Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ5759

Datum uitspraak2006-12-29
Datum gepubliceerd2007-01-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/710577-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft een meisje (tussen 12 en 16 jaar oud) op klaarlichte dag en zonder dat zij daar aanleiding toe heeft gegeven, een tongzoen gegeven. Verdachte is direct gestopt, nadat hem duidelijk was geworden dat zij niet van de tongzoen gediend was. Blijkens de verklaring van het meisje heeft verdachte ook meerdere malen zijn verontschuldigingen aangeboden. De gedraging is niet te kwalificeren als "verkrachting" omdat onvoldoende is gebleken van geweld. Wegens "het plegen van een ontuchtige handeling die bestond uit seksueel binnendringen van het lichaam van iemand tussen 12 en 16 jaar" wordt verdachte veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf (onvoorwaardelijk).


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 710577-06 STRAFVONNIS Uitspraak: 29 december 2006 De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [datum] 1984, wonende te [plaats], thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats] terechtstaande terzake dat: hij op of omstreeks 03 juli 2006 in de gemeente Wierden althans in het arrondissement Almelo door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn tong in de mond van genoemde [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte genoemde [slachtoffer] heeft achtervolgd en/of het lichaam van genoemde [slachtoffer] (stevig) heeft vastgepakt en/of zijn armen om genoemde [slachtoffer] heen gedaan en/of in de borsten van genoemde [slachtoffer] heeft geknepen en/of de vrije doorgang voor die [slachtoffer] heeft belemmerd en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; art 242 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij op of omstreeks 03 juli 2006 in de gemeente Wierden althans in het arrondissement Almelo, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn tong in de mond van genoemde [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of de borsten en/of de billen van [slachtoffer] betast; art 245 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat hij op of omstreeks 3 juli 2006 in de gemeente Wierden, althans in het arrondissement Almelo door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit geven van tongzoenen aan [slachtoffer] en/of het kussen van [slachtoffer] en/of het betasten van de borsten en/of billen van [slachtoffer] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het achtervolgen van die [slachtoffer] en/of het (stevig) vastpakken van het lichaam van genoemde [slachtoffer] en/of omhelzen van genoemde [slachtoffer] en/of belemmeren van de vrije doorgang voor genoemde [slachtoffer]; art 246 Wetboek van Strafrecht Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en/of namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Hoewel de rechtbank zich kan voorstellen dat het gebeurde op het slachtoffer veel indruk heeft gemaakt en in die zin door haar als ‘dreigend’ is ervaren, overweegt de rechtbank dat onvoldoende is gebleken dat sprake is geweest van geweld of feitelijkheden, dan wel bedreiging met geweld of feitelijkheden in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, zodat naar haar oordeel van verkrachting geen sprake kan zijn. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen – die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen – waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op 03 juli 2006 in de gemeente Wierden met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn tong in de mond van genoemde [slachtoffer] gebracht. Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: het misdrijf: "Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaar heeft bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam", strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake het primair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Verdachte heeft op klaarlichte dag en zonder dat het slachtoffer daar aanleiding toe heeft gegeven het slachtoffer een tongzoen gegeven. Dit heeft het slachtoffer bijzonder aangegrepen. Uit de verklaring van haar en haar vader blijkt dat zij erg overstuur is geweest door het voorval. Ook heeft zij zich ‘afschuwelijk’ en ‘vies’ gevoeld. Zij voelde zich bovendien door de situatie overvallen. Wel is verdachte direct gestopt, nadat hem duidelijk was geworden dat het slachtoffer niet van de tongzoen gediend was. Blijkens de verklaring van het slachtoffer heeft verdachte ook meerdere malen zijn verontschuldigingen aangeboden. De na te melden straf is gegrond, behalve op voormeld artikel, op de artikelen 10 en 27 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het subsidiair tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vier (VIER) maanden. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Aldus gewezen door mr. Teekman, voorzitter, mr. Bloebaum en mr. Scholten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Lambers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 december 2006.