Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3501

Datum uitspraak2007-08-15
Datum gepubliceerd2007-09-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers241845 / HA ZA 05-1952
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bewijswaardering. Bewijs dat gedaagde de koper van de woning van eiser is, is met verklaring van getuige en makelaar geleverd. Hoewel daartoe gelegenheid bestond, is geen tegenbewijs geleverd. Verzuim aangenomen nu gedaagde niet heeft betwist ingebrekestellingen te hebben ontvangen.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 241845 / HA ZA 05-1952 Uitspraak: 15 augustus 2007 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: [X], wonende te Rotterdam, opposant, procureur mr. E. Köse, - tegen - [Y], wonende te Rotterdam, geopposeerde, procureur mr. P.C. Ouwendijk, advocaat mr. J. Mulder te Rotterdam. Partijen blijven verder aangeduid als "[X]" respectievelijk "[Y]". 1. Het verdere verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 31 mei 2006 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken; - proces-verbaal van getuigenverhoor; - door partijen na enquête genomen conclusies. 2. De verdere beoordeling 2.1 Bij voormeld vonnis is [Y] opgedragen te bewijzen dat [X] degene is met wie [Y] een koopovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot de woning aan de [adres]. 2.2 [Y] heeft in enquête als getuigen doen horen [A] en [B]; in contra-enquête zijn geen getuigen voorgebracht. 2.3 De rechtbank is van oordeel dat [Y] het bewijs heeft geleverd. Zij overweegt daartoe als volgt. 2.4 Allereerst heeft [B] ter gelegenheid van de comparitie van partijen [X] herkend als de man die destijds de woning aan de [adres] heeft bezocht. Onder ede heeft [B] verklaard dat zij bij deze verklaring blijft. Voorts heeft [A], die als makelaar bij de verkoop heeft opgetreden, onder ede verklaart dat hij de man die de woning aan de [adres] heeft gekocht en het koopcontract heeft ondertekend, herkend op de kopie van de foto van [X] welk is gehecht aan het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 23 februari 2006. Deze verklaringen in combinatie met het feit dat de gegevens van [X] op bepaalde punten overeenkomen (de geboortedatum en het adres) zijn voor de rechtbank voldoende reden om te oordelen dat [Y] het bewijs heeft geleverd dat [X] de koper is geweest. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat [X], hoewel hij daartoe gelegenheid heeft gehad, geen tegenbewijs heeft geleverd en hij daarnaast - zonder nadere verklaring - niet is verschenen bij het gehouden getuigenverhoor, terwijl hij wist dat zijn aanwezigheid daarbij van belang was. 2.5 Nu [X] is aan te merken als de kopende partij bij de koopovereenkomst van de [adres], staat eveneens vast dat - aangezien de koper niet heeft meegewerkt aan de levering - [X] tekortgeschoten is in de nakoming van deze overeenkomst. De vraag die vervolgens aan de orde komt is of [X] in verzuim is als bedoeld in de tussen partijen gesloten koopovereenkomst. [X] heeft gesteld dat de brieven waarnaar door [Y] is verwezen en waarbij [X] ingebreke is gesteld en de overeenkomst is ontbonden, naar een oud adres van hem zijn gestuurd. In reactie hierop is van de zijde van [Y] aangevoerd dat de brieven die aangetekend zijn verzonden, niet retour zijn gezonden en dat er derhalve vanuit wordt gegaan dat de brieven zijn ontvangen dan wel zijn afgehaald. Zulks is vervolgens door [X], hoewel hij daartoe wel gelegenheid heeft gehad, niet betwist. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat [X] ingebreke is gesteld en derhalve in verzuim verkeerd, waarna [Y] de koopovereenkomst heeft ontbonden en [X] de boete ad € 7.500,= heeft verbeurd. 2.6 Nu [X] voor het overige geen verweren heeft aangevoerd tegen de vordering van [Y] zoals ingesteld bij de dagvaarding van 4 april 2005, is - gelet op het bovenstaande - de vordering van [Y] bij het verstekvonnis d.d. 27 april 2005 terecht toegewezen. Dit vonnis zal dan ook worden bevestigd. [X] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [Y] in de onderhavige verzetprocedure. 3. De beslissing De rechtbank, in oppositie, bevestigt het verstekvonnis met zaak-/rolnummer: 236898 / HA ZA 05-1166 van deze rechtbank d.d. 27 april 2005; veroordeelt [X] in de proceskosten van de verzetprocedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van [Y] bepaald op € 1.152,= aan salaris voor de procureur te voldoen aan de griffier van deze rechtbank (rekeningnummer 19 23 25 892, ten name van MvJ Arrondissement Rotterdam [545]), onder vermelding van zaak- en rolnummer) verklaart dit vonnis voorzover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Verkerk. Uitgesproken in het openbaar. 544