inloggen / registreer

Jurisprudentie

AZ6244

Datum uitspraak2007-01-16
Datum gepubliceerd2007-01-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers275682 / KG ZA 06-1226
Statusgepubliceerd

Indicatie

Aquatel beoogt met het onderhavige kort geding een verbod tot uitvoering van het besluit tot sluiting van de hotelboot De Oslo te bereiken. Dit kan ook in de administratieve procedure bereikt worden. De voorzieningenrechter verklaart Aquatel niet ontvankelijk in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Uitspraak: 16 januari 2007 Zaak-/rolnummer: 275682 / KG ZA 06-1226 VONNIS in kort geding: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AQUATEL FACILITY MANAGEMENT B.V., gevestigd te Ridderkerk, eiseres, procureur mr. J.R. Maas, advocaat mr. N. Roodenburg (te 's-Gravenhage), - tegen - 1. de gemeente GEMEENTE ROTTERDAM, zetelend en kantoorhoudende te Rotterdam, 2. de burgemeester van de gemeente Rotterdam, de heer mr. I.W. OPSTELTEN, als burgemeester zetelende en kantoorhoudende te Rotterdam, gedaagden, procureur mr. R.W. van Harmelen. Partijen worden hierna aangeduid als "Aquatel" respectievelijk "de gemeente" en de "burgemeester" of "gedaagden". 1 Het verloop van het geding 1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - dagvaarding d.d. 2 januari 2007 en de door Aquatel overgelegde producties; - akte wijziging van eis d.d. 11 januari 2007; - pleitnotities van mr. Roodenburg. - pleitnotities van mr. van Harmelen; 2. De vaststaande feiten 2.1 Aquatel exploiteert sinds 2005 de zogeheten 'hotelboot' De Oslo. Zij huurt deze boot van Neptune Marine Equipment B.V.. De ligplaats aan de Ophemertstraat te Rotterdam huurt Aquatel van Verduinbos B.V. Op 17 januari 2005 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam Neptune Marine Service B.V. een bouwvergunning voor een periode van twee jaar verleend en voor die periode het aanmeren en vastleggen van de hotelboot aan de Ophemertstraat toegestaan. Op 26 september 2005 heeft de burgemeester aan Aquatel een exploitatievergunning verstrekt en op 15 november 2005 hebben Burgemeester en Wethouders aan Aquatel een drank- en horecawetvergunning verstrekt. De vergunningen staan op naam van mevrouw [X]. Enig aandeelhouder en bestuurder van Aquatel is Maribu B.V. Maribu B.V. wordt gedreven door [X]. Ter zitting heeft Aquatel medegedeeld dat de aandelen van Maribu B.V. zijn overgenomen door de heren [Y] en [Z]. 2.2 Op 8 december 2006 is op de hotelboot De Oslo, althans in het ponton onder de 'logiesopbouw', door de politie een hennepkwekerij aangetroffen die vervolgens is ontmanteld. [X] betwist dat zij enige weet had van de hennepkwekerij. 2.3 Op 21 december 2006 heeft de burgemeester van Rotterdam Aquatel bevolen tot: - algehele sluiting van de hotelboot op grond van artikel 2.3b.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV); - sluiting van de horeca-inrichting op grond van paragraaf 2.2 van de APV, en heeft de burgemeester besloten tot: - intrekking van de exploitatievergunning op grond van paragraaf 2.3 van de APV. Aquatel is tot 18 januari 2007 in de gelegenheid gesteld om vrijwillig uitvoering te geven aan dit sluitingsbevel. 3 Het geschil en de beoordeling 3.1 De gewijzigde vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut: 1. gedaagden te verbieden te handelen of te doen handelen uitvoering te geven aan de beslissingen van de burgemeester te Rotterdam d.d. 21 december 2006 ten aanzien van eiseres in kort geding dan wel de hotelboot De Oslo; 2. gedaagden te veroordelen tot een bedrag van € 5.000,- aan reeds noodzakelijk gemaakte advocaatkosten; 3. gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure. 3.2 Aquatel legt aan deze vorderingen de stelling ten grondslag dat de burgemeester met het besluit van 21 december 2006 misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden. De hotelboot is gesloten op grond van artikelen van de APV die daar niet voor bedoeld zijn nu de hotelboot geen gebouw betreft én niet voor het publiek openstaat. 3.3 Gedaagden hebben geconcludeerd tot niet ontvankelijk- verklaring van Aquatel omdat er voor haar een met voldoende waarborgen omklede administratieve rechtsgang openstaat, dan wel tot afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van Aquatel in de kosten van de procedure. 3.4 Met gedaagden is de voorzieningenrechter van oordeel dat er voor Aquatel een met voldoende waarborgen omklede andere, snelle administratieve rechtsgang openstaat. Ter zitting is gebleken dat Aquatel van deze rechtsgang ook gebruik gaat maken; zij heeft tegen het besluit van 21 december 2006 een bezwaarschrift ingediend en zij heeft een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter van deze rechtbank gedaan. Ter gelegenheid van de zitting in kort geding was nog niet bekend wanneer de zitting bij de bestuursrechter zou plaatsvinden. In zoverre is er voor een kort geding geen reden, omdat de genoemde administratieve procedure met voldoende waarborgen en rechtsmiddelen is omgeven en tevens een snelle rechtsgang is, en er in dat opzicht dus geen lacune bestaat die door de civiele kort gedingrechter opgevuld zou moeten worden. Hetgeen Aquatel met dit kort geding beoogt te bereiken, een verbod tot uitvoering van het besluit tot sluiting van de hotelboot De Oslo, kan ook in de administratieve procedure bereikt worden. Het betoog van Aquatel dat zij wel ontvankelijk is in haar vorderingen omdat het besluit van de Burgemeester van 21 december 2006 is genomen op grond van ondeugdelijke wet- en regelgeving, hetgeen overigens door de Gemeente wordt betwist, kan niet tot een ander oordeel leiden nu ook de bestuursrechter hierover een oordeel mag geven. 3.5 Op grond van het voorgaande wordt Aquatel in haar vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Aquatel zal worden veroordeeld in de proceskosten. 4 De beslissing De voorzieningenrechter, verklaart Aquatel niet-ontvankelijk in haar vorderingen; veroordeelt Aquatel in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden bepaald op nihil aan verschotten en op € 816,- aan salaris voor de procureur; verklaart dit vonnis voor wat de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van der Koster-Flier, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Y.F.J. Fransen, griffier. Uitgesproken in het openbaar. 1295/171