Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA8588

Datum uitspraak2007-06-07
Datum gepubliceerd2007-07-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummersmd 06-67 t/m md 06-77 en md 07-112 t/m 07-114
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Vorderingen dwangmiddel gijzeling afgewezen. Betalingsonmacht. Betalingsregeling.


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Sector kanton Locatie Bergen op Zoom CJIBnrs. 64315420 / 68397836 / 71067574 / 71130498 / 71258916 / 72135614 / 73031957 80749464 / 85267360 / 85654856 / 85699717 / 84504022 / 85266718 / 87744560 Kantonnrs. MD 0-67 tot en met MD 06-77 en MD 07-112 tot en met MD 07-114 Beslissing op de vorderingen met bovengenoemde nummers als bedoeld in artikel 28 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) aangaande [betrokkene], wonend [adres]r, nader te noemen “betrokkene”, gemachtigde mr. E.R. Moes, advocaat te Bergen op Zoom. 1. De procesgang Het verloop van de procedure blijkt uit de vorderingen van de officier van justitie met bovengenoemde nummers. De vorderingen zijn behandeld op de terechtzitting van donderdag 7 juni 2007, waar betrokkene is verschenen, vergezeld van mr. Moes. 2. De beoordeling 2.1 Vaststaat dat aan betrokkene een veertiental administratieve sancties is opgelegd terzake van in de jaren 2004 en 2005 verrichte strafbare gedragingen met een aantal verschillende vervoersmiddelen. 2.2 De officier van justitie te Leeuwarden heeft op grond van artikel 28 Wahv gevorderd hem te machtigen in genoemde 14 zaken tegen betrokkene het dwangmiddel van gijzeling toe te passen telkens voor de duur van 7 dagen, derhalve in totaal voor de duur van 98 dagen. Hij stelt daartoe -kort gezegd- dat de aan betrokkene opgelegde sancties en de daarop gevallen verhogingen geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven en dat toepassing van minder ingrijpende dwangmiddelen niet tot resultaat heeft geleid. 2.3 Van de zijde van betrokkene is verzocht de vorderingen van de officier van justitie af te wijzen en haar toe te staan de openstaande sancties middels een betalingsregeling te mogen voldoen. De gemachtigde van betrokkene heeft in dat kader een brief d.d. 6 november 2006 overgelegd, waarin het CJIB naar aanleiding van een beschikking d.d. 20 oktober 2006 van de kantonrechter te Breda aan betrokkene mededeelt akkoord te gaan met een betalingsregeling, bestaande uit 12 termijnen van € 50,00 per maand. Betrokkene heeft verzocht voor de zaken, waar het thans omgaat, die betalingsregeling te mogen voortzetten. 2.4 Gelet op de door betrokkene geschetste omstandigheden waarin zij thans leeft en het feit dat bij betrokkene geen sprake is van betalingsonwil maar betalingsonmacht, zal de kantonrechter beslissen als door betrokkene verzocht en zal hij de vorderingen van de officier van justitie afwijzen. Naar het oordeel van de kantonrechter verdient het aanbeveling dat het CJIB aan betrokkene een betalingsregeling aanbiedt die aansluit op de thans lopende, in punt 2.3 vermelde betalingsregeling. 3. De beslissing De kantonrechter, op de vorderingen als hiervoor vermeld: - wijst de vorderingen van de officier van justitie af. Deze beslissing is gegeven te Bergen op Zoom door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juni 2007 in het bijzijn van de griffier. Verzonden: