Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA5929

Datum uitspraak2007-01-11
Datum gepubliceerd2007-06-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1683/05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Schade valt niet onder WAM-verzekering als bromfietser rijdt zonder certificaat. Ook onervaren 16-jarige heeft bepaling op achterkant verzekeringsformulier moeten lezen en kunnen begrijpen. Beroep op uitsluiting naar redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.


Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM VIJFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER ARREST in de zaak van [Verzekeringnemer], wonend te [A], APPELLANT, procureur: mr. U.J. van der Veldt, t e g e n de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ORION DIRECT NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam, GEÏNTIMEERDE, procureur: mr. S.A. van der Sluijs. 1. Het geding in hoger beroep De partijen worden hierna (ook) [verzekeringnemer] en Orion genoemd. Bij dagvaarding van 8 september 2005 is [verzekeringnemer] in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 22 juni 2005, in deze zaak onder zaak-/rolnummer 301210/H 04.3322 gewezen tussen hem als gedaagde en Orion als eiseres. [Verzekeringnemer] heeft van grieven gediend, met conclusie dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de vordering van Orion zal afwijzen, met veroordeling van Orion in de kosten van beide instanties. Daarop heeft Orion geantwoord en bewijs aangeboden, met conclusie dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en – uitvoerbaar bij voorraad – [verzekeringnemer] zal veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep. Ten slotte is arrest gevraagd op de stukken van beide instanties. 2. Grieven [Verzekeringnemer] heeft een grief voorgesteld waarvoor wordt verwezen naar de desbetreffende memorie. 3. Feiten De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 1a tot en met 1e, een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan. 4. Beoordeling 4.1 Het gaat in deze zaak om het volgende. Op [...] 2001 heeft een aanrijding plaatsgevonden op het fietspad aan de [...] te Amsterdam waarbij [verzekeringnemer], als bestuurder van een bromfiets, op genoemd fietspad, rijdend in de verboden rijrichting, op een overstekend ouder echtpaar is ingereden dat daardoor ten val kwam. Als gevolg van het ongeval is de man ter plaatse overleden en heeft de vrouw ernstig letsel opgelopen. Aan [verzekeringnemer] was ten tijde van het ongeval niet afgegeven het (krachtens artikel 135 van de Wegenverkeerswet 1994) vereiste bromfietscertificaat. De bromfiets was door [verzekeringnemer] als verzekeringnemer met ingang van 5 oktober 2001 verzekerd bij Orion ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). Op de achterzijde van het aan [verzekeringnemer] verstrekte verzekeringsbewijs is onder het kopje “Uitsluitingen” als één van de verzekeringsvoorwaarden vermeld dat schade, ontstaan als wordt gereden zonder een geldig bromfietscertificaat, niet is verzekerd. Op basis van voornoemde verzekering heeft Orion de schade van het slachtoffer dat letsel heeft opgelopen vergoed. Orion wenst de door haar uitbetaalde schadevergoeding, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de nog te betalen schade, nader op te maken bij staat, te verhalen op [verzekeringnemer]. Omdat, ook na sommatie, betaling van het gevorderde schadebedrag uitbleef heeft Orion [verzekeringnemer] in rechte betrokken. 4.2 Orion heeft in eerste aanleg haar vordering gebaseerd op het bepaalde in artikel 15 lid 2 WAM en aangevoerd dat de met [verzekeringnemer] gesloten verzekeringsovereenkomst, gelet op de uitsluiting in de van toepassing zijnde polisvoorwaarden, geen dekking biedt voor de door [verzekeringnemer] onder de hierboven omschreven omstandigheden veroorzaakte schade. 4.3 [Verzekeringnemer] heeft zich tegen de vordering verweerd en, voor zover in hoger beroep van belang, betwist dat Orion met een beroep op artikel 15 lid 2 WAM de door haar vergoede schade op hem kan verhalen. [Verzekeringnemer] heeft daartoe aangevoerd dat Orion zich als grond voor haar regresvordering niet kan beroepen op de hiervoor onder 4.1 vermelde uitsluiting in de verzekeringsvoorwaarden. 4.4 De rechtbank heeft – na comparitie - in het vonnis waarvan beroep de vordering tot verhaal toegewezen met uitzondering van de gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten en dienaangaande – zakelijk weergegeven - overwogen dat [verzekeringnemer] moet worden geacht bekend te zijn met de polisvoorwaarde in kwestie, nu op het door Orion opgestelde en door [verzekeringnemer] ingevulde formulier, op basis waarvan de overeenkomst is gesloten, staat vermeld dat de verzekering geen dekking biedt indien er wordt gereden zonder geldig bromfietscertificaat of rijbewijs. De omstandigheid dat [verzekeringnemer] ten tijde van het afsluiten van de overeenkomst 16 jaar was en stelt de consequenties van het rijden zonder bromfietscertificaat niet te hebben overzien, zijn geen omstandigheden die meebrengen dat Orion zich niet op betreffende voorwaarde zou mogen beroepen, aldus de rechtbank. 4.5 [Verzekeringnemer] heeft bij memorie één grief tegen het bestreden vonnis aangevoerd. Hij heeft daarmee het beroep van Orion op de in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen uitsluiting bestreden en aangevoerd dat Orion met [verzekeringnemer], die jong en onervaren is, een WAM-verzekering heeft afgesloten zonder voorafgaand onderzoek naar de vraag of hij in het bezit was van een bromfietscertificaat. Zo heeft Orion op het door haar opgestelde en door [verzekeringnemer] ingevulde formulier niet uitdrukkelijk gevraagd naar het bezit van een bromfietscertificaat als voorwaarde voor acceptatie als verzekerde. Ook na ontvangst van het ingevulde formulier heeft zij nagelaten zich alsnog door [verzekeringnemer] daaromtrent te laten informeren. Door aldus te handelen heeft Orion bij [verzekeringnemer] het vertrouwen gewekt dat het niet bezitten van een bromfietscertificaat geen gevolgen heeft voor de dekking ingeval van een schadeveroorzakende gebeurtenis als de onderhavige. Gelet op haar positie als WAM-verzekeraar en het karakter van de WAM-verzekering heeft Orion een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid om ervoor te waken dat zij een verzekering afsluit met personen die niet in het bezit zijn van een geldig bromfietscertificaat of dat niet kunnen aantonen. Onder deze omstandigheden komt Orion een beroep op de in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen uitsluiting niet toe, aldus [verzekeringnemer]. 4.6 Het hof begrijpt de grief aldus dat deze zowel aan de orde stelt de vraag of de omstreden uitsluiting deel uitmaakt van de bromfietsverzekering als ook de vraag of, zo deze uitsluiting is gaan gelden tussen partijen, Orion zich daarop mag beroepen. De stellingen van [verzekeringnemer] zijn ontoereikend voor de gevolgtrekking dat de onderhavige uitsluiting geen deel uitmaakt van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst. [Verzekeringnemer] heeft het door Orion opgestelde verzekeringsformulier (productie 4 bij inleidende dagvaarding) ondertekend. Op de achterkant daarvan zijn de verzekeringsvoorwaarden, waaronder de onderhavige uitsluiting, weergegeven. [verzekeringnemer] heeft aldus tijdig van die uitsluiting kennis kunnen nemen. Aangenomen moet worden dat [verzekeringnemer], zoals van hem mag worden verlangd, de desbetreffende bepaling heeft gelezen. Het hof is van oordeel dat [verzekeringnemer] die bepaling, ook als zijn jeugdige leeftijd (16 jaar) en onervarenheid voor het overige in aanmerking wordt genomen, heeft kunnen begrijpen. De bepaling is in duidelijke bewoordingen gesteld. Bovendien wist [verzekeringnemer] dat het rijden op de bromfiets zonder bromfietscertificaat verboden was, zoals hij ter comparitie in eerste aanleg heeft verklaard. Met die wetenschap kon hij zonder onredelijke inspanning uit de bepaling opmaken dat de schade, veroorzaakt rijdend zonder bromfietscertificaat, niet was verzekerd. Dat betekent dat Orion door haar handelwijze niet de schijn heeft gewekt dat zij aan [verzekeringnemer] een verzekering aanbood waarvan de omstreden uitsluiting geen deel uitmaakte. 4.7 Dat Orion bij het aangaan van de verzekering niet naar het bezit van dat certificaat heeft gevraagd, maakt dat niet anders. Niet kan worden aanvaard dat Orion door het niet stellen van gerichte vragen naar het bromfietscertificaat de schijn heeft gewekt een verzekering aan te bieden zonder de omstreden uitsluiting, hoewel het aanbod dat zij deed met zoveel woorden in andere richting wees. Hierbij past niet om aan de zijde van Orion een verderstrekkende waarschuwingsplicht te aanvaarden. Voor een onderzoek naar de vraag of [verzekeringnemer] over een bromfietscertificaat beschikte, bestond voor Orion ook verder onvoldoende aanleiding. Het bezit van een bromfietscertificaat is immers geen vereiste voor het sluiten van een WAM-verzekering. De eigenaar van een motorrijtuig is krachtens de WAM ook verplicht zich tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren als hij het motorrijtuig niet zelf bestuurt, maar het door een ander laat besturen of het slechts op de weg laat staan. Ook overigens bestaat onvoldoende grond om te oordelen dat [verzekeringnemer] gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat hij ook verzekerd zou rijden als hij niet over een bromfietscertificaat beschikte. Zo’n certificaat is bedoeld om ervoor te zorgen dat [verzekeringnemer] pas zou gaan rijden op zijn bromfiets wanneer hij over voldoende kennis beschikte. [Verzekeringnemer] had, ook zijn leeftijd in aanmerking genomen, er ernstig rekening mee te houden dat het voor de verzekeraar belangrijk was dat hij pas zou gaan rijden nadat hij die kennis had verworven. De kans op ongelukken zou dan immers kleiner zijn. 4.8 Op de voet van bovenstaande overwegingen moet bovendien worden geoordeeld dat Orion een beroep op de omstreden uitsluiting mocht doen. Het inroepen daarvan was naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Dat geldt ook als in aanmerking wordt genomen dat de consequenties van de uitsluiting voor [verzekeringnemer] zeer ingrijpend zijn. Daartegenover staat immers dat de uitsluiting goede zin heeft, omdat zij een aansporing bevat dat de verzekerde bromfiets wordt bestuurd door een persoon die over de vereiste kennis beschikt. Daarbij past niet om die bepaling terzijde te laten, nu gebleken is dat [verzekeringnemer] ervoor gekozen heeft te gaan rijden, hoewel hij niet over het vereiste bromfietscertificaat beschikte. [Verzekeringnemer] heeft hier de consequenties van zijn eigen handelen te dragen. 4.9 Uit het voorgaande volgt dat geen van de door [verzekeringnemer] aangevoerde argumenten aan een beroep van Orion op de overeengekomen uitsluiting in de weg staat. Feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel kunnen leiden, zijn gesteld noch gebleken. 5. Slotsom en kosten De conclusie is dat de grief faalt en dat het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd. [Verzekeringnemer] zal als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. 6. Beslissing Het hof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep; verwijst [verzekeringnemer] in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten op € 1970,- voor verschotten en € 1631,- voor salaris procureur. Dit arrest is gewezen door mrs. J.M.H. van Staveren, G.B.C.M. van der Reep en A. van Haeringen, en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 januari 2007.