Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA6631

Datum uitspraak2007-05-23
Datum gepubliceerd2007-06-07
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers93772 / FA RK 07-215
Statusgepubliceerd


Indicatie

Wanneer de woon- of verblijfplaats van een van de gezaghebbende ouders onbekend is (voldoende met schriftelijk bewijs onderbouwd), dient deze omstandigheid gelijkgesteld te worden met de situatie dat een van de gezaghebbende ouders weigert een verklaring van toestemming te geven als bedoeld in lid 2 van artikel 34 van de Paspoortwet.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht MB zaak- en rekestnummer: 93772 / FA RK 07-215 datum: 23 mei 2007 Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken in de zaak van: [de moeder], wonende te Den Helder, verzoekende partij, procureur: mr. M. van der Himst, tegen: [de vader], zonder bekende woon- of verblijfplaats hier ten lande of elders, gerekwestreerde, niet verschenen. Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de moeder en de vader. Het verloop van de procedure Deze rechtbank heeft bij beschikking van 24 augustus 2000 tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. Ter griffie van deze rechtbank is op 7 maart 2007 het verzoekschrift van de moeder ingekomen, waarin wordt verzocht vervangende toestemming te verlenen tot afgifte van een paspoort ten aanzien van de minderjarige [dochter], geboren op [datum] 1995 in de gemeente Den Helder, welke minderjarige woont en verblijft bij de moeder op het adres [adres]. De minderjarige is opgeroepen voor een gesprek met de rechter en is aldaar verschenen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 mei 2007, waarbij is verschenen de moeder, bijgestaan door mr. van der Himst. De behandeling van de zaak De moeder voert als grond voor het verzoek aan dat zij niet in staat is om de vader te verzoeken zijn medewerking te verlenen aan de aanvraag van een paspoort, nu hij vanaf april 2006 permanent op Aruba verblijft en zij niet bekend is met zijn huidige adres. De moeder stelt dat zij enkele malen telefonisch contact heeft gehad met de ouders van de vader, maar dat zij het adres van de vader niet weten nu dit een aantal maal gewijzigd is. Een uittreksel uit het bevolkingsregister van Aruba geeft volgens de moeder geen uitsluitsel over het adres van de vader, omdat het op Aruba gebruikelijk is om te verhuizen zonder het adres in voormeld register te wijzigen. Derhalve is geen uittreksel uit het bevolkingsregister van Aruba opgevraagd. De moeder onderbouwt haar verzoek voorts door te stellen dat het belang van de minderjarige vergt dat vervangende toestemming tot afgifte van een paspoort wordt verleend. Dit nu zij binnenkort naar de middelbare school gaat en misschien in het buitenland stage wil lopen. Daarnaast heeft de minderjarige een paspoort nodig voor een vakantiereis die gebruikelijk in de zomervakantie wordt gemaakt. Op grond van de stukken en hetgeen de moeder ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht, acht de rechtbank de door de moeder verzochte vervangende toestemming tot afgifte van een paspoort ten behoeve van de minderjarige het meest in haar belang. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Wanneer één van de gezaghebbende ouders weigert om toestemming te verlenen tot afgifte van een paspoort, kan deze toestemming blijkens artikel 34 lid 2 jo lid 5 van de Paspoortwet worden vervangen door een verklaring van de rechter, wanneer de rechter dit in het belang van de minderjarige wenselijk acht. Wanneer één van de gezaghebbende ouders geen bekende woon- of verblijfplaats heeft, kan deze ouder niet verzocht worden zijn toestemming te verlenen aan de bovenvermelde aanvraag. Volgens artikel 253r jo 253q van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek oefent de andere ouder alleen het gezag over een kind of de kinderen uit, wanneer het bestaan of de verblijfplaats van één of beide ouders onbekend is. Nu het de rechtbank bekend is dat een beroep op voormelde situatie bij de Burgerlijke Stand vrijwel niet gehonoreerd wordt, zou dit tot gevolg hebben dat geen paspoort voor een minderjarige aangevraagd zou kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat dit niet altijd in het belang van de minderjarige geacht kan worden, zodat in voorkomende gevallen de voormelde situatie gelijk gesteld dient te worden met de weigering om toestemming te verlenen als bedoeld in artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet. De stelling dat de woon- of verblijfplaats van de andere gezaghebbende ouder onbekend is, dient echter wel voldoende (met schriftelijk bewijs) onderbouwd te zijn. De rechtbank is van oordeel dat de moeder voldoende heeft aangetoond dat zij het adres van de vader niet heeft kunnen achterhalen, ten einde de vader te verzoeken om zijn toestemming te verlenen. De rechtbank acht derhalve sprake van situatie die gelijk gesteld dient te worden met een weigering tot het geven van toestemming als bedoeld in lid 2 van artikel 34 van de Paspoortwet. Nu de rechtbank voorts van oordeel is dat afgifte van een paspoort ten behoeve van de betrokken minderjarige in haar belang geacht kan worden, zal het verzoek worden toegewezen. De beslissing De rechtbank: Verleent vervangende toestemming tot afgifte van een paspoort ten aanzien van de minderjarige [dochter], geboren op [datum] 1995 in de gemeente Den Helder. Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Friedberg, lid van gemelde kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 mei 2007, in tegenwoordigheid van mr. M. Broek, griffier. U kunt tegen deze beschikking in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. U kunt dit hoger beroep instellen binnen drie maanden na de dag van de uitspraak. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. In plaats van een door de aanvrager van rechtsbijstand over te leggen verklaring van de burgemeester over zijn inkomen en vermogen kan er nu worden volstaan met het opgeven van het sofinummer, op basis waarvan de Raad informatie inwint bij de belastingdienst. In civiele zaken waarin zonder advocaat wordt geprocedeerd geldt dat aan de griffie in plaats van een verklaring van de burgemeester een verklaring van de raad (opgesteld op basis van de door de belastingdienst verstrekte gegevens) wordt overgelegd. Afhankelijk van die draagkracht wordt een zogenaamde toevoeging verstrekt onder oplegging van een eigen bijdrage. Die bijdrage is afhankelijk van de hoogte van de draagkracht. Als de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan geldt de beschikking al wel, zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.