Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ7915

Datum uitspraak2007-02-02
Datum gepubliceerd2007-02-08
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/4833 WSF
Statusgepubliceerd


Indicatie

Niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep i.v.m. nieuw besluit. Geen procesbelang.


Uitspraak

05/4833 WSF Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [appellant] (hierna: appellante), tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 23 juni 2005, 04/877 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellante en de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: IB-Groep) Datum uitspraak: 2 februari 2007 I. PROCESVERLOOP Appellante heeft hoger beroep ingesteld. Zij heeft bij haar beroepschrift een door de belastingdienst afgegeven kennisgeving inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2000, gedagtekend 24 maart 2005, overgelegd waarbij haar belastbaar inkomen in het jaar 2000 nader is vastgesteld op € 0,00. De IB-Groep heeft een verweerschrift ingediend. Naar aanleiding van de bij het beroepschrift gevoegde (gewijzigde) gegevens van de belastingdienst heeft de IB-Groep bij besluit van 10 september 2005 (Bericht Ouder 2002, nr. 4) de veronderstelde ouderlijke bijdrage 2002 van appellante voor haar kinderen [J.] en [M.] alsnog vastgesteld op € 0,00 per maand. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 december 2006. Appellante is niet verschenen. De IB-Groep was vertegenwoordigd door mr. drs. K. Meijer. II. OVERWEGINGEN Bij besluit van 20 maart 2004 (Bericht Ouder 2002, nr. 3) heeft de IB-Groep naar aanleiding van door de Belastingdienst verstrekte gegevens de veronderstelde ouderlijke bijdrage 2000 van appellante nader vastgesteld op basis van een inkomen van € 37.393,-. Bij besluit van 28 mei 2004 (het bestreden besluit) heeft de IB-Groep het door appellante ingediend bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het tegen het bestreden besluit ingestelde beroep bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de IB-Groep mag uitgaan van het door de Belastingdienst vastgestelde belastbare inkomen zolang de Belastingdienst die vaststelling (nog) niet heeft gewijzigd. De Raad overweegt het volgende. Het bestreden besluit is achterhaald door het besluit van 10 september 2005 waarbij de IB-Groep de veronderstelde ouderlijke bijdrage op grond van in hoger beroep ter beschikking gekomen gegevens van de Belastingdienst alsnog heeft vastgesteld op basis van een inkomen in het jaar 2000 van € 0,00. Door dit nieuwe besluit is appellantes procesbelang komen te vervallen. Het hoger beroep moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen als voorzitter en J. Brand en J.P.M. Zeijen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C.W. Ris – van Huussen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2007. (get.) J. Janssen. (get.) A.C.W. Ris – van Huussen.