Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ9587

Datum uitspraak2006-11-16
Datum gepubliceerd2007-02-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/634063-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Beschikking ex artikel 89 Sv. Verzoekschrift strekt tot toekenning van een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 101.943,15, terzake van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van ten onrechte ondergane verzekering. Van de door verzoeker gestelde materiële schade kunnen uitsluitend de inkomstenderving en de reiskosten (door de rechtbank aan de hand van de NS-reisplanner begroot op € 16,30) van 4 mei 2006 als schade tengevolge van de ondergane vrijheidsbeneming worden aangemerkt. In het midden latend, dat de door verzoeker gestelde immateriële schade op geen enkele wijze is onderbouwd, is die schade - zoals in het verzoekschrift en bij de behandeling daarvan in raadkamer naar voren is gebracht - het gevolg van de tegen verzoeker gerezen verdenking en diens daarop gevolgde aanhouding, en niet althans in te verwaarlozen mate het gevolg van de ondergane vrijheidsbeneming. Naar het oordeel van de rechtbank kan te dier zake dan ook worden volstaan met de toekenning van de immateriële component (50%) van de forfaitaire dagvergoeding voor een verblijf in een detentiecentrum.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM VESTIGING SCHIPHOL SECTOR STRAFRECHT ENKELVOUDIGE RAADKAMER Registratienummer: [nummer] Parketnummer: [nummer] Uitspraakdatum: 16 november 2006 BESCHIKKING (art. 89 Sv.) 1. Ontstaan en loop van de procedure Op 10 augustus 2006 is ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een door mr. C.J.C. Vos, advocaat, ingediend verzoekschrift van [verzoeker], verzoeker, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], domicilie kiezende te (2011 NB) Haarlem, Nieuwe Gracht 5a, ten kantore van mr. Vos, voornoemd. Het verzoekschrift strekt tot toekenning van een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 101.943,15, terzake van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van ten onrechte ondergane verzekering wegens verdenking van overtreding van de artikelen 162a, 166, 168 en 385b, telkens juncto artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht. Op 19 oktober 2006 is dit verzoekschrift in het openbaar in raadkamer behandeld. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Vos, voornoemd. Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. Visser. Van het verhandelde in raadkamer is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd. 2. Beoordeling De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een brief van de officier van justitie van 16 augustus 2006 aan de advocaat van verzoeker waarin deze meedeelt dat de strafzaak is geseponeerd (code 02, onvoldoende bewijs). Het verzoekschrift is tijdig ingediend. Verzoeker is op 3 mei 2006 te 20.00 uur in verzekering gesteld en op 4 mei 2006 te 17.00 uur in vrijheid gesteld, zodat sprake is van een vrijheidsbeneming als bedoeld in artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering voor de duur van één dag. Op de voet van het bepaalde in artikel 89 en 90 van het Wetboek van Strafvordering kan verzoeker – nu de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel – aanspraak maken op vergoeding van de door hem tengevolge van ten onrechte ondergane verzekering geleden schade, zo daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn. Van de zijde van verzoeker is er, zakelijk weergegeven, onder meer op gewezen dat: - de aanhouding en daarmee ook de zijn detentie van meet af aan onrechtmatig is geweest, nu het openbaar ministerie naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek niet heeft kunnen concluderen dat sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan verdenking van het voorbereiden van een terroristische aanslag op de luchthaven Schiphol; - de in het verzoekschrift geschetste gang van zaken hem (en zijn gezin) behoorlijk heeft getraumatiseerd en - hij zijn vertrouwen in onze rechtstaat volledig kwijt is. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toekenning van de forfaitaire dagvergoeding voor een verblijf van twee dagen op een politiebureau. De rechtbank acht in dit geval, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding. Van de door verzoeker gestelde materiële schade kunnen uitsluitend de inkomstenderving en de reiskosten (door de rechtbank aan de hand van de NS-reisplanner begroot op € 16,30) van 4 mei 2006 als schade tengevolge van de ondergane vrijheidsbeneming worden aangemerkt. In het midden latend, dat de door verzoeker gestelde immateriële schade op geen enkele wijze is onderbouwd, is die schade - zoals in het verzoekschrift en bij de behandeling daarvan in raadkamer naar voren is gebracht - het gevolg van de tegen verzoeker gerezen verdenking en diens daarop gevolgde aanhouding, en niet althans in te verwaarlozen mate het gevolg van de ondergane vrijheidsbeneming. Naar het oordeel van de rechtbank kan te dier zake dan ook worden volstaan met de toekenning van de immateriële component (50%) van de forfaitaire dagvergoeding voor een verblijf in een detentiecentrum. Het verzoek zal dan ook worden ingewilligd op de wijze als hieronder is aangegeven. 3. Beslissing De rechtbank: kent aan verzoeker wegens een vrijheidsbeneming van één dag een vergoeding ten laste van de Staat toe van € 127,75 (zegge: eenhonderd zevenentwintig euro en vijfenzeventig eurocent), welk bedrag als volgt is samengesteld: - € 70,20 aan inkomstenderving; - € 16,30 aan reiskosten Schiphol-'s-Hertogenbosch; - € 41,25, de immateriële component van de dagvergoeding voor een verblijf in een detentiecentrum. wijst af het meer of anders verzochte; beveelt de uitbetaling door de griffier van deze rechtbank van de bij deze beschikking aan verzoeker toegekende vergoeding op de derdenrekening van verzoekers advocaat, bankrekeningnummer [nummer] ten name van Stichting [stichting], onder vermelding van [naam]. 4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum Deze beschikking is gegeven door mr. Van Dijk, rechter, in tegenwoordigheid van Van Velzen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2006.