Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3346

Datum uitspraak2007-04-26
Datum gepubliceerd2007-09-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers262515 rekestnummer 06.335
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoeker heeft verzoekschrift ingediend waarin hij verzoekt vast te stellen dat hij sinds 24 september 1998 Nederlander is. Ter beoordeling staat of verzoeker het naturalisatiebesluit heeft verkregen met gebruikmaking van valse of fictieve persoonsgegevens en, zo dat het geval is, of bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat verzoeker desondanks wel voldoende geïdentificeerd was. De rechtbank komt tot het oordeel dat verzoeker voldoende heeft aangetoond dat hij degene is aan wie bij Koninklijk Besluit van [datum] onder de naam [naam], geboren op [geboortedatum] te Teheran (Iran), de Nederlandse nationaliteit is verstrekt.


Uitspraak

JKL rekestnummer: 06.335 zaaknummer: 262515 datum beslissing: 26 april 2007 RECHTBANK 's-GRAVENHAGE sector civiel recht - meervoudige kamer. Beslissing op het verzoekschrift van: [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, advocaat: mr. H.C. van Asperen te Rotterdam, procureur: mr. S. de Kluiver, t e g e n: DE STAAT DER NEDERLANDEN, zetelende te 's-Gravenhage, belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Klis. 1. Het procesverloop: 1.1 Verzoeker heeft op 28 maart 2006 een verzoekschrift ingediend waarin hij verzoekt vast te stellen dat hij sinds 24 september 1998 Nederlander is. 1.2 De Staat heeft op 12 mei 2006 en op 31 oktober 2006 schriftelijk geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. 1.3 De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaats gevonden op 25 januari 2007. Verzoeker is verschenen, vergezeld van mr. Van Asperen. Namens de Staat is mr. J.A.M. van der Klis verschenen. 2. Het verzoek: 2.1 Verzoeker voert aan dat hij bij Koninklijk Besluit van 24 september 1998 tot Nederlander is genaturaliseerd. Bij brief van 1 maart 2006 heeft de Minister aan hem bekend gemaakt dat dit Besluit ten aanzien van hem geen rechtsgevolg heeft gehad, aangezien het is gebaseerd op onjuiste persoonsgegevens. Volgens verzoeker valt hem daarvan evenwel geen verwijt te maken. Bovendien wordt hij door de in het Besluit opgenomen persoonsgegevens wel degelijk geïdentificeerd. De onjuiste geboortedatum is een gevolg van een onjuiste omrekening van zijn geboortedatum vanuit de Iraanse jaartelling in de Westerse jaartelling door de tolk bij de eerste aanmelding in de asielprocedure in 1993. Verder heeft hij zijn roepnaam vermeld als voornaam in plaats van zijn officiële op zijn geboorteakte vermelde voornaam. 3. Het verweer: 3.1 De Staat meent dat de in het Koninklijk Besluit opgenomen geboortedatum en voornaam verzoeker niet identificeren, zodat het naturalisatiebesluit ten aanzien van hem rechtsgevolg mist. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan aangenomen zou moeten worden dat de in het naturalisatiebesluit opgenomen personalia verzoeker wel zouden identificeren, zijn volgens de Staat niet gesteld of gebleken. 4. De feiten: 4.1 Verzoeker heeft op 24 juli 1993 aanvragen ingediend om toegelaten te worden als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf. In die aanvragen zijn de volgende persoonsgegevens vermeld: [voornaam 1] [geslachtsnaam 1], geboren op [geboortedatum] 1969 te Teheran (Iran). Uit het "rapport van gehoor asielzoeker", gedateerd 30 september 1994 blijkt dat de achternaam tijdens de intake foutief is opgenomen en moet zijn: [geslachtsnaam verzoeker]. Bij beschikking van 22 november 1994 is verzoeker in het bezit gesteld van een vergunning tot verblijf zonder beperkingen. Deze vergunning is vervolgens jaarlijks verlengd. 4.2 Op 31 juli 1998 heeft verzoeker bij de gemeente [woonplaats] een verzoek tot naturalisatie ingediend. Bij Koninklijk Besluit van 24 september 1998, nummer [nummer], is het Nederlanderschap verleend aan [voornaam 1] [geslachtsnaam verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1969 te Teheran (Iran). 4.3 In het kader van zijn voorgenomen huwelijk heeft verzoeker bij de gemeente [woonplaats] een origineel Iraans identiteits/geboortebewijs overgelegd voorzien van een beëdigde vertaling in het Nederlands. Hieruit blijkt dat zijn persoonsgegevens luiden: [voornaam 2] [geslachtsnaam verzoeker], geboren op [geboortedatum 2] 1970 te Teheran. Op het document heeft de vertaler vermeld: "In de Nederlandse documenten staat - abusievelijk - een andere datum vermeld. Deze datum is juist (vertaler)". 4.4 Bij brief van 23 februari 2005 heeft de IND verzoeker medegedeeld dat hij in de toelatings- en naturalisatieprocedure gebruik heeft gemaakt van een onjuiste voornaam en een onjuiste geboortedatum en dat hij daarom het Nederlanderschap niet heeft verkregen. 4.5 Namens verzoeker is op deze brief gereageerd. De raadsvrouwe van verzoeker deelde mede van oordeel te zijn dat geen sprake is geweest van gebruikmaking van valse persoonsgegevens en dat sprake is van bijzondere omstandigheden als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2005. Uiteindelijk heeft de IND bij brief van 1 maart 2006 de raadsvrouw van verzoeker bericht dat voormeld Koninklijk Besluit van 24 september 1998 ten aanzien van verzoeker geen rechtsgevolg heeft. 5. De beoordeling: 5.1 Verzoeker heeft primair aangevoerd dat hij gelet op de op 1 april 2003 inwerking getreden wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (verder aan te duiden met RWN), niet geacht kan worden nooit het Nederlanderschap te hebben verkregen. 5.2 De Hoge Raad heeft bij beschikking van 30 juni 2006 beslist dat onderscheid moet worden gemaakt tussen naturalisatiebesluiten die zijn genomen vóór voormelde wijziging van de RWN en naturalisatiebesluiten van ná die datum. Voor de eerste groep geldt dat een naturalisatiebesluit waarin valse of fictieve persoonsgegevens zijn opgenomen betrokkene - behoudens bijzondere omstandigheden - niet identificeert, en daarom geen rechtsgevolg heeft. Het Nederlanderschap is dan nooit verkregen. Voor de tweede groep geldt dat naturalisatiebesluiten geldig zijn en hun werking pas verliezen als zij door de Minister worden ingetrokken. Intrekking is mogelijk als een naturalisatiebesluit is verkregen met gebruikmaking van valse of fictieve persoonsgegevens. 5.3 Voormelde beschikking van de Hoge Raad heeft in de literatuur tot grote kritiek geleid. (Zie onder andere een artikel van prof. mr. G.R. de Groot in NJB nr 2 van 12 januari 2007 blz. 74 ev., alsmede de noot onder HR 30-6-2006, JV 2006,314 van prof. mr. H.U. Jessurun d' Oliveira). De rechtbank merkt op dat deze kritiek haar niet ongefundeerd voorkomt. Het praktisch effect van bedoelde beschikking is immers dat degene die is genaturaliseerd vóór 1 april 2003 thans een volledig andere behandeling en toetsing ten deel valt dan degene die na die datum het Nederlanderschap heeft verkregen. Daarbij springt met name in het oog dat de Minister op grond van het thans geldende artikel 14 RWN kan overgaan tot intrekking van het Nederlanderschap zodat er voldoende ruimte is deze verstrekkende sanctie toe te spitsen op alle omstandigheden van het geval. Nu de Hoge Raad echter in twee op 23 januari 2007 gewezen beschikkingen duidelijk heeft vastgehouden aan zijn beschikking van 30 juni 2006 zal de rechtbank de daarin neergelegde regels tot uitgangspunt dienen te nemen bij haar beoordeling. Ter beoordeling staat derhalve of verzoeker het naturalisatiebesluit heeft verkregen met gebruikmaking van valse of fictieve persoonsgegevens en, zo dat het geval is, of bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat verzoeker desondanks wel voldoende geïdentificeerd was. 5.4 Verzoeker voert aan dat hij onbewust een deel van zijn voornaam niet heeft vermeld. Zijn roepnaam is [voornaam 1], maar zijn officiële voornaam is [voornaam 2]. Er is volgens hem beslist geen sprake van opzet. De achternaam is van aanvang af door verzoeker correct opgegeven. Hij meent dat hij aan de hand van die - volgens hem weinig voorkomende - naam voldoende identificeerbaar is. Het feit dat hij met een verkeerde geboortedatum staat geregistreerd is te verklaren doordat derden zijn Perzische geboortedatum per ongeluk verkeerd hebben omgerekend naar de westerse jaartelling. Hij zelf was indertijd niet bekend met de westerse jaartelling. 5.5 De rechtbank komt tot het oordeel dat verzoeker voldoende heeft aangetoond dat hij degene is aan wie bij Koninklijk Besluit van 24 september 1998 onder de naam [voornaam 1] [geslachtsnaam verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1969 te Teheran (Iran), de Nederlandse nationaliteit is verstrekt. Aan het verschil tussen de voornamen [voornaam 1] en [voornaam 2] wordt geen beslissende werking toegekend, temeer niet nu de achternaam van verzoeker van aanvang af juist is geweest. Voorts is door de IND niet betwist dat verzoeker zijn juiste islamitische geboortedatum heeft opgegeven en dat die datum vervolgens verkeerd is omgerekend. Deze foutieve omrekening wordt bevestigd door de vertaler van het hiervoor onder 4.3 bedoelde Iraans identiteits/ geboortebewijs van verzoeker. De overige gegevens van verzoeker, zoals bijvoorbeeld de namen van zijn ouders, zijn door hem juist opgegeven. Onder die omstandigheden komt naar het oordeel van de rechtbank geen beslissende of doorslaggevende betekenis toe aan de omstandigheid dat de geboortedatum verkeerd is omgerekend. Dat is niet aan verzoeker te wijten, dus is er geen sprake van het opgeven van valse gegevens. 5.6 Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van eventuele bijzondere omstandigheden, aangezien zij van oordeel is dat verzoeker geen valse of fictieve gegevens heeft gebruikt. Eén en ander leidt tot de conclusie dat het verzoek dient te worden toegewezen. BESLISSING: De rechtbank stelt vast dat verzoeker sinds 24 september 1998 in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Deze beschikking is gegeven door mrs. Nijhuis, Dam en Van Dorp en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 april 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.