Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA4559

Datum uitspraak2007-05-01
Datum gepubliceerd2007-05-07
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830240-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Uit het reclasseringsrapport en het proces-verbaal van de politie leidt de rechtbank af dat verdachte een zwakbegaafd persoon is die de gevolgen van zijn handelen niet volledig kan overzien. Deze omstandigheden beinvloeden de mate van ontucht.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1984, wonende [adres verdachte]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 17 april 2007. De verdachte is niet verschenen. Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. H.J. Pellinkhof. Deze is door de verdachte uitdrukkelijk gemachtigd om namens hem de verdediging te voeren. De officier van justitie mr. A.M. de Vries acht hetgeen primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: * 12 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, proeftijd 3 jaren met bijzondere voorwaarden; * 240 uren werkstraf, subsidiair 120 dagen hechtenis. TENLASTELEGGING De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 9 juni 2006 tot en met 13 juni 2006 in de gemeente Emmen, met [naam slachtoffer] (geboren [geboortedatum slachtoffer] 1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte - die [naam slachtoffer] meermalen gezoend en/of (daarbij) meermalen zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] gebracht en/of gehouden, - met zijn handen haar (ontblote) buik aangeraakt en/of gestreeld, - met zijn handen haar (ontblote) borsten aangeraakt en/of gestreeld, - met zijn handen haar (ontblote) vagina aangeraakt en/of gestreeld, - die [naam slachtoffer] zijn (ontblote) penis laten vastpakken en/of die penis laten strelen, - zijn penis tegen haar vagina gedrukt en/of gehouden, - meermalen zijn penis in haar vagina gebracht en/of gehouden en/of (daarbij) met zijn penis op- en neergaande bewegingen gemaakt; althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 9 juni 2006 tot en met 13 juni 2006 in de gemeente Emmen met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig - zoenen van die [naam slachtoffer] en/of (waarbij) hij meermalen zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden, - met zijn handen aanraken en/of strelen van haar (ontblote) buik, - met zijn handen aanraken en/of strelen van haar (ontblote) borsten, - met zijn handen aanraken en/of strelen van haar (ontblote) vagina, - vast laten pakken van zijn penis door die [naam slachtoffer] en/of het laten strelen van die penis door die [naam slachtoffer], - zijn penis tegen haar vagina drukken en/of houden; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. BEWIJSMIDDELEN Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op meerdere tijdstippen in de periode 9 juni 2006 tot en met 13 juni 2006 in de gemeente Emmen, met [naam slachtoffer] (geboren [geboortedatum slachtoffer] 1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte - die [naam slachtoffer] meermalen gezoend en daarbij meermalen zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] gebracht, - met zijn handen haar ontblote buik aangeraakt en/of gestreeld, - met zijn handen haar ontblote borsten aangeraakt en/of gestreeld, - met zijn handen haar ontblote vagina aangeraakt en/of gestreeld, - zijn penis in haar vagina gebracht en daarbij met zijn penis op- en neergaande bewegingen gemaakt; De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De verdachte zal van het primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIE Het primair bewezen verklaarde levert op: met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. STRAFBAARHEID De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking: - de aard en de ernst van het gepleegde feit; - de omstandigheden waaronder dit feit is begaan; - hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; - de eis van de officier van justitie; - het pleidooi van de raadsman/raadsvrouw van de verdachte; - de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 05 oktober 2006, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld, doch niet eerder voor zedenmisdrijven; In de persoon van verdachte ziet de rechtbank aanleiding om een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Uit het reclasseringsrapport en het proces-verbaal van de politie leidt de rechtbank af dat verdachte een zwakbegaafd persoon is die de gevolgen van zijn handelen niet volledig kan overzien. De rechtbank acht aannemelijk dat verdachte op een lager niveau functioneert dan zijn kalenderleeftijd. Dat laatste blijkt uit het feit dat verdachte niet geheimzinnig deed over zijn omgang met [naam slachtoffer] en dat hij de indruk had dat zij 16 jaar of ouder was. Deze omstandigheden beïnvloeden de mate van ontucht en gelet op de geestelijke ontwikkeling van verdachte moet het leeftijdsverschil tussen verdachte en [naam slachtoffer] als geringer worden gezien. Dit wil overigens niet zeggen dat de rechtbank om die reden het feit minder ernstig acht. De reclassering heeft in haar rapport aangegeven dat verdachte mogelijk zal recidiveren gelet op zijn geestesgesteldheid. Als het tot tenuitvoerlegging van de gevorderde voorwaardelijke gevangenisstraf zou komen dan is de eis van de officier van justitie vrij fors te noemen. Om reden dat verdachte zijn handelen minder goed heeft kunnen inschatten is de rechtbank van oordeel dat dat in de op te leggen straf tot uiting moet komen. De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een voorwaardelijke gevangenisstraf geboden is met daaraan gekoppeld toezicht van de reclassering, alsmede een werkstraf van na te melden aantal uren. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 27 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING VAN DE RECHTBANK De rechtbank verklaart bewezen dat het primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot - gevangenisstraf voor de duur van DRIE MAANDEN geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Assen, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt, hetgeen mede kan inhouden dat verdachte zal gaan wonen in een beschermde woonomgeving, met opdracht aan de reclasseringsinstelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht. - een taakstraf bestaande uit 150 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast; De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag voor de in verzekering doorgebrachte dagen. Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter en mr. L.J. Hofstra en mr. H.K. Elzinga, rechters in tegenwoordigheid van D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 01 mei 2007, zijnde mr. Elzinga buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.