Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA5879

Datum uitspraak2007-05-24
Datum gepubliceerd2007-05-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 07/1560 BESLU, AWB 07/1561 BESLU en AWB 07/1562 BESLU
Statusgepubliceerd


Indicatie

De voorzieningenrechter ziet onvoldoende ruimte om in het kader van deze procedure de sloop van het Van Houten-pand aan de Rozenstraat 72, een rijksmonument, toe te staan. De sloop van de aan beide zijden van het pand gelegen overige panden aan de Rozenstraat en van de bebouwing op het binnenterrein acht de rechter niet wenselijk, nu dit ertoe zou kunnen leiden dat een situatie wordt gecreëerd, waarin de sloop van het pand aan de Rozenstraat 72 nagenoeg onontkoombaar is geworden.


Uitspraak

Rechtbank Amsterdam Sector Bestuursrecht Algemeen voorlopige voorzieningen UITSPRAAK in het geding met reg.nrs. AWB 07/1560 BESLU, AWB 07/1561 BESLU en AWB 07/1562 BESLU tussen: woningstichting Eigen Haard (hierna: Eigen Haard), gevestigd te Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. D. Valério Mesquita en K. Fongers, en de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door A.G.J. Baas en L. de Vries, verzoekers, en: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.F.P van Mierlo en M. Sloof. Tevens hebben als partij aan het geding deelgenomen: de vereniging Jordanese Buurtgroep Schievink (hierna: JBS), gevestigd te Amsterdam, vertegenwoordigd door M.J. Rijpkema, de vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB), gevestigd te Amsterdam, vertegenwoordigd door W. Schoonenberg en S. Levelt. 1. PROCESVERLOOP De panden Rozengracht 71 en 73 en Rozenstraat 72 zijn rijksmonumenten, de panden Rozengracht 69 en 75 en Rozenstraat 68, 70, 74 en 76 genieten voorbescherming op grond van artikel 5 van de Monumentenwet 1988 (hierna: de Monumentenwet), zodat voor het slopen of wijzigen van al deze panden een monumentenvergunning vereist is. Voor de verandering van de panden aan de Rozengracht is door verweerder vergunning verleend aan Eigen Haard. Voor de sloop van de panden aan de Rozenstraat, inclusief de bebouwing op het binnenterrein, alsmede voor de (gedeeltelijke) sloop van de bebouwing op het binnenterrein van de panden aan de Rozengracht, is vergunning verleend aan de gemeente. Tegen al deze monumentenvergunningen is beroep ingesteld door de JBS. Tegen het verlenen van de vergunning tot sloop van het pand Rozenstraat 72 is door de VVAB beroep ingesteld. Hierdoor is de werking van de monumentenvergunningen op grond van artikel 16, zesde lid, van de Monumentenwet opgeschort totdat de rechter in (hoger) beroep uitspraak zal hebben gedaan over de rechtmatigheid van die vergunningen. Verzoekers hebben zich tot de voorzieningenrechter (hierna ook: de rechter) gewend met het verzoek tot opheffing van deze opschortende werking. Het onderzoek is gesloten ter zitting van 15 mei 2007. 2. OVERWEGINGEN Ter zitting is duidelijk geworden dat het geschil zich toespitst op de voorgenomen sloop van het pand Rozengracht 72 (hierna: het pand). Niet in geschil is dat dit een zogenaamd Van Houten-pand betreft. Het pand maakt derhalve onderdeel uit van een verzameling van ongeveer tweehonderd panden in de Amsterdamse binnenstad, die in de jaren dertig van de vorige eeuw naar een idee van E. van Houten zijn gebouwd, met gebruikmaking van geveldelen afkomstig van gesloopte panden uit de 17e en de 18e eeuw. Kern van het geschil is de vraag of het pand slechts vanwege de geveltop bescherming geniet, zodat voor iedere wijziging van het rijksmonument een monumentenvergunning kan worden verleend, mits het zogenoemde “vanwege”-onderdeel, de geveltop, behouden blijft. Bij de nieuwbouw aan de Rozenstraat zal de oude geveltop weer gebruikt worden, zodat deze behouden blijft. De JBS en de VVAB hebben zich op het standpunt gesteld dat het gehele pand bescherming geniet, aangezien onderdeel van de monumentwaardigheid van het pand is de cultuur- en architectuurhistorische waarde van het combineren omstreeks 1930 van historiserende architectuur uit die tijd met oude geveldelen. Naar het oordeel van de rechter is deze stelling niet op voorhand onhoudbaar. De rechter overweegt voorts dat er al langere tijd een politieke discussie gaande is, die onlangs geresulteerd heeft in een verzoek van de stadsdeelraad aan het bureau Monumenten en Archeologie (bMA) om een advies uit te brengen over de monumentale status van de Van Houten-panden en de beste manier om deze panden te beschermen. Uit een brief van de directeur van het bMA, [naam directeur], blijkt bovendien dat mogelijk geadviseerd zal worden tot een integrale aanpak van alle Van Houten-panden. De rechter ziet ruimte het verzoek toe te wijzen voor wat betreft de monumentenvergunningen verleend aan Eigen Haard voor het wijzigen van de panden aan de Rozengracht, nu dit (hoofdzakelijk) restauratiewerkzaamheden betreft en nu ter zitting is gebleken dat ook de JBS en de VVAB zich hierin kunnen vinden. De rechter ziet, ondanks het door verzoekers gestelde nadeel bij handhaving van de opschortende werking, onvoldoende ruimte om in het kader van deze procedure de sloop van de panden aan de Rozenstraat toe te staan, noch de sloop van de op het binnenterrein gelegen bebouwing. De status van het pand aan de Rozenstraat 72 is immers omstreden en onderwerp van onderzoek door het bMA. Bovendien zijn er naar het oordeel van de rechter onvoldoende aanknopingspunten om reeds nu te veronderstellen dat de verleende vergunningen in stand zullen (kunnen) blijven. De sloop van de aan beide zijden van het pand gelegen overige panden aan de Rozenstraat en van de bebouwing op het binnenterrein acht de rechter niet wenselijk, nu dit ertoe zou kunnen leiden dat een situatie wordt gecreëerd, waarin de sloop van het pand aan de Rozenstraat 72 nagenoeg onontkoombaar is geworden. Gelet op de aard van de procedure wordt er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of voor vergoeding van het griffierecht. De rechter beslist als volgt. 3. BESLISSING De rechter: - heft de opschorting van de werking van de aan woningstichting Eigen Haard verleende vergunningen voor het wijzigen van de panden Rozengracht 69, 71, 73 en 75 op; - wijst het verzoek voor het overige af. Deze uitspraak is gedaan 24 mei 2007 door mr. H.P. Kijlstra, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. Dutrieux, griffier, en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum. De griffier, De voorzieningenrechter, Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Afschrift verzonden op: DOC: B