Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BA8898

Datum uitspraak2007-05-01
Datum gepubliceerd2007-07-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers343762 CV 07-207
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

kantonzaak, incassokosten. Kantonrechter is ontstemd over de handelwijze van de (incasso-)gemachtigde van eiser.


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD sector kanton – locatie Zwolle Zaaknr. : 343762 CV EXPL 07-207 Datum : 1 mei 2007 Vonnis in de zaak van: de naamloze vennootschap ALTERA VASTGOED B.V., gevestigd te Amstelveen, eisende partij, gemachtigde Vesting Finance Incasso B.V. te Hilversum, tegen [GEDAAGDE PARTIJ], wonende [woonplaats], gedaagde partij, in persoon verschenen. De procedure De kantonrechter heeft kennisgenomen van: - de dagvaarding - het antwoord van de gedaagde partij - de nadere toelichting van partijen. Het geschil Eiseres vordert, na vermindering van eis, van gedaagde betaling van € 17,00 rente en € 150,00 incassokosten en de veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Gedaagde bestrijdt deze vordering. De beoordeling 1. Vaststaat dat gedaagde, nadat hij door de incassogemachtigde van eiseres tot betaling van huur-achterstand was aangemaand, die achterstand heeft aangezuiverd. Het betrof een hoofdsom van € 1.133,62 exclusief de rente. Mede gelet op de onweersproken gebleven toelichting die eiseres met betrekking tot het incas-sotraject heeft gegeven is voldoende aannemelijk geworden, dat eiseres recht heeft op vergoe-ding van de incassokosten. De vraag is echter welk bedrag en de discussie daarover heeft tot de onderhavige procedure geleid. 2. De kantonrechter stelt met gedaagde vast dat eiseres naarmate de tijd verstreek en gedaagde zijn bezwaren tegen (het bedrag van) de incassokosten handhaafde, afnemende bedragen in rekening heeft gebracht. Door middel van de brief van Vesting Finance Incasso B.V. aan gedaagde van 1 augustus 2006 is een bedrag van € 357,00 wegens incassokosten en een bedrag van € 29,75 wegens ‘informatie- en/of registratiekosten’ in rekening gebracht. Die bedragen zijn in de daar-opvolgende brieven gehandhaafd. In de brief van 13 oktober 2006 heeft de incassogemachtigde de incassokosten echter verlaagd naar 15% van de hoofdsom vermeerderd met btw, zijnde € 205,39 maar de post informatie- en/of registratiekosten gehandhaafd. In de dagvaarding is het eerstgenoemde bedrag gehandhaafd maar de post informatie- en/of registratiekosten opeens vervallen. Bij repliek tenslotte is de vordering verminderd naar € 150,00 ‘conform de algemeen gehanteerde en geaccepteerde staffel Rapport Voorwerk II” aldus de toelichting van eiseres. 3. Het is terecht en begrijpelijk dat gedaagde het niet meer kon volgen. De kantonrechter trouwens ook niet. Een toelichting waarom de vordering is afgenomen, ontbreekt. In de brief van Vesting Finance Incasso B.V. aan gedaagde van 13 oktober 2006 valt op dit punt slechts te lezen dat de incassokosten zijn aangepast met ‘excuses voor het ongemak’. Eiseres heeft zich in verband met de incassokosten beroepen op artikel 18 van de algemene bepalingen huurovereenkomst woon-ruimte, maar wat in dat artikel precies staat is onduidelijk omdat de tekst van bedoelde algeme-ne bepalingen niet is overgelegd. Terzijde: eiseres stelt in haar dagvaarding wel dat zij een aan-tal producties overlegt, maar die producties bevinden zich niet bij het exemplaar van de dag-vaarding dat de kantonrechter in het dossier heeft aangetroffen. 4. De kantonrechter keurt de gang van zaken sterk af. Het lijkt er veel op dat eiseres, althans haar incassogemachtigde, de incassokosten over de rug van gedaagde en ten gerieve van haar eigen portemonnee heeft opgeschroefd, wat dankzij het aanhoudende protest van gedaagde niet is gelukt. De incassokosten zijn uiteindelijk tot het niveau van het rapport Voor-werk II verlaagd over welk rapport eiseres zelf nota bene weet te melden dat het algemeen gehanteerd wordt en geaccepteerd is (dus waarom dan niet van meet af aan toegepast?), terwijl eiseres de onver-klaard gebleven post informatie- en/of registratiekosten maar heeft gelaten voor wat het is. Het is niet te hopen dat deze methodiek vaker --en dan wel met ‘succes’-- wordt toegepast. 5. De kantonrechter zal de post incassokosten ad € 150,00 toewijzen. Aangezien eiseres geen om-zetbelasting over dit bedrag heeft gevorderd, zal met de toewijzing van voornoemd bedrag wor-den volstaan. De post rente ad € 17,00 is als onweersproken gebleven eveneens toewijsbaar. De vanaf de dag van de dagvaarding gevorderde rente zal worden afgewezen. De betalingen door gedaagde zijn op de huurachterstand afgeboekt en er bestaat geen goede grond rente over de incassokosten of over de al vervallen rente toe te wijzen. Aangezien gedaagde volkomen gerechtvaardigd het geschil op een procedure heeft laten aan-komen en grotendeels gelijk heeft gekregen, zal de kantonrechter de proceskosten compenseren op de hierna bepaalde manier. De beslissing De kantonrechter: - veroordeelt gedaagde tegen bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 167,00; - compenseert de proceskosten aldus dat partijen hun eigen kosten dragen; - verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad; - wijst het meer of anders gevorderde af. Aldus gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terecht-zitting van 1 mei 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.