
Jurisprudentie
AZ3272
Datum uitspraak2006-11-29
Datum gepubliceerd2006-11-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers81775 / KG ZA 06-301
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-11-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers81775 / KG ZA 06-301
Statusgepubliceerd
Indicatie
Contactverbod toegewezen in kort geding, bij verstek. Geen voorbeelden van contact vermeld wegens risico executieproblemen.
Uitspraak
RECHTBANK Zutphen
Sector Civiel
zaaknummer / rolnummer: 81775 / KG ZA 06-301
Vonnis in kort geding van 29 november 2006
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
procureur mr. H.L.J.M. Kersten,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de brief van [gedaagde] van 22 november 2006
- de mondelinge behandeling
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2. De brief van 13 november 2006 van de advocaat van [eiser] is in deze procedure buiten beschouwing gelaten. De bijbehorende producties zijn teruggegeven.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens het navolgende.
2.2. In verband met de eis van proportionaliteit zal de duur van de veroordeling worden beperkt tot twee jaar. Bij de vaststelling van deze termijn is gelet op de jarenlange duur (met tussenpozen) van de het lastigvallen van [eiser] door [gedaagde], de vasthoudendheid van [gedaagde] en de omstandigheid dat zij (ter zake van een soortgelijk feit) reeds eerder in kort geding is veroordeeld tot – kort gezegd – een contactverbod.
2.3. Aan de te verbeuren dwangsommen zal een maximum worden verbonden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde prikkelende werking van de dwangsomoplegging.
2.4. Het gevorderde zal voor het overige worden toegewezen als na te melden. De gevorderde vermelding van voorbeelden van contact “(telefonisch, schriftelijk of mondeling)” zal daarbij worden weggelaten omdat deze strikt genomen overbodig is en slechts – al was het maar over de vraag of e-mails onder schriftelijk contact vallen zoals eiser beweert - tot executieproblemen zou kunnen leiden.
2.5. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 91,87
- vast recht 248,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 527,00
Totaal EUR 866,87
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. verbiedt [gedaagde] om gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis direct contact met [eiser] te zoeken;
3.2. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere keer dat zij in strijd handelt met het onder 3.1 bepaalde, aan [eiser] een dwangsom verbeurt van EUR 500,00, tot een maximum van EUR 50.000,00;
3.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 866,87, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na betekening van de uitspraak aan [eiser] voldoening daarvan plaatsvindt;
3.4. veroordeelt [gedaagde] op voorhand in de nakosten conform liquidatietarief, inclusief de kosten van de betekening van dit vonnis;
3.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Vrieze en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2006.?

