Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3370

Datum uitspraak2007-09-12
Datum gepubliceerd2007-09-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460119-07, 06/460651-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan opzettelijke brandstichting en een reeks van diefstallen. Het gaat hierbij om ernstige feiten. Volgens de multidisciplinaire rapportage bestaat er bij verdachte een ziekelijke stoornis der geestvermogens en is de kans op recidive groot. Beide deskundigen komen tot de conclusie dat verdachte ontoerekingsvatbaar is en dat een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis geïndiceerd is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van verdachte en anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging vereist van de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummers: 06/460119-07, 06/460651-06 Uitspraak d.d. 12 september 2007 tegenspraak VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1957 te [plaats], verblijvende te [adres en plaats]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 augustus 2007. Ter terechtzitting gegeven beslissing De rechtbank heeft de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aanhangig gemaakte zaken. De tenlastelegging De rechtbank nummert de bij dagvaarding met parketnummer 06/460651-06 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten als 2 en 3. Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. zij op of omstreeks 18 februari 2007 te Vaassen, gemeente Epe, opzettelijk brand heeft gesticht in een (slaap)kamer van een (flat)woning ([adres]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk (een stuk) brandend papier, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met kleding, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die kleding en/of een zonnebank geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor (goederen in) die (flat)woning en/of naastliggende/andere (flat)woningen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de aanwezige bewoner(s) van die naastliggende/andere (flat)woningen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was; 2. zij op of omstreeks 02 december 2006 in de gemeente Apeldoorn (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen: - parfum (merk Boss, type Femme), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten twee pakken pasta en/of 2 pakjes boter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten 2 pakken boter en/of 2 pakken runderstoofpotje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of - een pak kattenbrokjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten twee pakjes verpakte kaas en/of een zakje droge groenten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; 3. zij op of omstreeks 23 januari 2007 te Zwolle, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, en wel: - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], Tagliatelli en/of bospaddestoelen en/of merkstift en/of ruitenkrabber en/of autoruitreiniger en/of kaas en/of een (aantal) mes(sen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel B] en/of - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], electrische tandenborstel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel C] en/of - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], twee broeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel D] en/of - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], electrische tandenborstel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel E] en/of - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], meerdere BH's en/of een onderbroek en/of meerdere pyama's en/of een trui, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel F]. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. zij op 18 februari 2007 te Vaassen, gemeente Epe, opzettelijk brand heeft gesticht in een kamer van een flatwoning ([adres]), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een stuk brandend papier, in aanraking gebracht met kleding, althans met brandbare stoffen, ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen in die flatwoning en naastliggende/andere flatwoningen, en levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was; 2. zij op 02 december 2006 in de gemeente Apeldoorn telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen: - parfum, merk Boss, type Femme, toebehorende aan [winkel A], en - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten twee pakken pasta en 2 pakjes boter, toebehorende aan [supermarkt A], en - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten 2 pakken boter en 2 pakken runderstoofpotje, toebehorende aan [supermarkt B], en - een pak kattenbrokjes, toebehorende aan [supermarkt C], en - een hoeveelheid levensmiddelen, te weten twee pakjes verpakte kaas en een zakje droge groenten, toebehorende aan [slachtoffer]; 3. zij op 23 januari 2007 te Zwolle, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, en wel: - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], Tagliatelle en bospaddestoelen en een merkstift en een ruitenkrabber en een autoruitreiniger en kaas en messen, toebehorende aan [winkel B] en - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], een elektrische tandenborstel, toebehorende aan [winkel C] en - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], twee broeken, toebehorende aan [winkel D] en - in/uit een winkel, gelegen aan [adres],een elektrische tandenborstel, toebehorende aan [winkel E] en - in/uit een winkel, gelegen aan [adres], BH's en een onderbroek en pyjama’s en een trui, toebehorende aan [winkel F]. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: - feit 1: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is; en opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd; - feit 2 en feit 3, telkens: diefstal, meermalen gepleegd. Strafbaarheid van verdachte Naar de persoon van de verdachte is psychiatrisch en psychologisch onderzoek verricht door H.E.M. van Beek, psychiater, en drs. S. Wijga, psycholoog, waarvan de resultaten zijn neergelegd in rapportages van respectievelijk 8 en 10 mei 2007. In genoemde rapportages wordt geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het begaan van de bewezenverklaarde feiten lijdende was aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens en dat die feiten haar niet kunnen worden toegerekend. Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen en zij neemt deze over. Verdachte is dan ook niet strafbaar. Oplegging van maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud bijlage I). De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen¬verklaarde en de omstandigheden waar¬onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan opzettelijke brandstichting en een reeks van diefstallen. Het gaat hierbij om ernstige feiten. Volgens de multidisciplinaire rapportage bestaat er bij verdachte een ziekelijke stoornis der geestvermogens en is de kans op recidive groot. Beide deskundigen komen tot de conclusie dat verdachte ontoerekingsvatbaar is en dat een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis geïndiceerd is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van verdachte en anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging vereist van de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ad informandum gevoegde strafbare feiten: 1. (801869-06) diefstal d.d. 2-08-06 te [plaats] / [winkel G] 2. (801968-06) diefstal d.d. 24-07-06 te [plaats] / [supermarkt B] 3. (800923-07) diefstal d.d. 20-03-07 te [plaats] / [winkel F] 4. (800923-07) diefstal d.d. 20-03-07 te [plaats] / [winkel H] 5. (802343-06) diefstal d.d. 08-08-06 te [plaats] / [supermarkt D] 6. (800681-07) diefstal d.d. 10-02-07 te [plaats] / [supermarkt E] 7. (800681-07) diefstal d.d. 10-02-07 te [plaats] / [winkel I] Verdachte heeft ter terechtzitting erkend deze feiten te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor deze feiten geen verdere strafvervolging zal volgen. Vordering tot schadevergoeding De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering onvoldoende is onderbouwd en overigens geen bedrag wordt gevorderd. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. Toepasselijke wetsartikelen De oplegging van maatregel is gegrond op de artikelen: 37, 39, 57, 157 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als hiervoor vermeld. Verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte voor deze feiten van alle rechtsvervolging. Gelast dat verdachte zal worden geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van een jaar. Verklaart de vordering van de benadeelde partij Triada Woondiensten niet-ontvankelijk. Aldus gewezen door mr. Van Harreveld, voorzitter, mrs. Borgerhoff Mulder en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 september 2007.