Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA1628

Datum uitspraak2007-03-28
Datum gepubliceerd2007-03-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460671-06 en 06/800328-05 (tul)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Promisuitspraak: De rechtbank heeft een tussenvonnis uitgesproken omdat zij door een deskundige nader voorgelicht wil worden over de geestelijke vermogens van het slachtoffer en over de gestelde daaruit voor die persoon voortvloeiende beperkingen om ten aanzien van de gepleegde seksuele handelingen haar wil te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Voorts dient de deskundige aan te geven of dit voor een buitenstaander waarneembaar is. De behandeling van de zaak wordt daartoe voor maximaal 3 maanden aangehouden.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummers: 06/460671-06 06/800328-05 (tul) Uitspraak d.d.: 28 maart 2007 Tegenspraak/ dip TUSSENVONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1956, wonende te [plaats], thans verblijvende in PI Overijssel, huis van bewaring Karelskamp, te Almelo. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 maart 2007. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 december 2006 tot en met 10 december 2006 in de gemeente Zutphen, op verschillende tijdstippen, in elk geval éénmaal, (telkens) met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 1988), van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, (telkens) één of meer handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of (telkens) mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte toen en daar - meermalen, althans éénmaal, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] vaginaal gepenetreerd en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd, althans zich door die [slachtoffer] doen/laten pijpen en/of - meermalen, althans éénmaal, een zweep(je) in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] met een zweep(je) anaal gepenetreerd en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] getongzoend en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gedrukt van zijn, althans die [slachtoffer] gevingerd en/of - meermalen, althans éénmaal, op die [slachtoffer] (zogenaamde) bondage-en/of SM-technieken toegepast (waarbij gebruik werd gemaakt van (een) handboei(en) en/of (een) riem(en) en/of (zogenaamde) love-balls en/of (een) (honde)halsband(en) en/of (een) zweep(en) en/of een vibrator) (in een meester/slaaf verhouding en/of waarbij door die [slachtoffer] een SM-contract was ondertekend); art 243 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 december 2006 tot en met 10 december 2006 in de gemeente Zutphen, op verschillende tijdstippen, in elk geval éénmaal, (telkens) met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 1988), van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, (telkens) één of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat verdachte - meermalen, althans éénmaal, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] vaginaal heeft gepenetreerd en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of geduwd, althans zich door die [slachtoffer] heeft doen/laten pijpen en/of - meermalen, althans éénmaal, een zweep(je) in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] met een zweep(je) anaal heeft gepenetreerd en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn tong in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of geduwd en/of gedrukt, althans die [slachtoffer] heeft getongzoend en/of - meermalen, althans éénmaal, zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of geduwd en/of gedrukt van zijn, althans die [slachtoffer] heeft gevingerd en/of - meermalen, althans éénmaal, op die [slachtoffer] (zogenaamde) bondage- en/of SM-technieken heeft toegepast (waarbij gebruik werd gemaakt van (een) handboei(en) en/of (een) riem(en) en/of (zogenaamde) love-balls en/of (een) (honde)halsband(en) en/of (een) zweep(en) en/of een vibrator) (in een meester/slaaf verhouding en/of waarbij door die [slachtoffer] een SM-contract was ondertekend); art 247 Wetboek van Strafrecht Bewijsmotivering en bewezenverklaring 1. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. 2. De verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de in de tenlastelegging genoemde handelingen, die staan gespecificeerd onder 6 gedachtestreepjes, met aangeefster heeft gepleegd. Verdachte ontkent dat hij wist dat [slachtoffer] leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. 3. De officier van justitie heeft aangevoerd dat vast staat dat het slachtoffer [slachtoffer] op een veel lager niveau functioneert dan een 18 jarige en dat zij lijdt aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil omtrent de verrichte seksuele handelingen te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. De officier van justitie heeft daartoe verwezen naar de in het dossier aanwezige foto’s van [slachtoffer], de verklaring van de moeder van [slachtoffer], de verklaring van [naam] en het rapport van psycholoog onderzoek van Stichting Communjon d.d. 7 december 2006. 4. De raadsman heeft aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat [slachtoffer] leed aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens. Mocht die zich wel hebben voorgedaan, dan is daarmee geenszins komen vast te staan dat zij als gevolg daarvan niet of onvolkomen in staat zou zijn haar wil omtrent de seksuele handelingen te bepalen of kenbaar te maken dan wel daaraan weerstand te bieden. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de wetenschap van de zijde van de verdachte ook een rol speelt. Uit hetgeen verdachte heeft verklaard omtrent de geestelijke toestand blijkt niet dat hij daarbij het oog heeft gehad op het onvermogen van [slachtoffer] om op seksueel gebied haar wil te bepalen. De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. 5. Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank acht het noodzakelijk, alvorens in deze zaak te beslissen, dat zij schriftelijk door een ter zake deskundige nader wordt voorgelicht over de geestelijke vermogens van [slachtoffer] en over de gestelde daaruit voor die [slachtoffer] voortvloeiende beperkingen om ten aanzien van de gepleegde seksuele handelingen haar wil te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Voorts dient de deskundige aan te geven of dit voor een buitenstaander waarneembaar is, dit gezien verdachtes verklaring dat hij toen hij [slachtoffer] voor het eerst lijfelijk ontmoette aanvankelijk bedenkingen had, maar dat hij na een langdurig gesprek tot de overtuiging kwam dat [slachtoffer] in voldoende mate in staat was haar wil te bepalen. De rechtbank denkt bij de te benoemen deskundige aan een psycholoog of een orthopedagoog, maar laat het aan de rechter-commissaris over, in overleg met een te benoemen deskundige, die keuze te bepalen. De rechtbank zal derhalve het onderzoek in deze zaak heropenen, het vervolgens schorsen voor onbepaalde tijd, doch maximaal voor 3 maanden, en de stukken in handen stellen van de rechtercommissaris, belast met de behandeling voor strafzaken in deze rechtbank, ter fine als voormeld. Beslissing De rechtbank schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, doch maximaal voor 3 maanden, en stelt de stukken in handen van de rechtercommissaris, belast met de behandeling van strafzaken, voor het laten opmaken van een deskundigenrapport ter fine als voormeld. De rechtbank beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving van die datum en dat tijdstip aan de raadsman. In de tijd die met het doen van het onderzoek en het opmaken van het deskundigenrapport is gemoeid en in het volle zittingsrooster van de rechtbank om de zaak inhoudelijk te kunnen behandelen, ziet de rechtbank klemmende redenen als bedoeld in artikel 282 van het Wetboek van Strafvordering, om het onderzoek langer te schorsen dan een maand. Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Hemrica en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 maart 2007. Mr. Follender Grossfeld is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.