 2003, (LJN AL7137) is betoogd, is de rechtbank van oordeel dat de reistijd niet slechts voor de helft van het uurtarief van de advocaat in aanmerking komt Het gaat hier immers om declarabele tijd welke behoudens andersluidende afspraak, waarvan in casu niet gebleken is, tegen het volle, niet onredelijk hoog voorkomende, uurtarief in rekening gebracht mogen worden en ook gebracht zijn (in gelijke zin de plenaire richtlijn van het LOV-S van 27 mei 2005). Daarenboven heeft de raadsman geen reiskosten in rekening gebracht. Terecht stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat voormelde kosten van rechtsbijstand slechts eenmaal kunnen worden gedeclareerd. Gelet op de declaraties en de door de advocaat gegeven mondelinge toelichting, dat hij de kosten in deze zaak en die van een (eveneens vrijgesproken) mede-verdachte ongeveer gelijkelijk bij elk van de beide gewezen verdachten in rekening heeft gebracht, worden deze ook maar eenmaal gedeclareerd. De door de advocaat aan de verdediging bestede tijd met het daarbij behorende honorarium komt de rechtbank, gelet op de omvang en het verloop van de zaak, niet onredelijk hoog voor. De aan verzoekster gedeclareerde advocaatkosten ten bedrage van € 1.169,67 komen dan ook voor volledige vergoeding in aanmerking - Voor het indienen van de verzoekschriften: Voor het gelijktijdig indienen van het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) met een verzoek ex artikel 89 Sv kan, gelet op de omstandigheden van het onderhavige geval, de standaardvergoeding van € 540,-- toegekend worden nu er ook sprake is geweest van een mondelinge behandeling waarbij de advocaat aanwezig is geweest. Dat de advocaat ter zake een lagere vergoeding gevorderd heeft doet daaraan niet af nu de rechtbank begrepen heeft uit het verzoekschrift en het verhandelde bij de mondelinge behandeling, dat de advocaat de standaardvergoeding bedoeld te vorderen en de officier van justitie daarvan ook is uitgegaan gelet op diens conclusie en diens standpunt ter zitting. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat in de standaardvergoeding zoals gebruikelijk de reiskosten verbandhoudende met de mondelinge behandeling geacht worden begrepen te zijn. Kosten verzoekster: - Gederfde inkomsten verzoekster: Voor gederfde inkomsten van verzoekster in verband met tijdverzuim komt bij iemand zoals verzoekster, die in loondienst is, enkel gederfd loon toe en dan nog slechts voorzover het verzuim verband houdt met het gerechtelijk vooronderzoek en/of de behandeling van de zaak ter terechtzitting (zie 591a lid 2 Sv). De rechtbank overweegt dat, nu er geen gerechtelijk vooronderzoek heeft plaatsgevonden, slechts die kosten voor tijdverzuim in aanmerking komen die in verband met de behandeling ter terechtzitting zijn gemaakt. Nu de Hoge Raad (HR 20 mei 1986, NJ 1987/28) onder de kosten van een advocaat ook de advocatenkosten ter zake advisering en opstelling van de onderhavige verzoekschriften verstaat omdat zij rechtstreeks met de strafzaak samenhangen, is de rechtbank van oordeel dat "ontstaan door het gerechtelijk vooronderzoek en de behandeling van de zaak ter zitting" ruim moet worden uitgelegd in dier voege dat daaronder ook tijdverzuim van de gewezen verdachte voor overleg met de advocaat onder de in artikel 591a lid 2 Sv bedoelde kosten valt (anders Hof Den Bosch 9 mei 2003, LJN AL7137). Verzoekster moet immers de kosten vergoed kunnen krijgen die zij niet gehad zou hebben als zij geen verdachte was geweest. Het is naar het oordeel van de rechtbank niet onredelijk dat voor de dag van de zitting een hele vrije dag (8 werkuren) is genomen. Daarbij heeft de rechtbank mede acht geslagen op het gegeven dat verzoekster op tijd in 's-Hertogenbosch aanwezig moest zijn, van tevoren de reistijd nooit exact bekend is en ook niet of de zitting op tijd zal lopen, terwijl voorts de behandeling van de zaak zelf langer kan duren dan verwacht. Bovendien heeft verzoekster, zoals toegelicht door de advocaat, die dag ook nog met hem voorafgaand aan de zitting een bespreking over de zaak gehad terwijl het voor de hand ligt dat er ook nog een korte nabespreking zal zijn geweest. Anders ligt het echter bij de tijdsduur voor een onderhoud met de advocaat op diens kantoor. Deze bespreking heeft op zich één uur geduurd. Voor de daarvoor eveneens als tijdverzuim geclaimde hele dag, acht de rechtbank geen gronden van billijkheid aanwezig. De rechtbank acht daarvoor een vergoeding voor twee werkuren billijk. Aldus komt de rechtbank aan een te vergoeden tijdverzuim van 10 uren. Het bruto uurloon van verzoekster beloopt volgens haar salarisstrook een bedrag van € 13,57, zijnde een netto uurloon van ongeveer € 9,00 per uur. Voor vergoeding wegens tijdsverzuim komt dan een bedrag van € 90,00 aan verzoekster toe. - Reiskosten verzoekster: Onder verwijzing naar voormeld arrest van de Hoge Raad is de rechtbank van oordeel dat, benevens de reiskosten verbandhoudend met de zitting, ook de in verband met overleg met de advocaat gemaakte reiskosten onder de in artikel 591a lid 2 Sv bedoelde kosten vallen omdat ze samenhangen met de behandeling ter zitting. Verzoekster moet, zoals hiervoor reeds is overwogen, immers de kosten vergoed kunnen krijgen die zij niet gehad zou hebben als zij geen verdachte was geweest. Ingevolge artikel 11 lid 1 onder c BTS jo artikel 6 WTS beloopt het tarief voor vergoedingen wegens reiskosten een tarief waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse dan wel een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet of niet voldoende mogelijk is. In casu is openbaar vervoer mogelijk. Voor vergoeding van reiskosten van verzoekster voor de dag van de zitting komt een bedrag van € 12,60, zijnde de kosten voor een retour treinkaartje tweede klas voor het traject Heeze-'s-Hertogenbosch, in aanmerking. Voor de bespreking met de advocaat op diens kantoor te Eindhoven komt een treinretourtje Heeze-Eindhoven in aanmerking ten bedrag van € 4,00. In totaal dus € 16,60. Kosten getuige: Anders dan door de officier van justitie gesteld is de rechtbank van oordeel dat de kosten wegens tijdverzuim van de getuige, nu de getuige niet is opgeroepen door het openbaar ministerie, voor rekening komen van verzoekster (zie artikel 1 lid 3 Wet tarieven in strafzaken (WTS)). De rechtbank is ter zake het toekennen van een vergoeding voor de kosten van de getuige gebonden aan de in het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (BTS) vastgestelde tarieven. Ingevolge artikel 3, lid 1 onder b WTS jo artikel 8 lid 1 onder d BTS , kan aldus een bedrag van € 6,81 per uur toegekend worden. Gebruikelijk is dat een door het openbaar ministerie opgeroepen getuige zijn reiskosten, reistijd en de daadwerkelijke wacht- en zittingstijd bij de rechtbank vergoed krijgt. De rechtbank acht geen redenen aanwezig om voor de door verzoekster opgeroepen getuige daarvan af te wijken. Dat betekent echter ook dat de rechtbank geen redenen ziet om andere kosten, zoals de door de getuige geclaimde kosten vanwege een opgenomen snipperdag voor een gesprek met de advocaat en de daarmee samenhangende reiskosten, voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Alleen de (reis)kosten van de getuige die voor behandeling van de zaak ter terechtzitting zijn gemaakt komen voor vergoeding in aanmerking - gederfde inkomsten getuige: De rechtbank begroot de tijd die de getuige benodigd heeft voor de reis van Heeze naar 's-Hertogenbosch en voor het bijwonen van de zitting in totaal op drie uren, zodat ter zake van gederfde inkomsten van de getuige een bedrag van € 20,43 toegekend kan worden. - reiskosten getuige: Voor vergoeding van reiskosten voor de dag van de zitting komt de getuige een bedrag van € 12,60, zijnde de kosten voor een retour treinkaartje tweede klas voor het traject Heeze-'s-Hertogenbosch, in aanmerking. In totaal komt hiermee voor vergoeding in aanmerking ter zake van: - advocaatkosten strafzaak € 1.169,67 - advocaatkosten indienen verzoekschrift € 540,00 - gederfde inkomsten verzoekster € 90,00 - reiskosten verzoekster € 16,60 - gederfde inkomsten getuige € 20,43 - reiskosten getuige € 12,60 ________ + € 1.849,30 Het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Bij de beslissing is gelet op de artikelen 90, 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. DE BESLISSING. De rechter kent aan verzoekster een vergoeding uit 's Rijkskas toe ten bedrage van € 1.849,30 (zegge: achttienhonderdnegenenveertig euro en dertig eurocent). Wijst het meer of anders verzochte af. Deze beslissing is gegeven door: mr. C.W.P. van Gelder, rechter, in tegenwoordigheid van W. Kort-van Welzen, griffier en is uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 3 november 2006.