Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3025

Datum uitspraak2007-09-05
Datum gepubliceerd2007-09-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers223601 / HA ZA 04-2031
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verklaringsprocedure. Derde-beslagene voldoet in betekenende mate niet aan bevel tot openlegging boeken.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 223601 / HA ZA 04-2031 Vonnis van 5 september 2007 in de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, procureur mr. D. Poot, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GRAFI-CALL COMPUTERS B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Leiden, gedaagde, procureur mr. A.R.M. van der Pluijm. Partijen zullen hierna wederom [eiser] en Grafi-Call genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 3 augustus 2005; - de akte van depôt d.d. 15 september 2005 aan de zijde van Grafi-Call, houdende deponering van een balans- en jaarrekening alsmede loonadministratie van Grafi-Call; - de akte van depôt d.d. 22 november 2005 aan de zijde van Grafi-Call, houdende deponering van de jaarrekening 2004 van Grafi-Call; - de akte uitlating depot boeken, bescheiden en geschriften d.d. 4 april 2004 aan de zijde van [eiser]; - de antwoordakte depot boeken, bescheiden en geschriften d.d. 2 mei 2007 aan de zijde van Grafi-Call, met één productie; - de akte uitlating productie d.d. 16 mei 2007 aan de zijde van [eiser]. 2. De verdere beoordeling 2.1. In deze zaak is aan de orde of de door Grafi-Call afgelegde - en in dit geding aangevulde - verklaring als bedoeld in 476a Rv. deugdelijk is. Voormelde verklaring is uitgebracht naar aanleiding van het op 19 februari 2004 door [eiser] ten laste van [X] (hierna: [X]) onder Grafi-Call gelegde executoriaal derdenbeslag. De verklaring heeft betrekking op de beloning van [X] als werknemer van Grafi-Call. Het debat tussen partijen betreft de vraag wat [X] in werkelijkheid bij Grafi-Call verdiende. Daarop had betrekking het bevel dat de rechtbank bij tussenvonnis van 3 augustus 2005 aan Grafi-Call heeft gegeven om op de voet van het bepaalde in artikel 162 Rv. (alle) boeken, bescheiden en geschriften uit de jaren 2001 tot en met 2004, waaronder - doch (uiteraard) niet alleen - fiscale bescheiden zoals met name aangiften loonbelasting, alsmede de loonadministratie, loonbetalingen, eventuele tantièmes, de complete jaarrekeningen enz. enz. open te leggen, door deponering ter griffie. 2.2. De rechtbank stelt vast dat met betrekking tot de loonadministratie (vrijwel) uitsluitend verzamelloonstaten over de jaren 2000 - 2004 zijn gedeponeerd. Bescheiden waaruit individuele loonbetalingen (waaronder die aan [X]) blijken, ontbreken. Daarnaast zijn de jaarrekeningen over 2001, 2002 en 2003 incompleet gedeponeerd. Met betrekking tot het jaar 2001 is slechts één pagina gedeponeerd. Met betrekking tot het jaar 2002 ontbreekt pagina 20 en met betrekking tot het jaar 2003 ontbreken de pagina's 20 en 21. Laatstgenoemde ontbrekende pagina's maken kennelijk deel uit van hoofdstuk IV waarin de betreffende posten van de jaarrekening nader worden gespecificeerd. 2.3. Bij zijn akte van 4 april 2007 heeft [eiser] (tevens) gevorderd Grafi-Call te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 20.420,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 januari 1989 tot de dag van algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de kosten van het gelegde beslag, met veroordeling van Grafi-Call in de proceskosten. 2.4. Gelet op hetgeen in 2.2. is overwogen - waaruit opnieuw naar voren komt dat de op diverse punten (grote) twijfel oproepende beweringen van Grafi-Call omtrent het loon van [X] niet te controleren zijn (vgl. rechtsoverweging 5 van het tussenvonnis) - heeft Grafi-Call in betekenende mate onvolledig uitvoering aan het bevel tot openlegging gegeven. Daaruit trekt de rechtbank met toepassing van artikel 162, lid 2, Rv. de conclusie dat het ervoor moet worden gehouden dat hetgeen Grafi-Call aan [X] - rekening houdende met de wettelijke beperkingen ter zake van derdenbeslag op loon - verschuldigd is, tenminste het bedrag beloopt waarvoor derdenbeslag gelegd is, zodat Grafi-Call tot betaling daarvan aan [eiser] zal worden veroordeeld. 2.5. Gelet op het beslagexploit (productie 1) in samenhang gelezen met het daaraan ten grondslag liggende arrest van het gerechtshof 's-Gravenhage d.d. 20 december 1994 (productie 23) stelt de rechtbank met [eiser] vast dat is beslag gelegd voor een hoofdsom van € 20.420,11 alsmede wettelijke rente daarover vanaf 2 januari 1989 tot de dag van algehele voldoening. 2.6. Grafi-Call zal als de in overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, de beslagkosten daaronder begrepen. Deze beslagkosten bestaan blijkens het beslagexploit een bedrag van € 274,06 alsmede uit de kosten van overbetekening van het beslagexploit aan de beslagene. Laatstgenoemde kosten zijn als p.m. vermeld. Aangezien geen exploit van overbetekening is overgelegd, gaat de rechtbank ervan uit de kosten van overbetekening gelijk zijn aan de kosten van dagvaarding, te weten € 83,78. 3. De beslissing De rechtbank 3.1. veroordeelt Grafi-Call tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 20.420,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 januari 1989 tot de dag van algehele voldoening; 3.2. veroordeelt Grafi-Call in de kosten van de procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 682,62 aan verschotten en op € 2.682,- aan procureurssalaris; 3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; 3.4. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Punt en in het openbaar en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken op 5 september 2007.