Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA1508

Datum uitspraak2007-03-26
Datum gepubliceerd2007-03-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers05/970006-06 en 05/800062-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Een militair wordt veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met een 15-jarig meisje die bestonden uit het binnendringen van het lichaam (feit 1), voor het meerdere keren plegen van andere ontuchtige handelingen met datzelfde meisje (feit 2), voor meerdere keren plegen van ontuchtige handelingen met een 15-jarig ander meisje die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam (feit 3) en voor het meerdere keren plegen van andere ontuchtige handelen met datzelfde andere meisje. Verder is uitdrukkelijk gemotiveerd waarom de militair wordt vrijgesproken van de op zijn computer aangetroffen kinderporno. Opgelegd wordt een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, proeftijd 2 jaren en bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat mocht inhoudende een ambulante behandeling.


Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM Sector strafrecht Militaire Kamer Parketnummers : 05/970006-06 en 05/800062-07 Datum zitting : 12 maart 2007 Datum uitspraak : 26 maart 2007 TEGENSPRAAK In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen naam : [verdachte] geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats], adres : [adres], plaats : [woonplaats], rang/stand : wachtmeester, rnr. : [nummer], ingedeeld bij : [naam], thans gedetineerd in MPC Stroe, Wolweg 76 te Stroe, gemeente Barneveld. Raadsman: mr. J.F. van Halderen, advocaat te Haarlem. 1. De inhoud van de tenlastelegging Aan verdachte is, na een door de militaire kamer toegelaten vordering nadere omschrijving tenlastelegging betreffende parketnummer 05/970006-06, tenlastegelegd dat: parketnummer 05/970006-06: 1. hij op of omstreeks 23 april 2006 te Helmond, in ieder geval in Nederland, buiten echt ontuchtige handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het brengen en/of houden van zijn penis en/of tong en/of een of meer vinger(s)in de vagina en/of het brengen en/of houden van zijn penis in de mond, heeft gepleegd met [slachtoffer1] (waarvan verdachte verklaart dat zij 15 jaar oud is) en woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland) die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had(den) bereikt; art 245 Wetboek van Strafrecht 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 26 september 2006 te Ahlen, in ieder geval in de Bondsrepubliek Duitsland en/of te Helmond, in ieder geval in Nederland, telkens met [slachtoffer1] (waarvan verdachte verklaart dat zij 15 jaar oud is) woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het opzettelijk ontuchtig laten vastpakken en/of vasthouden van zijn penis en/of het vastpakken en/of vasthouden en/of likken en/of strelen van de vagina van die [slachtoffer1] en/of het vastpakken en/of vasthouden van de borsten van die [slachtoffer1]; art. 247 Wetboek van Strafrecht 3. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 26 september 2006 Dortmund en/of Lütgendortmund, in ieder geval in de Bondsrepubliek Duitsland, (telkens) buiten echt ontuchtige handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het brengen en/of houden van zijn penis en/of tong in de vagina en/of het brengen en/of houden van zijn penis in de mond en/of het brengen en/of houden van zijn penis in de anus, heeft gepleegd met [slachtoffer2], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt; art 245 Wetboek van Strafrecht 4. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juni 2004 tot en met 26 september 2006 te Dortmund en/of te Lütgendortmund, in ieder geval in de Bondsrepubliek Duitsland, (telkens) met [slachtoffer2], woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het opzettelijk ontuchtig laten vastpakken en/of vasthouden en/of likken en/of strelen van zijn penis en/of het vastpakken en/of vasthouden en/of likken en/of strelen van de vagina van die [slachtoffer2]; art 247 Wetboek van Strafrecht 5. hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2004 tot en met 26 september 2006, in ieder geval in Nederland, (uit beroep of gewoonte) (telkens) één of meer afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten één of meer CD-rom(s) en/of diskette(s) en/of videoband(en) en/of foto('s) en/of computer(s) en/of computerbestand(en) (telkens) bevattende (een) afbeelding(en) van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, (mede) heeft vervaardigd en/of heeft ingevoerd en/of in bezit heeft gehad, te weten met name en onder meer: A: MSN Taylor 3.jpg. Naakt meisje van een jaar of tien á elf hangt met een hand aan een paal in een ruimte die geheel van spiegels is voorzien. Zij beeldt een striptease/paaldans uit. Haar vagina is duidelijk zichtbaar. De afbeelding is afkomstig uit een kinderpornografische serie die onder verschillende filenames nog niet zo lang van het internet bekend is; B: Tien afbeeldingen, in ieder geval een (aantal) afbeelding(en) van [slachtoffer2], (geboren op 25 maart 1990) onder te verdelen in: Vier afbeeldingen, in ieder geval een (aantal) afbeelding(en) van de vagina van die [slachtoffer2] waarbij zij bij één van die afbeeldingen met haar vingers de schaamlippen uit elkaar spreidt; Drie afbeeldingen, in ieder geval een (aantal) afbeelding(en) waarbij in de vagina van die [slachtoffer2] een fles, althans een voorwerp, is ingebracht; Drie afbeeldingen, in ieder geval een (aantal) afbeelding(en) waarbij in de vagina van die [slachtoffer2] (een) voorwerp(en) is/zijn ingebracht; C: Een aantalvan het internet ingevoerde/gedownloade en later weer gewiste/verwijderde afbeeldingen en/of filmfragmenten van een of meer naakte jonge meisjes, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaren nog niet (hadden) bereikt, waarbij dat/die meisje(s) (een) seksuele handeling(en) verricht(en), waarbij het met name en onder meer de volgende filmfragmenten betreft: 1. 2_Zadoom Pedo Julia 7Yo Hot Lick.mpeg (filmfile) Naakt meisje van een jaar of zes zit met gespreide benen en opgetrokken knieën met haar rug tegen een achterwand van een bed geleund op een bed. Er gaat een volwassen geheel geklede man tussen haar benen op zijn buik liggen en hij begint de vagina van het meisje te likken. Het filmfragment is afkomstig uit een langere kinderpornografische film. Er zijn sedert medio 2000 meerdere fragmenten van deze film onder de filenaam "Julia" van het internet bekend; 2. Pedo-10 yo pussy.mpg (filmfragment) Meisje van een jaar of tien á elf zit met gespreide benen en opgetrokken knieën buiten op de grond. Zij draagt een jurkje dat tot haar buik omhoog geschoven is. Zij draagt geen onderkleding. Haar vagina is nadrukkelijk in beeld gebracht. Er wordt ook nog op ingezoomd. Na enige tijd gaat het beeld over in de opname van een volwassen man die rechtop staat. De broeken van de man zijn naar beneden geschoven en hij heeft een erectie. Het meisje knielt voor de man op de grond. Zij heeft de stijve penis van de man gedeeltelijk in haar mond en pleegt orale seksuele handelingen. Het fragment is afkomstig uit een langere kinderpornografische film. Er zijn sedert medio 2001 meerdere fragmenten uit deze film van het internet bekend onder verschillende filenames; 3. pedo webcam.avi (filmfragment) Meisje van een jaar of dertien á veertien zit voor een computer met een webcam. Zij draagt een T-shirt. Na enige tijd trekt zij dit uit en zit dan gekleed in een BH. Ook deze trekt zij uit en zij streelt met haar handen haar borsten. Met een hand tilt zij haar borst omhoog en buigt haar hoofd naar beneden en likt haar borst. Hierna trekt zij ook haar slip uit en richt de webcam op haar vagina terwijl zij met wijd gespreide benen op de stoel zit. Zij vingert haar vagina en duwt op een gegeven moment een kaars in haar vagina. Het webcamfragment is sinds kort van het internet bekend onder verschillende filenames; 4. pedo_Mffsuck.mpg (filmfragment) Volwassen man met naakt onderlichaam staat rechtop op een bed. Hij heeft een erectie. Voor hem knielt een vrijwel naakt meisje van negen jaar. Zij draagt alleen lange kousen. Zij heeft de stijve penis van de man gedeeltelijk in haar mond en pleegt orale seksuele handelingen. Achter haar staat een tweede vrijwel naakt meisje van elf jaar. Zij draagt alleen een sjarretelgordel en lange kousen. Met haar handen duwt dit meisje het hoofd van het eerste meisje heen en weer tijdens de orale handelingen van de eerste. Het fragment is afkomstig uit een in Duitsland midden jaren tachtig opgenomen kinderpornografische video. De zaak werd begin jaren negentig opgelost; Art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht en voorts is tenlastegelegd: parketnummer 05/800062-07 hij zich op een of meer tijdstippen op of omstreeks 22 juli 2006 te Helmond (telkens) opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten [adres], met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden; art 239 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 2. Het onderzoek ter terechtzitting De zaak is laatstelijk op 12 maart 2007 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.F. van Halderen, advocaat te Haarlem. Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd en is ter terechtzitting verschenen in de persoon van haar gemachtigde mr. A.G.W. Leysen, advocaat te Nijmegen: • L. [slachtoffer1]f, wonende te [adres]. Ter terechtzitting is verschenen mr. A.G.W. Leysen, advocaat te Nijmegen, die stelt de gemachtigde van L. [slachtoffer1]f te zijn. De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/970006-06 sub 1, 2, 3, 4 en 5 (A,B en C) en onder parketnummer 05/800062-07 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt (opname en) behandeling bij de Grote Beek (te Eindhoven), De Horst (te Venlo) of een soortgelijke instelling en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat met betrekking tot de computers (Paradigit, Tryandbuy en Aspire) de teruggave van de hardware wordt gelast, evenals van de mobiele telefoon (Samsung), de fotocamera’s (Rikon en Olympus), de bleutooth (Sitecom) en de zakcomputer (Barker), alsmede van de vier foto’s, drie brieven en één enveloppe. Voorts heeft de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer van de software en/of de harde schijven (van de computers) gevorderd. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij L. [slachtoffer1]f tot een bedrag van € 5000,- (vijfduizend euro) als voorschot wordt toegewezen en dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 100 (éénhonderd) dagen hechtenis. Voor het overige heeft de officier van justitie gevorderd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering. Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd. De raadsman heeft aangevoerd dat de zaak met parketnummer 05/800062-07 niet is gevoegd zodat daarvoor apart gestraft moet worden en wel volgens de richtlijn met een geldboete van € 220,-. De militaire kamer verwerpt dit verweer. De zaak met parketnummer 05/800062-07 is aangebracht ter terechtzitting van 15 januari 2007. Op het proces-verbaal terechtzitting van die zitting zijn de parketnummers van beide aanhangige zaken vermeld. Waar op die zitting beide zaken gezamenlijk zijn behandeld en van die behandeling slechts één proces-verbaal is opgemaakt en van de zijde van de verdediging daartegen geen bezwaar is gemaakt, gelden beide zaken, ofschoon niet expliciet bepaald, als gevoegd behandeld. De militaire kamer zal de zaken daarom ook in één vonnis meenemen. 3. De beslissing betreffende het bewijs Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. De militaire kamer acht niet wettig en overtuigend bewezen wat verdachte onder 5 aanhef en onder A, B en C, is tenlastegelegd en zal hem daarvan vrijspreken. Uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de processtukken blijkt dat de verdachte kinderporno op zijn computer heeft binnengekregen via het downloaden van grote aantallen seksfilms. De onder feit 5 aanhef en onder C beschreven kinderporno is aangetroffen op de “Recoverd Folders” van de harde schijf van verdachtes computer. Deze kinderporno zal weliswaar enig moment op zijn computer te zien zijn geweest, doch blijkens de toelichting van de getuige-deskundige deze porno door verdachte verwijderd op een manier dat zij niet dan met gebruik van forensische software terug te halen was, over welke software verdachte niet beschikte. Gelet daarop kan niet gezegd worden dat verdachte deze kinderporno in bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 5 aanhef en onder A beschreven kinderpornografisch materiaal is aangetroffen in de prullenbak van de computer. Dit materiaal was voor verdachte wel gemakkelijk terug te halen. Verdachte heeft daarover opgemerkt dat het zijn bedoeling was geweest ook deze kinderporno definitief van zijn computer te verwijderen doch dat hij daarvoor kennelijk de verkeerde toets op zijn computer heeft gebruikt. Daar zeer veel bestanden door de politie zijn bekeken en zich daartussen slechts deze foto aan eenvoudig terug te halen kinderporno bevond, is – mede gezien het gedrag van verdachte ten aanzien van de kinderporno als omschreven onder 5 aanhef en sub C – ook in dit geval niet bewezen dat sprake is van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal in de zin van voormeld artikel. Ten aanzien van feit 5 aanhef en onder B is de militaire kamer van oordeel dat noch uit het onderzoek ter terechtzitting van 12 maart 2007, noch uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen vaststaat, dat de daarin tenlastegelegde afbeeldingen, zo al pornografisch, afbeeldingen van [slachtoffer2] zijn. De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/970006-06 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 05/800062-07 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat: parketnummer 05/970006-06: 1. hij op 23 april 2006 te Helmond, buiten echt ontuchtige handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het brengen en houden van zijn penis en tong en een of meer vinger(s)in de vagina heeft gepleegd met [slachtoffer1]f woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt; 2. hij op tijdstippen in de periode van 01 januari 2006 tot en met 23 april 2006 in de Bondsrepubliek Duitsland en te Helmond, telkens met [slachtoffer1]f woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het opzettelijk ontuchtig laten vastpakken en/of vasthouden van zijn penis en/of likken en/of strelen van de vagina van die [slachtoffer1]f en/of het vastpakken en/of vasthouden van de borsten van die [slachtoffer1]f; 3. hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2005 tot en met 26 september 2006 in de Bondsrepubliek Duitsland, telkens buiten echt ontuchtige handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het brengen en/of houden van zijn penis en/of tong in de vagina en/of het brengen en/of houden van zijn penis in de mond en/of het brengen en/of houden van zijn penis in de anus, heeft gepleegd met [slachtoffer2], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt; 4. hij op tijdstippen in de periode van 01 juli 2005 tot en met 26 september 2006 in de Bondsrepubliek Duitsland, telkens met [slachtoffer2], woonachtig in de Bondsrepubliek Duitsland, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het opzettelijk ontuchtig laten vastpakken en/of vasthouden en/of likken en/of strelen van zijn penis en/of het likken en/of strelen van de vagina van die [slachtoffer2]; parketnummer 05/800062-07 hij zich op 22 juli 2006 te Helmond opzettelijk oneerbaar aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten [adres], met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden; De bespreking van de door de raadsman gedane verweren: De raadsman heeft aangevoerd dat ten aanzien van parketnummer 05/970006-06 het onder 1 en 2 tenlastegelegde artikel 57 (de raadsman noemt artikel 51, maar heeft door de onderbouwing van dit standpunt kennelijk beoogd artikel 57 te noemen) van het Wetboek van Strafrecht moet worden toegepast, ondanks dat feit 1 afzonderlijk is tenlastegelegd. Het een en ander heeft volgens de raadsman consequenties, niet alleen voor wat betreft de op te leggen straf, maar ook voor wat betreft hetgeen bij feit 2 bewezen kan worden verklaard. De militaire kamer is van oordeel dat de steller van de tenlastelegging heeft gemeend dat de handelingen van verdachte op 23 april 2006 zowel vielen onder de strafbepaling van artikel 245 als onder die van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht heeft betrekking op het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht betrekking heeft op het plegen van ontuchtige handelingen. De steller van de tenlastelegging heeft de verschillende handelingen feitelijk beschreven bij de afzonderlijk tenlastegelegde feiten. Waar het bij het plegen van deze handelingen om verschillende wilsuitingen gaat en ook het strafrechtelijk verwijt verschillend is staat het de steller van de tenlastelegging vrij deze feiten afzonderlijk ten laste te leggen, ondanks dat er sprake is van één complex van handelen. Ten aanzien van deze handelingen is artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. Ten aanzien van parketnummer 05/970006-06 feit 2 is de raadsman van mening dat de gestelde periode veel te ruim is. De militaire kamer volgt de raadsman daarin volgens de bewezenverklaring tot op zekere hoogte nu de ontuchtige handelingen in dit feit genoemd zich ook hebben voorgedaan bij de laatste ontmoeting van verdachte met [slachtoffer1]f op 23 april 2006. Ten aanzien van parketnummer 05/970006-06 feiten 3 en 4 heeft de raadsman aangevoerd dat de tenlastegelegde periode veel te ruim is en moet zijn juli 2005 tot juli 2006. De militaire kamer volgt de raadsman daarin tot op zekere hoogte, gezien de hiervoor bewezenverklaarde periode. De verklaringen van [slachtoffer2] zijn in samenhang met de verklaringen van verdachte voldoende voor het bewezen zijn van de gedragingen binnen de bewezenverklaarde periode. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat het gestelde met betrekking tot artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van parketnummer 05/970006-06 feit 1 en 2 ook geldt ten aanzien van de feiten 3 en 4 van dit parketnummer. De militaire kamer is van oordeel dat de steller van de tenlastelegging heeft gemeend dat de handelingen van verdachte in de periode van 1 juli 2005 tot en met 26 september 2006 zowel vielen onder de strafbepaling van artikel 245 als onder die van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht heeft betrekking op het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht betrekking heeft op het plegen van ontuchtige handelingen. De steller van de tenlastelegging heeft de verschillende handelingen feitelijk beschreven bij de afzonderlijk tenlastegelegde feiten. Waar het bij het plegen van deze handelingen om verschillende wilsuitingen gaat en ook het strafrechtelijk verwijt verschillend is staat het de steller van de tenlastelegging vrij deze feiten afzonderlijk ten laste te leggen, ondanks dat er sprake is van één complex van handelen. Ten aanzien van deze handelingen is artikel 57 van het Wetboek van strafrecht van toepassing. De raadsman heeft ten aanzien van parketnummer 05/97006-06 feiten 1, 2, 3 en 4 aangevoerd dat zowel [slachtoffer1]f als [slachtoffer2] geen van beiden de bescherming wensten die de artikelen 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht jeugdigen beogen te bieden. De raadsman verbindt daaraan overigens niet een juridische consequentie. De militaire kamer verwerpt dit verweer van de raadsman. De wetgever heeft deze bepalingen opgesteld ter bescherming van jeugdigen tussen de twaalf en zestien jaren (artikel 245 Sr.) en ter bescherming van jeugdigen beneden de leeftijd van zestien jaren (artikel 247 Sr.). De leeftijd staat daarbij centraal. De wetgever heeft daarmee beoogd jeugdigen ongestoord door anderen hun ontluikende seksualiteit te ontdekken. Handelingen van anderen die dit groeiproces verstoren zijn daarom verboden. De in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht genoemde handelingen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam zijn gericht op de leeftijdcategorie tussen twaalf en zestien jaren en de in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde ontuchtige handelingen zijn bedoeld voor alle jeugdigen beneden de zestien jaren. Bij beide artikelen staat de bescherming tegen inbreuken door anderen centraal. Het is daarom niet aan de jeugdige zelf om uit te maken of hij/zij die bescherming ook wenst. De meerderjarige dient zich altijd bewust te zijn van de bescherming van minderjarigen in deze leeftijdscategorieën en de strafrechtelijke gevolgen die zijn handelen met de jeugdige kan hebben. Wat verdachte onder parketnummer 05/970006-06 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 05/800062-07 meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen. 4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op: parketnummer 05/970006-06: feit 1: “met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam”; feiten 2 en 4 telkens: “met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen”, meermalen gepleegd feit 3: “met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam”, meermalen gepleegd; parketnummer 05/800062-07: “schennis van de eerbaarheid aan een plaats voor het openbaar verkeer bestemd”. 4b. De strafbaarheid van het/de feit(en) De feiten zijn strafbaar. 5. De strafbaarheid van verdachte Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten, met name ook niet uit de hierna te noemen deskundigenrapportage. 6. De motivering van de sanctie(s) Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met: - de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om¬stan¬dighe¬den waaronder dit is begaan; - de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op: - het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 29 september 2006; - een vroeghulpinterventierapport van de Reclassering Nederland, Unit Arnhem, Unit Eindhoven, gedateerd 29 september 2006, betreffende verdachte; - een voorlichtingsrapportage van de Reclassering Nederland, Unit Arnhem, gedateerd 16 november 2006, betreffende verdachte; en - een brief van de Reclassering Nederland, Unit Arnhem, gedateerd 12 februari 2007, betreffende verdachte; - een pro justitia rapportage van drs. A.N. Fieten, psycholoog en kolonelarts R.J.M. Mooren, psychiater te Amersfoort, beiden van de Forensische en Sociale Psychiatrie, cluster Gezondheidszorg te Amersfoort, gedateerd 9 januari 2007, betreffende verdachte, waarin voor zover van belang wordt gerapporteerd: Omdat het gedrag van betrokkene voortkomt uit zijn persoonlijkheidsstoornis, danwel ontwikkelingsstoornis kan het tenlastegelegde hem ten dele aangerekend worden. Betrokkene wordt dan ook verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De militaire kamer neemt de conclusies uit het pro justitia rapport over. De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende. Verdachte heeft één keer met een vijftienjarig meisje ontuchtige handelingen gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam en tevens heeft hij daarbij andere ontuchtige handelingen gepleegd. Met een ander vijftienjarig meisje heeft verdachte meerdere keren ontuchtige handelingen gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam en tevens heeft hij die keren daarbij ook andere ontuchtige handelingen gepleegd. Verder heeft verdachte zich een keer aan een plaats voor het openbaar verkeer bestemd met ontbloot geslachtsdeel bevonden, wat is waargenomen door een aantal zeer jeugdige kinderen. Verdachte heeft door zijn handelen de lichamelijke integriteit van twee vijftienjarige meisjes geschonden. Dit zijn ernstige feiten omdat hierdoor de door de wetgever beoogde bescherming met voeten wordt getreden. Het leeftijdverschil tussen de meisjes en verdachte had verdachte ervan moeten weerhouden zich op deze wijze te gedragen ten opzichte van de meisjes als tenlastegelegd. De militaire kamer is van oordeel dat, gelet op dit handelen van verdachte, rekening houdende met de mate waarin de feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend, oplegging van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur behoort te worden opgelegd. De militaire kamer wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie, omdat verdachte wordt vrijgesproken van wat hem is tenlastegelegd betreffende de kinderpornografie. De militaire kamer ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat mocht inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij De Horst te Venlo of de GGZ Eindhoven (Grote Beek). De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven harde schijven en software behorende bij de inbeslaggenomen computers dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet. De militaire kamer is van oordeel dat de overige inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, hierna in het dictum te vermelden, toebehoren aan de verdachte en aan verdachte zullen moeten worden teruggegeven. 6a. De beoordeling van de civiele vordering, evenals de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel Er is op naam van de benadeelde partij L. [slachtoffer1]f opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade. De militaire kamer zal de benadeelde partij L. [slachtoffer1]f niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, omdat niet gebleken is dat de raadsman mr. A.G.W. Leysen, advocaat te Nijmegen, die ter terechtzitting het voegingformulier heeft ingediend, door de ouders van de minderjarige benadeelde partij L. [slachtoffer1]f was gemachtigd namens hen als wettelijk vertegenwoordigers de vordering in te dienen. 7. De toegepaste wettelijke bepalingen De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 239, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht. 8. De beslissing De militaire kamer, rechtdoende: Spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/970006-06 onder 5 aanhef en onder A, B en C tenlastegelegde. Verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/970006-06 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 05/800062-07 tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan. Verklaart niet bewezen wat verdachte onder parketnummer 05/970006-06 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 05/800062-07 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden. Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De militaire kamer stelt een proeftijd vast van 2 (twee) jaren. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dan wel niet is nagekomen de volgende bijzondere voorwaarde: - Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook als dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij De Horst te Venlo of de GGZ Eindhoven (Grote Beek) of een andere, vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht. Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen. Beveelt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht. De beslissing op de vordering van de benadeelde partij L. [slachtoffer1]f, wonende te [adres]. Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering. Aldus gewezen door: mr. E.A.A.M. Pfeil, vicepresident als voorzitter, mr. A.G. Broek-de Stigter, rechter, kapitein ter zee mr. W.E. Louwerse, militair lid, in tegenwoordigheid van J.L. de Vos, griffier. en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 maart 2007.