
Jurisprudentie
AZ3193
Datum uitspraak2006-11-20
Datum gepubliceerd2006-11-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200606538/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2006-11-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200606538/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 30 november 2005 heeft de gemeenteraad van Amstelveen, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2005, het bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan N201" vastgesteld.
Uitspraak
200606538/2.
Datum uitspraak: 20 november 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Tica Aalsmeer B.V.", gevestigd te Uithoorn,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 november 2005 heeft de gemeenteraad van Amstelveen, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2005, het bestemmingsplan "Eerste herziening bestemmingsplan N201" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 11 juli 2006, kenmerk 2006-3659, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoekster bij brief van 6 september 2006, bij de Raad van State ingekomen op 6 september 2006, beroep ingesteld.
Bij brief van 6 september 2006, bij de Raad van State ingekomen op 6 september 2006, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 november 2006, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. G.H.L. Weesing, advocaat te Amsterdam, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam, en ing. D. Winter, ing. S. Jak en J.A. Oortman Gerlings, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad van Amstelveen, als partij, vertegenwoordigd door mr. T. Priems, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan heeft betrekking op de verlegging van de N201 voor zover het betreft het grondgebied van de gemeente Amstelveen. Verweerder heeft het plan goedgekeurd.
2.3. Verzoekster vreest ernstige nadelige gevolgen voor haar bedrijf, voor zover het plan voorziet in het vervallen van de aansluiting van de Randweg op de Legmeerdijk.
2.4. Desgevraagd heeft verweerder ter zitting gesteld dat de aansluiting van de Randweg op de Legmeerdijk volgens de planning niet eerder dan november 2007 zal vervallen. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat de voor het treffen van een voorlopige voorziening vereiste onverwijlde spoed ontbreekt, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bosnjakovic, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Bosnjakovic
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2006
410

