Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3487

Datum uitspraak2007-08-01
Datum gepubliceerd2007-09-13
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers273739 / HA ZA 06-3297
Statusgepubliceerd


Indicatie

doorhaling op verzoek van 1 partij niet mogelijk


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 273739 / HA ZA 06-3297 Uitspraak: 1 augustus 2007 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: [opposant], wonende te [woonplaats], opposant, procureur mr. S.P.J.F. Zwanen, advocaat mr. H.S.K. Jap-A-Joe te Utrecht, - tegen - DE GEMEENTE ROTTERDAM, gevestigd te Rotterdam, geopposeerde, procureur mr. R.W. van Harmelen, advocaat mr. S.C. Borger. Partijen worden hierna aangeduid als "[opposant]" respectievelijk "de gemeente". 1. Het verloop van het geding 1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - verzetdagvaarding d.d. 23 november 2006 en de door [opposant] overgelegde producties; - conclusie van antwoord, met producties; - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 14 maart 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - akte aan de zijde van de gemeente. 1.2 Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de brief van de advocaat van [opposant] van 10 mei 2007. 2. Het geschil De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad het verzet van [opposant] tegen het dwangbevel van 16 juli 2006 gegrond te verklaren en de gemeente te verbieden het dwangbevel ten uitvoer te leggen met veroordeling van de gemeente in de proceskosten. De gemeente heeft de vordering van [opposant] gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing daarvan, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [opposant] in de kosten van het geding. 3. De beoordeling 3.1 De advocaat van [opposant] heeft de rechtbank bij brief van 10 mei 2007 verzocht de zaak naar de rol te verwijzen voor doorhaling. De gemeente heeft met dit verzoek niet ingestemd maar vonnis gevraagd. 3.2 Op grond van artikel 246 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt op verlangen van partijen de zaak op de rol doorgehaald. Doorhaling op eenzijdig verzoek is niet mogelijk. 3.3 De rechtbank begrijpt het standpunt van [opposant] aldus dat hij zijn vordering tegen de gemeente niet langer handhaaft. De vordering zal daarom worden afgewezen. [opposant] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. 4. De beslissing De rechtbank, wijst af de vordering van [opposant]; veroordeelt [opposant] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de gemeente bepaald op € 248,00 aan vast recht, op nihil aan overige verschotten en op € 452,00 aan salaris voor de procureur; verklaart dit vonnis voor zover het de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren. Uitgesproken in het openbaar. 336