Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ6726

Datum uitspraak2007-01-12
Datum gepubliceerd2007-01-23
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/542 LEGGW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Legesheffing voor een hercontrole (onverbindende bepaling Legesverordening 2005 gemeente Doetinchem) Nu een hercontrole in het kader van het toezicht op de naleving van de voorwaarden van een gebruiksvergunning niet kan worden aangemerkt als een dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, is artikel 5.17.2 van de bij de legesverordening behorende tarieventabel onverbindend. Bijgevolg is ten onrechte leges geheven van eiser.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Bestuursrecht Enkelvoudige belastingkamer Reg.nr.: 06/542 LEGGW Uitspraak in het geding tussen: [eiser] te [plaats], eiser, en de heffingsambtenaar van de gemeente Doetinchem verweerder. 1. Procesverloop Bij legesnota van 25 november 2005 is van eiser leges ten bedrage van € 90,90 geheven in verband met een hercontrole op de naleving van de voorwaarden van de gebruiksvergunning voor het pand [adres] te [plaats]. Bij uitspraak op bezwaar van 23 januari 2006 heeft verweerder het door eiser tegen die legesnota gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft daartegen bij brief van 28 februari 2006 beroep bij de rechtbank ingesteld en bij brief van 27 maart 2006 de gronden van beroep ingediend. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden. Het beroep is behandeld ter zitting van 5 september 2006. Eiser is verschenen, bijgestaan door P.H.M. Kemperman. Verweerder is niet verschenen. 2. Motivering 2.1. Ingevolge artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet kunnen rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Op de grondslag van deze bepaling heeft de raad van de gemeente Doetinchem de Legesverordening 2005 vastgesteld. In artikel 2 van deze verordening is bepaald dat onder de naam “leges” rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Onderdeel 5.17 van de tarieventabel heeft betrekking op de gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid. Volgens artikel 5.17.2 van de tarieventabel wordt leges geheven voor het uitvoeren van een hercontrole van een bouwwerk waarvoor een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening wordt vereist, wanneer bij een eerste controle is gebleken dat niet is voldaan aan de naleving van de voorwaarden zoals vermeld in de gebruiksvergunning. Het tarief bedraagt € 45,45 per uur tot een nader aangegeven maximumbedrag. 2.2. Eiser exploiteert in het onderhavige pand [adres] een horecabedrijf (café [naam]), waarvoor een gebruiksvergunning is verleend als hiervoor bedoeld. Op 23 augustus 2005 en 23 september 2005 hebben controles plaatsgevonden door de afdeling Preventie van de brandweer, waarbij overtredingen van de voorwaarden als vermeld in de gebruiksvergunning zijn geconstateerd. Bij brieven van 29 augustus 2005 respectievelijk 29 september 2005 heeft het gemeentebestuur eiser aangespoord de overtredingen binnen één maand ongedaan te maken en een hercontrole aangekondigd. Op 21 november 2005 heeft deze hercontrole plaatsgevonden, waarbij is gebleken dat alle overtredingen ongedaan waren gemaakt. Bij de thans in geding zijnde legesnota is voor de hercontrole een bedrag van € 90,90 (2 uur) in rekening gebracht. 2.3. Eiser heeft primair aangevoerd dat het verrichten van de hercontrole niet kan worden aangemerkt als een dienst als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet, zodat ten onrechte leges is geheven. 2.4. Verweerder heeft dit standpunt bestreden en daartoe uiteengezet dat het beleid van de gemeente is om bij constatering van overtredingen van de gebruiksvergunning niet direct de vergunning in te trekken, maar overtreders aan te schrijven de gebreken te herstellen. Deze aanschrijving kan worden betiteld als “voorlopige” intrekking van de vergunning totdat de situatie is hersteld. Op deze wijze wordt voorkomen dat moet worden overgegaan tot de intrekking van de gebruiksvergunning en er een nieuwe gebruiksvergunning moet worden aangevraagd. Met het verrichten van de bij deze werkwijze behorende hercontrole wordt derhalve volgens verweerder – zo begrijpt de rechtbank – een dienst aan de overtreder verleend. 2.5. Blijkens het arrest van de Hoge Raad van 13 augustus 2004, BNB 2004/957, kunnen door of vanwege het gemeentebestuur verrichte werkzaamheden worden aangemerkt als een dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, indien het gaat om werkzaamheden die liggen buiten het gebied van de publieke taakuitoefening en rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. 2.6. Hiervan uitgaande heeft de rechtbank in de uiteenzettingen van verweerder geen aanknopingspunten kunnen vinden voor het standpunt dat een hercontrole in het kader van het gevoerde handhavingsbeleid kan worden aangemerkt als dienstverlening in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet. Handhaving van de aan een gebruiksvergunning verbonden voorwaarden en het verrichten van de daarvoor noodzakelijke controles behoren onmiskenbaar tot de publieke taakuitoefening van het gemeentebestuur. Dat bij constatering van een overtreding een hersteltermijn wordt geboden alvorens tot intrekking van de vergunning wordt overgegaan, brengt naar het oordeel van de rechtbank niet met zich dat de daarbij noodzakelijke hercontrole buiten het gebied van de publieke taakuitoefening komt te liggen. Weliswaar is de gevolgde gedragslijn gunstiger voor de betrokken overtreder dan een gedragslijn waarbij meteen na constatering van een overtreding tot intrekking van de vergunning wordt overgegaan, zodat in zekere zin sprake is van een individualiseerbaar belang van de overtreder, maar dat belang is niet overheersend. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat een overtreder die een hersteltermijn heeft gekregen, veeleer belang heeft bij het uitblijven van een hercontrole, zodat hij niet nogmaals tegen de lamp kan lopen met als gevolg dat hij zijn vergunning kwijtraakt. De stelling van verweerder dat een aanschrijving met een hersteltermijn kan worden betiteld als een “voorlopige” intrekking van de gebruiksvergunning, wat dit ook precies moge betekenen, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel, te minder nu in de hiervoor onder 2.2 vermelde brieven van het gemeentebestuur aan eiser in het geheel niet over mogelijke intrekking van de vergunning wordt gerept. Uit de tekst van die brieven kan derhalve niet worden afgeleid dat de hercontrole louter zou fungeren als dienstverlening tot behoud van de vergunning en ter voorkoming van het moeten aanvragen van een nieuwe vergunning. 2.7. Nu een hercontrole in het kader van het toezicht op de naleving van de voorwaarden van een gebruiksvergunning niet kan worden aangemerkt als een dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, is artikel 5.17.2 van de bij de legesverordening behorende tarieventabel onverbindend. Bijgevolg is ten onrechte leges geheven van eiser. 2.8. Het beroep is derhalve gegrond. De bestreden uitspraak op bezwaar en de legesnota dienen te worden vernietigd. Niet is gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. 3. Beslissing De rechtbank: - verklaart het beroep gegrond; - vernietigt de bestreden uitspraak alsmede de legesnota; - gelast de gemeente Doetinchem aan eiser het betaalde griffierecht van € 37,- te vergoeden. Aldus gegeven door mr. K. van Duyvendijk en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.