Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB1503

Datum uitspraak2007-08-06
Datum gepubliceerd2007-08-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers24-002298-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer anderhalf jaar schuldig gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven. Hij heeft gedurende die periode samen met anderen op grote schaal heroïne en cocaïne verhandeld en aanwezig gehad. Daarbij lieten verdachte en zijn mededaders de kopers van de verdovende middelen meerdere malen betalen met goederen die door diefstal waren verkregen. Verdachte vormde met zijn mededaders een georganiseerd verband waarin men zich schuldig maakte aan de handel in verdovende middelen en heling. [...] Daarnaast heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van een winkelier. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een busje traangas. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar.


Uitspraak

Parketnummer: 24-002298-06 Parketnummer eerste aanleg: 07-630106-06 Arrest van 6 augustus 2007 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 28 september 2006 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], thans verblijvende in PI Achterhoek - HvB Ooyerhoekseweg te Zutphen, verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.S.P.M. de Kock, advocaat te Zwolle. Het vonnis waarvan beroep De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en in voorlopige hechtenis. Ter zake van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen zoals vermeld op de door haar overgelegde beslaglijst heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de teruggave daarvan aan de rechthebbenden zal gelasten. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan dit arrest is gehecht een fotokopie van de inleidende dagvaarding. De inhoud van de tenlastelegging wordt geacht hier te zijn overgenomen. Bewijsoverweging Het hof overweegt met betrekking tot het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde heling het volgende. Verdachte heeft verklaard dat hij er bij het voorhanden krijgen van de goederen niet van op de hoogte was dat de personen die de goederen leverden die goederen door middel van diefstal hadden verkregen. Uit de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2], die beiden verklaren drugsverslaafd te zijn, blijkt dat zij zeer regelmatig verdovende middelen van verdachte en zijn mededaders hebben gekocht. Zij verklaren tevens dat zij van hen ook verdovende middelen hebben ontvangen in ruil voor goederen, te weten, respectievelijk, een telefoon en fietssloten, welke goederen zij door middel van diefstal hadden verkregen. Van deze goederen bevinden zich aangiftes in het dossier. Tevens is tijdens de doorzoeking op 15 mei 2006 in de garageboxen aan de [adres 1] en [adres 2], waarover verdachte de beschikking had, een LCD scherm aangetroffen dat - zo blijkt uit de bij de stukken gevoegde aangifte en camerabeelden - diezelfde ochtend door [getuige 3] uit het magazijn van het bedrijf [bedrijf] was weggenomen. Uit de verklaring van [getuige 3] blijkt dat hij drugsverslaafd is en op 15 mei 2006 - kort nadat het LCD scherm was weggenomen - zijn dealer heeft gebeld en heeft afgesproken bij de voornoemde garageboxen. Voorts blijkt uit de bij de stukken gevoegde tapverslagen dat [getuige 3] voor 15 mei 2006 meermalen telefonisch contact heeft gehad met verdachte en zijn mededaders en daarbij onder andere meldt dat hij "een ding komt brengen voor [verdachte]", en vraagt of [verdachte] "ook gewone dingetjes kan gebruiken", waarna [verdachte] aangeeft dat hij "alles" kan gebruiken. Het hof is van oordeel dat verdachte door te handelen als hiervoor omschreven, te weten het aannemen van goederen van drugsverslaafden in ruil voor verdovende middelen, zonder nader onderzoek te doen naar de herkomst van die goederen, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de door hem verkregen goederen door een misdrijf waren verkregen en aldus met voorwaardelijke opzet heeft gehandeld ten aanzien van de hierna bewezen verklaarde onderdelen van de tenlastelegging. Het hof is voorts van oordeel dat uit de voornoemde verklaringen tevens blijkt dat verdachte en zijn mededaders er een gewoonte van hebben gemaakt om gestolen goederen aan te nemen in ruil voor drugs. Bewezenverklaring Het hof acht het aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat: 1. hij op 15 mei 2006, in de gemeenten Deventer en Zutphen, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 126,5 gram van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en ongeveer 32 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1; 2. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 januari 2005 tot en met 14 mei 2006, in de gemeenten Deventer en Zutphen en te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk heeft vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en [betrokkene 5] en [betrokkene 6] en [betrokkene 7] en [betrokkene 8] en [betrokkene 9] en [betrokkene 10] en [betrokkene 11] en [betrokkene 12] en [betrokkene 13] en [betrokkene 14] en [betrokkene 15] en [betrokkene 16] en [betrokkene 17] en [betrokkene 18] en [betrokkene 19] en [getuige 2] en [betrokkene 20] en [betrokkene 21] en [betrokkene 22] en [betrokkene 23] en [betrokkene 24] en [betrokkene 25] en [betrokkene 26] en [getuige 1], dealers- en/ of gebruikershoeveelheden van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en dealers- en/ of gebruikershoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1; 3. hij in de periode van 1 januari 2005 tot en met 15 mei 2006, in de gemeenten Deventer en/of Zutphen en/of Groningen en/of elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie die werd gevormd door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7]en [medeverdachte 8], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk - het voorhanden hebben en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van meerdere middelen als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet, en - het verwerven en/of voorhanden hebben van meerdere goederen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van de goederen wist dat het door misdrijven verkregen goederen betrof, als bedoeld in artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht; 4. Hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 januari 2005 tot en met 15 mei 2006, in de gemeente Deventer, tezamen en in vereniging met een ander, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte en/of zijn mededader een mobiele telefoon (merk Samsung, type SGH-E800) en fietssloten en een LCD televisie (merk Philips, kleur grijs) verworven en voorhanden gehad, terwijl hij en/of zijn mededader ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon, fietssloten en televisie telkens wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 5. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 3 april 2006 tot en met 15 mei 2006, in de gemeente Deventer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 15.000 euro, toebehorende aan [slachtoffer], immers hebben verdachte en/of zijn mededaders - die [slachtoffer] meermalen benaderd en daarbij om geld gevraagd en daarbij tegen die [slachtoffer] gezegd: "je moet me betalen en ik neuk je" en "dit is je maandelijkse termijn" en - opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] gezegd: "ik pak jou op een andere manier, het is nog niet afgelopen," terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 6. hij op 15 mei 2006 in de gemeente Deventer een busje CS gas (Security Police, CS, Eurogas, Super paralisant) zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven: 1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod; 2. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd; 3. het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven; 4. primair medeplegen van gewoonteheling; 5. medeplegen van poging tot afpersing; 6. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid, van de Wet wapens en munitie. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder gelet op het volgende. Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer anderhalf jaar schuldig gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven. Hij heeft gedurende die periode samen met anderen op grote schaal verdovende middelen, te weten heroïne en cocaïne, verhandeld en aanwezig gehad. Daarbij lieten verdachte en zijn mededaders de kopers van de verdovende middelen meerdere malen betalen met goederen die door diefstal waren verkregen. Verdachte vormde met zijn mededaders een georganiseerd verband waarin men zich schuldig maakte aan de handel in verdovende middelen en heling. De organisatie was op professionele wijze ingericht wat onder meer inhield dat er werd gewerkt op een locatie te Deventer en te Zutphen. Voorts werd gewerkt met vaste telefoonnummers waarop gebruikers hun bestelling kenbaar konden maken. Vervolgens werd uit één van de vele afleverplaatsen een locatie gekozen. Vanuit de organisatie werd er in ploegendienst gewerkt, zodanig dat gebruikers 24 uur per dag geleverd konden krijgen. Verdachte had een leidende rol in de organisatie en heeft met zijn handelwijze in aanzienlijke mate bijgedragen aan de verspreiding van voor de volksgezondheid schadelijke stoffen en het in stand houden van de markt voor gestolen goederen. Daarnaast heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van een winkelier. Verdachte heeft getracht om door middel van bedreiging een bedrag van € 15.000 te verkrijgen van [slachtoffer]. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een busje traangas. Uit het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 29 maart 2007 blijkt dat verdachte eerder tot werkstraffen is veroordeeld ter zake van overtreding van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. Bovendien is verdachte tot langdurige gevangenisstraf veroordeeld geweest voor enkele agressieve delicten. Het hof heeft tevens acht geslagen op de inhoud van het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport van het Leger de Heils d.d. 9 maart 2007. Hieruit komt naar voren dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde delicten in zijn persoonlijke levenssfeer met de nodige problemen te maken had en ook wel geprobeerd heeft deze op te lossen door in behandeling te gaan. Deze heeft hij afgebroken. Intussen heeft verdachte blijkens de aan het hof ter zitting getoonde stukken in het huis van bewaring opnieuw inspanningen verricht om zijn leven in de toekomst anders in te richten door een re-integratieprogramma te volgen. Het hof heeft bij de op te leggen straf tevens rekening gehouden met de aan de mededaders opgelegde straffen. Het hof komt tot een beperktere bewezenverklaring van de gewoonteheling dan de rechtbank en de advocaat-generaal. Het hof komt om die reden tot een gevangenisstraf van beperktere duur dan door de rechtbank opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd. Bovendien houdt het hof rekening met de deelname van verdachte aan voornoemd programma omdat hieruit het voornemen van verdachte valt af te leiden dat hij een andere wending aan zijn leven wil gaan geven. Het hof is alles overwegende van oordeel dat op grond van voornoemde omstandigheden een gevangenisstraf van hierna te noemen duur op zijn plaats is. Beslag De advocaat-generaal heeft een lijst van onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen overgelegd. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard afstand te doen van goederen waarvan kan worden vastgesteld dat zij van misdrijf afkomstig zijn. Bij de stukken bevinden zich aangiftes, waaruit blijkt dat de op voormelde beslaglijst genoemde goederen van diefstal afkomstig zijn. Door verdachte is niets verklaard waaruit blijkt dat hij een sterker recht op de goederen heeft dan de betreffende aangevers. Tevens blijkt dit ook niet uit de stukken en uit hetgeen ter terechtzitting aan de orde is geweest. Het hof zal gelet op het voorgaande gelasten dat deze goederen worden teruggegeven aan de rechthebbenden. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47, 57, 63, 140 (oud), 317, 416 en 417 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 (oud) en 10 (oud) van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier jaren; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht; gelast de teruggave aan de rechthebbenden van: - 1 laptop Toshiba SP4600, serienummer 21599328G SS460-0 in tas; - lx Nokia 3410 lichtgrijs imeinr.: 354326006299755; - Autoradio/CD/MP3 Supertech type CD-1042 zwart van kleur serienr 030612387; - 1 x Samsung SGH-E800 zilverkl. Uitschuifbaar. Imeinr.: 3541590071638682; - 1 autoradio/CD Marquant type MCR-632 zilvergrijs van kleur serienr. 103101062; - 1 herenfiets Sparta type Bad Bullet, zwart 4 versnellingen; - 1 vouwfiets Dahon type Vitesse, blauw; - 1 damesfiets Ego, elektrische fiets, blauw/groen; - 1 herenfiets Batavus type Best Breaks, blauw met zadeltas, Roto; - 1 Peugeot type VS/X kleur blauw voorzien van witte velgen; - 1 flatscreen TV Philips Modelnr: 32PF321/12 model: VNIA0617006025; - 1 damesfiets Batavus type Cibola, grijs, framenr: 333408 slotnr. J640597 "Riesewijk"; - 1 herenfiets, Gazelle type Sky Drive, grijs, slotnr. 5101 (laatste 4 cijfers) "Riesewijk" postc. [postcode] oversized model; -1 damesfiets Gazelle type Davos framenr. 4206003 slotnr. 6572 (laatste 4) "Riesewijk" met fietstassen, 8 versnellingen. Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. J.C. van Dijk en mr. K. Lahuis, in tegenwoordigheid van mr. S. van de Steeg als griffier.