Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3567

Datum uitspraak2007-09-14
Datum gepubliceerd2007-09-18
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers552652-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Een geldboete van € 500,=, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis ter zake overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte heeft niet goed heeft gekeken of er verkeer aan kwam en daardoor geen voorrang heeft verleend aan de bestuurster van een bromfiets, waarbij deze bestuurster lichamelijk letsel heeft bekomen


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/552652-06 Uitspraak d.d.: 14 september 2007 Tegenspraak/ dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], wonende te [adres en plaats]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 augustus 2007. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: zij op of omstreeks 04 oktober 2006 te Lichtenvoorde, althans in de gemeente Oost Gelre, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een personenauto, daarmee rijdende over een uitrit van een parkeerplaats aan de Varsseveldseweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft zij, verdachte, aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, -komende uit voornoemde uitrit bij het oprijden van de rijbaan op de Varsseveldseweg, niet naar links gekeken en/of zich er niet van vergewist dat de weg vrij was van verkeer en/of is zij, verdachte (daarbij) niet gestopt en/of -(vervolgens) na[slachtoffer], zijnde bestuurder van een voor haar, verdachte, van links komende bromfiets, (die trachtte uitte wijken teneinde een botsing/aanrijding met het door haar, verdachtebestuurde voertuig te voorkomen) heeft waargenomen, niet (tijdig) het doorhaar, verdachte, bestuurde voertuig, tot stilstand kunnen brengen binnen deafstand waarover zij de weg kon overzien en/of de weg vrij was van verkeer, en/of -(daarbij) geen voorrang verleend voornoemde [slachtoffer] bij het uitrijden van een uitrit, waarbij en/of waardoor een botsing/aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door haar, verdachte, bestuurde voertuig en de door voornoemde [slachtoffer] bestuurde bromfiets, waardoor voornoemde [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een hersenschudding en/of een schedelbasisfractuur, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994 art 6 Wegenverkeerswet 1994 ALTHANS, dat zij op of omstreeks 04 oktober 2006 te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Varsseveldseweg, althans enige weg, waarbij zij, verdachte, -uit voornoemde uitrit voor en/of tijdens het oprijden van de rijbaan op de Varsseveldseweg, niet naar links heeft gekeken en/of zich er niet van heeft vergewist dat de weg vrij was van verkeer en/of is zij, verdachte (daarbij) niet gestopt, en/of -(vervolgens) na[slachtoffer], zijnde bestuurder van een voor haar, verdachte, van links komende bromfiets, (die trachtte uit te wijken teneinde een botsing/aanrijding met het door haar, verdachte bestuurde voertuig te voorkomen) heeft waargenomen, niet (tijdig) het door haar, verdachte, bestuurde voertuig, tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en/of de weg vrij was van verkeer, en/of -(daarbij) geen voorrang heeft verleend aan voornoemde [slachtoffer] bij het uitrijden van een uitrit, waarbij en/of waardoor een botsing/aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door haar, verdachte, bestuurde voertuig en de door voornoemde [slachtoffer] bestuurde bromfiets, waarbij [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of schade heeft geleden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; art 5 Wegenverkeerswet 1994 Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: zij op 04 oktober 2006 te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Varsseveldseweg, waarbij zij, verdachte, -uit voornoemde uitrit voor en tijdens het oprijden van de rijbaan op de Varsseveldseweg, niet naar links heeft gekeken en zich er niet van heeft vergewist dat de weg vrij was van verkeer en is zij, verdachte (daarbij) niet gestopt, en -vervolgens na[slachtoffer], zijnde bestuurder van een voor haar, verdachte, van links komende bromfiets, (die trachtte uit te wijken teneinde een aanrijding met het door haar, verdachte bestuurde voertuig te voorkomen) heeft waargenomen, niet tijdig het door haar, verdachte, bestuurde voertuig, tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en de weg vrij was van verkeer, en -daarbij geen voorrang heeft verleend aan voornoemde [slachtoffer] bij het uitrijden van een uitrit, waardoor een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen het door haar, verdachte, bestuurde voertuig en de door voornoemde [slachtoffer] bestuurde bromfiets, waarbij [slachtoffer] letsel heeft bekomen en schade heeft geleden, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt. Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde Wat onder subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, te weten: vrijspraak van het onder primair ten laste gelegde. Een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, ten aanzien van het onder subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking dat door de handelwijze van verdachte – waarbij zij niet goed heeft gekeken of er verkeer aan kwam en daardoor geen voorrang heeft verleend aan de bestuurster van een bromfiets, met alle gevolgen van dien – een ongeval heeft plaatsgevonden. Dit, door verdachte veroorzaakte, ongeval had ten gevolgde dat [slachtoffer] letsel werd toegebracht. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 177 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994. BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte onder subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 500,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. Aldus gewezen door mr. Buijs, voorzitter, en mrs. Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 september 2007.