Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ8086

Datum uitspraak2007-01-04
Datum gepubliceerd2007-02-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers418879 MB 06-145
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Beroep ongegrond verklaard. Ter zitting is de motivering van de bestreden beslissing aangevuld. Ongeloofwaardig verweer.


Uitspraak

Rechtbank Breda Sector kanton Bergen op Zoom PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING, TEVENS HOUDEND AANTEKENING MONDELINGE UITSPRAAK Kantonnummer: 418879 MB VERZ 06-145 CJIB-nummer : 87986547 Uitspraak van de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans van 4 januari 2007 op het beroepschrift ex artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) van: naam : [betrokkene] geboren : [datum] adres : [adres] procederende in persoon. Het beroep is behandeld ter openbare terechtzitting van donderdag 4 januari 2007, waarbij het Openbaar Ministerie (OM) werd vertegenwoordigd door mr. J. Visser. Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden. SANCTIEGEGEVENS Betrokkene is de sanctie opgelegd ter zake de gedraging als vermeld en nader omschreven in het zaakoverzicht van 7 maart 2006, dat deel uitmaakt van het dossier, dat door betrokkene kon worden ingezien. BEOORDELING Betrokkene is tijdig tegen de beslissing van de officier van justitie in beroep gekomen, zodat zij daarin kan worden ontvangen. De inhoud van de processtukken, bezien in samenhang met wat tijdens de mondelinge behandeling ter zitting is gebleken, leidt tot het volgende oordeel. Voor de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat de verweten gedraging is verricht. Aan betrokkene is een sanctie opgelegd omdat zij -gecorrigeerd- 14 kilometer per uur te hard heeft gereden. Betrokkene heeft die snelheidsovertreding op zich niet betwist. Als verontschuldiging daarvoor heeft betrokkene aangevoerd een slecht draaiende motor van haar auto. Daardoor was betrokkene gedwongen de motor op toeren te houden en sneller dan toegestaan te rijden, dit om het overige verkeer niet in gevaar te brengen. De vertegenwoordigster van het OM heeft ter zitting de motivering van de beslissing van de officier van justitie aangevuld in die zin dat betrokkene geen reden had om harder dan 50 kilometer per uur te rijden. Zij concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep van betrokkene. Evenals de vertegenwoordigster van het OM acht de kantonrechter het ongeloofwaardig dat betrokkene op de wijze als door haar aangegeven de motor van haar auto draaiend moest houden. Nu er voor het overige geen feiten en/of omstandigheden zijn gebleken, die een lager sanctiebedrag rechtvaardigen, zal de kantonrechter de vertegenwoordigster van het OM volgen en het beroep van betrokkene ongegrond verklaren. BESLISSING Verklaart het beroep ongegrond. De kantonrechter, Verzonden op: Aangezien de opgelegde initiële sanctie niet een bedrag van meer dan € 70,00 bedraagt, is ingevolge de Wahv het instellen van hoger beroep tegen deze beslissing niet mogelijk.