Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA2748

Datum uitspraak2007-03-14
Datum gepubliceerd2007-04-12
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers05/00055
Statusgepubliceerd


Indicatie

Het hof heeft in deze zaak op 24 januari 2007, met nummer 05/00055, een uitspraak gedaan. Het hof heeft nadien ambtshalve bevonden dat deze uitspraak een misslag bevat, doordat per ongeluk de onderdelen 5 en 6 zijn gekopieerd uit de op diezelfde dag gedane uitspraak met nummer 05/00054 betreffende A B.V. Voorts zijn in overweging 4.6 per ongeluk de woorden "voor het overige" opgenomen.


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 05/00055 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH U I T S P R A A K Uitspraak gedaan ter verbetering van de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, derde meervoudige Belastingkamer, op het beroep van X B.V. te Y tegen de uitspraken van de Voorzitter van het managementteam van het onderdeel belastingdienst Z van de Rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op de bezwaarschriften betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 1995 tot en met 2000 en de bij die aanslagen afgegeven beschikkingen tot vaststelling van de in die jaren geleden verliezen. 1. De uitspraak in dit geding Het hof heeft in deze zaak op 24 januari 2007, met nummer 05/00055, een uitspraak gedaan. Het hof heeft nadien ambtshalve bevonden dat deze uitspraak een misslag bevat, doordat per ongeluk de onderdelen 5 en 6 zijn gekopieerd uit de op diezelfde dag gedane uitspraak met nummer 05/00054 betreffende A B.V. Voorts zijn in overweging 4.6 per ongeluk de woorden "voor het overige" opgenomen. Herstel van deze misslagen brengt mee dat de tekst van de uitspraak vanaf onderdeel 4.6 als volgt moet luiden: "4.6 Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat het beroep ongegrond is. 5. Proceskosten Nu het beroep ongegrond is, acht het hof geen termen aanwezig de Inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep bij het hof redelijkerwijs heeft moeten maken. 6. Beslissing Het hof verklaart het beroep ongegrond." Bij brief van 5 februari 2007 heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich over deze verbetering uit te laten. Partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Belanghebbende heeft in dat kader betwist dat het partijen bij kennisneming van de uitspraak aanstonds duidelijk is geweest dat daarin een fout was geslopen doordat het beroep ten onrechte niet ongegrond was verklaard. Het hof is echter van oordeel dat het partijen na kennisneming van de overwegingen die voorafgaan aan de te verbeteren passages aanstonds duidelijk moet zijn geweest dat deze passages op een misslag berusten en dat in plaats daarvan het beroep ongegrond had moeten worden verklaard. Gelet op het vorenstaande zal het hof, met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en in navolging van het arrest van de Hoge Raad van 4 maart 2005, nr. 39 561, LJN: AS8612, de hiervoor bedoelde verbetering doorvoeren. 2. Beslissing Het hof verbetert de fout in de op 24 januari 2007 in deze zaak gedane uitspraak op de hiervoor weergegeven wijze en stelt de verbetering op de minuut van die uitspraak. Aldus gedaan op 14 maart 2007 door A.J. van Soest, voorzitter, R.J. Koopman en N. van Beelen, in tegenwoordigheid van J.W.J. van der Heijden, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken. Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 14 maart 2007 Het aanwenden van een rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd. 2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het beroepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.