Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3345

Datum uitspraak2006-12-01
Datum gepubliceerd2007-09-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers08/700023-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Medeplegen van witwassen; 420bis Sr. In het bijzonder heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte ten behoeve van haar familieleden een aanzienlijk geldbedrag verborgen heeft gehouden waarvan zij wist dat dit geld uit de handel in cocaïne afkomstig was. Verdachte heeft hiermee anderen in staat gesteld dit van misdrijf afkomstig geld verborgen te houden om dit te investeren in nieuw te ondernemen strafbare activiteiten. Deze handelwijze vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO NEVENZITTINGSPLAATS HAARLEM SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE STRAFKAMER Parketnummer: 08/700023-06 Uitspraakdatum: 1 december 2006 Tegenspraak VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv) Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 en 20 november 2006 in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]. 1. Tenlastelegging Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2005 tot en met 24 januari 2006, te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en/of te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te Rotterdam en/of te Spijkenisse en/althans (elders) in Nederland en/of te Curaçao en/althans (elders) op de Nederlandse Antillen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedragen (in totaal een geldbedrag van ongeveer Euro 273.000,-), in ieder geval geld, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft/hebben verborgen of verhuld, dan wel heeft/hebben verborgen of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) was/waren en/of dat/die geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) en/althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het/die geldbedrag(en) (onmiddellijk of middellijk) afkomstig was/waren uit de invoer en/of de verkoop van cocaïne in Nederland en/of de handel in cocaïne en/althans uit enig misdrijf, en/of (telkens) (een gedeelte van) genoemd(e) geldbedrag(en), in ieder geval geld, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen of omgezet of van dat/die geldbedrag(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) en/althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het/die geldbedrag(en) (onmiddellijk of middellijk) afkomstig was/waren uit de invoer en/of de verkoop van cocaïne in Nederland en/of de handel in cocaïne en/althans uit enig misdrijf, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar (telkens) (een gedeelte van) dat/die geldbedrag(en) in haar woning (aan de Vogelenzanglaan) gebracht en/of verstopt en/of bewaard en/of (een gedeelte van) dat/die geldbedrag(en) in een tas gestopt en/of aan een of meer perso(o)n(en) overgedragen en/of (mee)gegeven; (parketnummer 700023/06) art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2005 tot en met 24 januari 2006, te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en/of te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te Rotterdam en/of teSpijkenisse en/althans (elders) in Nederland en/of te Curaçao en/althans (elders) op de Nederlandse Antillen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen (in totaal een geldbedrag van ongeveer Euro 273.000,-), in ieder geval geld, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overdragen, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) wist(en) en/althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die geldbedrag(en) afkomstig was/waren uit de invoer en/of de verkoop van cocaïne in Nederland en/of de handel in cocaïne, althans door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen); (parketnummer 700023/06) art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 2. zij in of omstreeks de periode van 1 september 2005 tot en met 30 september 2005, te Spijkenisse en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 20 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (parketnummer 700023/06; zaakdossier 05) art 2 ahf/ond C Opiumwet art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of (een of meer van) zijn/haar/hun mededader(s) en/althans een of meer perso(o)n(en), in of omstreeks de periode van 1 augustus 2005 tot en met 18 oktober 2005, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of te Amsterdam en/of te Rotterdam en/of te Spijkenisse en/althans (elders) in Nederland en/of te Curaçao en/althans (elders) op de Nederlandse Antillen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, ongeveer 85 kilogram, althans ongeveer 20 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 september 2005 tot en met 30 september 2005, te Spijkenisse en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] en/of (een of meer van) zijn/haar/hun mededader(s) en/althans die perso(o)n(en) toegang te verschaffen tot haar woning aan de Vogelenzanglaan 23 en/of genoemde personen een of meer ruimtes in die woning ter beschikking te stellen voor het bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of het opzettelijk aanwezig hebben van (ongeveer) 20 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne; (parketnummer 700023/06; zaakdossier 05) art 2 ahf/ond B Opiumwet art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 2. Voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 3. Bewijs 3.1 Vrijspraak De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van verdachte van oordeel dat niet kan worden bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd. Verdachte dient hiervan te worden vrijgesproken. 3.2 Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat: 1. zij van 1 september 2005 tot en met 18 januari 2006 te Spijkenisse tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag van ongeveer Euro 273.000 de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft verborgen of verhuld, dan wel heeft verborgen of verhuld wie de rechthebbenden op dat geldbedrag was/waren en dat geldbedrag voorhanden heeft gehad, terwijl zij en haar mededaders wisten dat het geldbedrag onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit de invoer en/of de verkoop van cocaïne in Nederland en/of de handel in cocaïne en genoemd geldbedrag heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen terwijl zij en haar mededaders wisten dat het geld bedrag onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit de invoer en/of de verkoop van cocaïne in Nederland en/of de handel in cocaïne, immers heeft verdachte en/of haar mededaders dat geldbedrag in haar woning aan de Vogelenzanglaan gebracht en verstopt en bewaard en dat geldbedrag in een tas gestopt en aan personen overgedragen en/of meegegeven. Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging. Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 4. Strafbaarheid van het feit Het bewezenverklaarde levert op: Medeplegen van witwassen. 5. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar. 6. Motivering van de sanctie 6.1 De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van hetgeen onder feit 1 is ten laste gelegd en gevorderd dat verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 41 dagen alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met daarbij een proeftijd van 2 jaren, zal worden opgelegd, met aftrek van het reeds ondergane voorarrest. 6.2 Hoofdstraf Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de Reclassering Nederland, regio Rotterdam-Dordrecht, uitgebrachte rapport van 31 mei 2006 is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte ten behoeve van haar familieleden een aanzienlijk geldbedrag verborgen heeft gehouden waarvan zij wist dat dit geld uit de handel in cocaïne afkomstig was. Verdachte heeft hiermee anderen in staat gesteld dit van misdrijf afkomstig geld verborgen te houden om dit te investeren in nieuw te ondernemen strafbare activiteiten. Deze handelwijze vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. De rechtbank is op grond van een en ander van oordeel dat volstaan kan worden met de hierna te noemen straf. 7. Toepasselijke wettelijke voorschriften De volgende wetsartikelen zijn van toepassing: Wetboek van Strafrecht: 47, 420 bis. 8. Beslissing De rechtbank: Spreekt verdachte vrij van het hem onder feit 2 tenlastegelegde. Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit 1 heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 221 dagen met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 180 dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. 9. Samenstelling van de rechtbank en de uitspraakdatum Dit vonnis is gewezen door: mr. Honig, voorzitter, mrs. Kingma en Goedhuis-Visser rechters, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Kerkhof, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 december 2006.