Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ7484

Datum uitspraak2007-02-01
Datum gepubliceerd2007-02-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/825405-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verpleegkundige veroordeeld voor belaging en feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Tevens verbod op het verrichten van werkzaamheden in de zorgsector gedurende een periode van dre jaar.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Parketnummer: 01/825405-06 Uitspraakdatum: 1 februari 2007 VERKORT VONNIS Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947, wonende te [woonplaats] [adres] . Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 januari 2007. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 december 2006. Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. hij in of omstreeks 01 december 2005 t/m 14 september 2006 te Bladel, gemeente Eersel, in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, wederrechtelijk, stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of zijn gezinsleden, in elk geval van (een) ander(en), met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of gezinsleden, in elk geval die ander(en) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte toen en daar; - veelvuldig contact gezocht met [slachtoffer 2] door in de directe omgeving van de woning van de slachtoffers rond te rijden en/of te lopen - eenmaal of meermalen de woning van slachtoffers begluurd vanuit de tuin van een belendende woning - veelvuldig brieven en/of emails en/of sms-berichten gestuurd naar een of meer slachtoffer(s) - veelvuldig telefonisch contact gezocht met een of meer slachtoffers - met krijt teksten en/of boodschappen gekalkt op de muur tegenover de (achterzijde) van de woning van slachtoffers; (artikel 285b Wetboek van Strafrecht) 2. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 t/m 31 mei 2006 te Eindhoven en/of in de bossen tussen Vessem en Wintelre,in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, welke ontuchtige handelingen bestonden uit; - het vastpakken en/of strelen van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] en/of het aftrekken van die [slachtoffer 2], en/of - het doen vastpakken en/of het doen strelen van zijn - verdachtes - geslachtsdeel en/of het doen aftrekken van verdachte door die [slachtoffer 2], bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het door verdachte misbruik maken van het uit de feitelijke verhouding (hulpverlener/verpleegkundige - patient-relatie) voortvloeiend overwicht en/of het doelbewust in een afhankelijke positie brengen van die [slachtoffer 2] door het veelvuldig verstrekken van medicijnen (Ritalin) en aldus voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (artikel 246 Wetboek van Strafrecht) Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 t/m 31 mei 2006 te Eindhoven en/of in de bossen tussen Vessem en Wintelre, in elk geval in het arrondissement 's-Hertogenbosch, terwijl hij (toen) (telkens) werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 2], bestaande die ontucht uit; - het vastpakken en/of strelen van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] en/of het aftrekken van die [slachtoffer 2] en/of - het doen vastpakken en/of het doen strelen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel en/of het doen aftrekken van verdachte door die [slachtoffer 2]; (artikel 249 lid 2 sub 3 wetboek van Strafrecht) Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan staat in de eerste regel van het onder 1 tenlastegelegde "in of omstreeks 01 december 2005 t/m 14 september 2006" vermeld in plaats van "op tijdstippen gelegen in de periode van 01 december 2005 tot en met 14 september 2006". De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. De geldigheid van de dagvaarding. De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De bewezenverklaring. De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte 1. op tijdstippen gelegen in de periode van 01 december 2005 tot en met 14 september 2006 te Bladel, gemeente Eersel, wederrechtelijk, stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of zijn gezinsleden, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of gezinsleden, te dwingen iets te doen, immers heeft verdachte toen en daar; - veelvuldig contact gezocht met [slachtoffer 2] door in de directe omgeving van de woning van de slachtoffers rond te rijden en/of te lopen - meermalen de woning van slachtoffers begluurd vanuit de tuin van een belendende woning - veelvuldig brieven en/of emails en/of sms-berichten gestuurd naar een of meer slachtoffer(s) - veelvuldig telefonisch contact gezocht met een of meer slachtoffers - met krijt teksten en/of boodschappen gekalkt op de muur tegenover de (achterzijde) van de woning van slachtoffers; 2. in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 27 december 2005 te Eindhoven in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, door feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, welke ontuchtige handelingen bestonden uit; - het vastpakken en/of strelen van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] en/of het aftrekken van die [slachtoffer 2], en - het doen vastpakken en/of het doen strelen van zijn - verdachtes - geslachtsdeel en/of het doen aftrekken van verdachte door die [slachtoffer 2], bestaande die feitelijkheden uit het door verdachte misbruik maken van het uit de feitelijke verhouding (verpleegkundige - patient-relatie) voortvloeiend overwicht en/of het doelbewust in een afhankelijke positie brengen van die [slachtoffer 2] door het veelvuldig verstrekken van medicijnen (Ritalin) en aldus voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De kwalificatie. Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De strafbaarheid. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard. Toepasselijke wetsartikelen. De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 57, 60a, 246 en 285b van het Wetboek van Strafrecht. DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID De eis van de officier van justitie. ten aanzien van het onder 1 en onder 2 primair tenlastegelegde * 12 maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar onder de bijzondere voorwaarden: 1. dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem door of namens de reclassering zullen worden gegeven, ook indien zulks zou inhouden dat verdachte aan een forensische behandeling zal deelnemen en 2. dat verdachte zich, zowel middellijk als onmiddellijk zal onthouden van elke vorm van contact met de familie [slachtoffer] en 3. dat verdachte zich zal onthouden van elke vorm van werk in welke vorm dan ook in de zorg. * teruggave van de onder verdachte in beslag genomen mobiele telefoon * toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, de familie [slachtoffer]. De materiële schade dient geheel te worden toegewezen. Voor de hoogte van het toe te wijzen bedrag voor geleden immateriële schade refereer ik mij aan het oordeel van de rechtbank * oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ter hoogte van het bedrag dat door de rechtbank aan de benadeelde partij zal worden toegewezen. De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en). Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op: a. de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden. ten bezware van verdachte: - de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd; - verdachte heeft ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem stelden; - de mate van het leed dat aan de slachtoffers is aangedaan, te weten een ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer, waarbij verdachte zich op geen enkel moment heeft gerealiseerd welke gevolgen zijn handelen voor zijn slachtoffers met zich meebracht - verdachte heeft ter terechtzitting toegegeven dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten die "ad informandum" zijn vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welke feiten verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd. Het betreft de navolgende feiten: 1. Dat hij in de periode van mei 2006 t/m juli 2006 in Bakel, in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, zich schuldig heeft gemaakt aan de vervalsing van een of meer recepten (onder meer) met betrekking tot Ritalin; (artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht) 2. Dat hij in de periode van juni2006 tot en met juli 2006 in Hilvarenbeek en/of Nuenen, in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, zich schuldig heeft gemaakt aan het gebruik van een of meer vervalste recepten met betrekking tot ritalin; (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht) 3. Dat hij in de periode van 1 januari 2006 t/m 12 oktober 2006 te Hilvarenbeek en/of Nuenen, in elk geval binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch, IZZ-zorgverzekeringen en/of VGZ-zorgverzekeringen een- of meermalen heeft opgelicht door valse recepten in te dienen, of te doen indienen bij een of meer apotheken aldaar, waarna genoemde verzekeringen zijn overgegaan tot (onverplichte) betaling van die recepten c.q. declaraties. strafmatigende omstandigheden - verdachte is zelf getroffen door de gevolgen van de door hem gepleegde strafbare feiten in die zin dat, nadat deze feiten aan het licht zijn gekomen, verdachte door zijn werkgever is ontslagen; - uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht rapport door psycholoog drs. F.C.M. de Laat van 20 november 2006 blijkt, dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten in licht verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. Dit rapport houdt onder meer zakelijk weergegeven in: Onderzochte is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde delicten en beïnvloedde toen de gedragskeuzes en gedragingen van onderzochte. Onderzochte werd gegrepen door de misère waarin hij het gezin [slachtoffer] aantrof. Zij gaven regelmatig aan dat onderzochte de enige was die hen kon helpen en begreep. Hier ontstaat de narcistische streling en ontstaan gevoelens van almacht en zich niet aan de regels kunnen houden. Vervolgens komt onderzochte terecht in een poel van onmacht, verwardheid en chaos en angst als het gezin een klacht tegen hem indient en zich dus niet houdt aan de afspraken van geheimhouding die zij hadden gemaakt. De bijbehorende boosheid en woede die onderzochte niet direct voelt komt tot uitdrukking in de tekst van het tenlastegelegde. Onderzochte wist dat hij grensoverschrijdend bezig was, maar had gezien zijn persoonlijkheidsstructuur onvoldoende controlemechanismen tot zijn beschikking om geheel conform deze kennis te handelen. De conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid luidt: Licht verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf de ernst van de bewezen verklaarde feiten onvoldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat verdachte misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat hij bij de familie [slachtoffer] had opgebouwd in zijn hoedanigheid van medewerker van Novadic. Daarnaast heeft verdachte, in zijn hoedanigheid van verpleegkundige, valse recepten gemaakt ter verkrijging van Ritalin. De op deze wijze verkregen Ritalin heeft verdachte aan [slachtoffer 2] verstrekt, boven de hoeveelheid Ritalin die de behandelend arts aan [slachtoffer 2] had voorgeschreven. Daarmee heeft verdachte de afhankelijkheid van [slachtoffer 2] van de Ritalin op zijn minst in stand gehouden. Dit rekent de rechtbank verdachte - als verpleegkundige werkzaam in de verslavingszorg - zwaar aan. Dat [slachtoffer 2] mogelijk ook op andere - illegale - wijze de beschikking over Ritalin kreeg doet daaraan niet af. Gelet hierop zal de rechtbank een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf. De rechtbank is daarbij van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet naleeft. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan. De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]] De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade een bedrag van € 2.279,85 bestaande uit € 500,-- immateriële schade bij wijze van voorschot, € 944,85 reiskosten, € 200,-- telefoonkosten en € 635,-- verletkosten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het restant van de vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]. De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade een bedrag van € 600,-- bestaande uit € 500,-- immateriële schade bij wijze van voorschot en € 100,-- telefoonkosten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het restant van de vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade een bedrag van ? 500,-- bestaande uit immateriële schade bij wijze van voorschot. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het restant van de vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding. DE UITSPRAAK Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde * Belaging [artikel 285b eerste lid van het Wetboek van Strafrecht] ten aanzien van het onder 2 primair bewezen verklaarde * Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd [artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht]. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. BESLISSING: ten aanzien van het onder 1 en onder 2 primair bewezen verklaarde * Gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 293 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden: 1. dat veroordeelde zich gedurende voornoemde proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Regio 's-Hertogenbosch, Leeghwaterlaan 14 te 's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien zulks zou inhouden dat veroordeelde zich - op ambulante basis - in een forensische kliniek zal laten behandelen en 2. dat veroordeelde geen contact zal opnemen, zoeken of hebben - in welke vorm dan ook, ook niet via derden - met [slachtoffer] en/of de leden van diens gezin, een en ander met dien verstande dat onder dit contactverbod niet vallen contacten van de advocaat van veroordeelde met genoemde personen en 3. dat veroordeelde zich gedurende proeftijd zal onthouden van het verrichten van werkzaamheden - in welke vorm dan ook - in de zorgsector. Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. * Werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis. ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde tevens Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] van een bedrag van € 2.279,85 (zegge: tweeduizend tweehonderd negenenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 45 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1], van een bedrag van € 2.279,85 (zegge: tweeduizend tweehonderd negenenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), bestaande uit € 500,-- immateriële schade bij wijze van voorschot, € 944,85 reiskosten, € 200,-- telefoonkosten en € 635,-- verletkosten. Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet ontvankelijk is. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde tevens Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] van een bedrag van € 600,-- (zegge: zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2], van een bedrag van € 600,-- (zegge: zeshonderd euro), bestaande uit € 500,-- immateriële schade bij wijze van voorschot en € 100,-- telefoonkosten. Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet ontvankelijk is. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. ten aanzien van het onder 1 en onder 2 primair bewezen verklaarde tevens Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] van een bedrag van € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3], van een bedrag van € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade bij wijze van voorschot. Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet ontvankelijk is. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde tevens Teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten een mobiele telefoon van het merk Motorola, type MPX 220, kleur paars. Dit vonnis is gewezen door: mr. E.C.M. de Klerk, voorzitter, mr. P.J.H. Van Dellen en mr. W.J. Kolkert, leden, in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier en is uitgesproken op 1 februari 2007.