Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3642

Datum uitspraak2007-08-29
Datum gepubliceerd2007-09-17
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers149799
Statusgepubliceerd


Indicatie

Kenmerkend verschil tussen de agentuurovereenkomst en de distributieovereenkomst is dat de agent bemiddelt bij het tot stand komen van een overeenkomst tussen principaal en derde en dat de agent in naam van de principaal overeenkomsten met de derde sluit (art. 7:428 BW). Kenmerkend voor de distributieovereenkomst is dat de distributeur voor eigen rekening en risico een klantenbestand opbouwt aan wie hij de producten van de principaal op eigen naam verkoopt. De rechtsverhoudingen die Pactrol met Arconell en Marc heeft (gehad), moeten worden beoordeeld onafhankelijk van de benamingen die partijen daaraan hebben gegeven.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 149799 / HA ZA 06-2299 Vonnis van 29 augustus 2007 in de zaak van de rechtspersoon naar Deens recht MARC ENGINEERING A/S, gevestigd te Juelsminde, Denemarken, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, procureur mr. W.H.B.M. Litjens, advocaat mr. I.A. van Rooij te Tilburg, tegen [XXX], wonende te Groessen, gedaagde in conventie, eiser in reconventie, procureur mr. M.J.R. Jansen, advocaat mrs. M.J.R. Jansen en F.J. Prop te Arnhem. Partijen zullen hierna Marc en [XXX] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 11 april 2007 - het proces-verbaal van comparitie van 6 augustus 2007 - de conclusie van antwoord in reconventie. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. [XXX] is de naam van de eenmanszaak van [gedaagde]. Zij hield zich tot 2004 bezig met de levering van onderdelen van gastoestellen. Van 1996 tot 2003 was [XXX] handelsagent voor de Benelux voor Pactrol Controls Limited, een in Engeland gevestigde producent van onderdelen van gastoestellen – hierna: Pactrol. 2.2. [XXX] en Pactrol hebben op 30 mei 2003 een overeenkomst gesloten, waaruit de volgen de bepalingen worden geciteerd: “1. New Relationship following termination Both parties agree that [XXX] will cease to be an Agent of Pactrol after the 31st July, 2003 and, instead, become a Customer of Pactrol. [XXX] will then be free to sell on Pactrol’s gas products to any Customer, providing they are based in the Benelux countries and are not already trading with Pactrol, directly. Similarly, Pactrol will sell Pactrol products directly to any customer in the Benelux countries, providing that customer is not already trading with [XXX]. Both parties agreed tot regularly* provide the other with an updated list of customers in the Benelux countries, so that neither party trades accidentally or intentionally with the other’s customer, without prior consultation and agreement. If, at some point in the future, Pactrol appoints a new Agent in the Benelux countries, that Agent will be responsible to Pactrol for servicing [XXX]’s account. *At least every 6 months. 2. Technical support Just like any other customer of Pactrol, [XXX] will be entitled to technical support, including updates/renewal of programming/testing equipment from Pactrol in relation to an application of Pactrol’s gas products, previously sold to [XXX] for their onward sale into the Benelux countries. 3. Commercial support [XXX] will continue to have preferential pricing from Pactrol in exchange for its prompt payment on receipt of the products. Like any other customer, [XXX] will also accept any reasonable case for a price increase. Also, like any other Customer, [XXX] will be entitled to on-time deliveries for all products acknowledged and sold by Pactrol to [XXX]. (…) 5 Duration of this new Supplier Agreement These agreements are open-ended, subject to both parties choosing to continue trading. As with any Customer/Supplier relationship, [XXX] and Pactrol will continue to trade of it is their mutual interests, while reserving the right to end the relationship, if required.” 2.3. In een interne mail van Pactrol van 16 juli 2004, die in kopie is verzonden aan Marc, staat het volgende: “This request is not negotiable. All dealings with [XXX] are to go through Hans. We are not to discuss anything at any time with Robert directly. This includes new projects, new orders or due delivery dates. This also applies to your staff. Hans must resolve all issues with Robert and charge as he deems appropriate.” 2.4. Marc heeft op 6 september 2004 het volgende aan [XXX] gemaild: “As you know I am under an Agreement with Pactrol concerning the sales of products amongst other in Benelux. Part of my Agreement is that I am to take you over as a customer and also give you the support you might need. Until recently this part of the contract was not put into force. I believe that Rod has told you that Pactrol now wants me to comply with contract meaning that I am to take over all dealings in terms of orders etc. with you. All orders which up to now have been confirmed by Pactrol will be also be delivered by Pactrol. However, new orders such as the recent order no 20040936 will be handled by our office and shipped from our stock (…). The parts you have ask fore are in stock and I will confirm price and delivery ASAP.” 2.5. [XXX] heeft daarop het volgende geantwoord bij e-mail van 13 september 2004 : “ich habe gerade dein Fax, bez. Preise von Pactrol Geräte bekommen. Offensichtlich kann ich jetzt keine Preiserhöhungen oder Änderungen der Lieferbedingungen akzeptieren. Wenn schon, dann ist wohl eine vorherige Diskussion über solche Änderungen angesagt. Auch ich habe ein Abkommen bez. Preise und Lieferungsbedingungen mit Pactrol.“ 2.6. Daarop heeft Marc bij fax van 13 september 2004 als volgt geantwoord: “Enclosed I am sending you the price we can quote the controls from Pactrol fore. For obvious reasons [the prices] are higher then you used to pay, as we also must operate with a small margin. Furthermore we have been informed that you on some of the products have had better pricing than we”. 2.7. Marc heeft daaraan bij fax van 15 september 2004 het volgende toegevoegd. “Our Agreement with Pactrol Controls Ltd. states clearly that we are to deal with all customer issues in Benelux. In July you were informed in writing by Pactrol that [XXX] according to the terms stated in [XXX]s and our Agreement would be handed over to MARC Engineering A/S as customer. That the changeover for obvious reasons would mean increases in the pricing could easily have been envisaged as no company can work without profit. That is also the reason for us forwarding a quotation before accepting an order with a firm order acknowledgement. The price quoted are based on our purchase price +15% margin, which normally would present a non-acceptable margin for us. We believe the price increase under stated circumstances is more then reasonable. Pactrol Controls Ltd. is currently not in a position to offer us more favourable prices. We therefore must refer to our quotation no 00382 stating our rock bottom price. As a customer you are of course free to buy product from any source you want. However, if you should decide to change supplier I would like you to notify either Pactrol Controls Ltd. or us in writing within 8 working days.” 2.8. [XXX] heeft vanaf dat moment orders geplaatst ten name van Pactrol en met het adres van Pactrol in Engeland, maar deze orders gefaxt naar Marc in Denemarken die de orders vervolgens aan [XXX] heeft uitgeleverd. 2.9. Pactrol heeft midden 2005 prijsverhogingen aan Marc aangekondigd. Marc heeft daarop aan [XXX] bij brief van 15 juni 2005 laten weten, dat zij zich tegen deze prijsverhogingen sterk heeft verzet, dat Pactrol daarop de prijs voor grote klanten iets heeft laten zakken en dat zij [XXX] heeft verzocht na te gaan wat nog tegen de oude prijzen zou kunnen worden besteld. De bestellingen die [XXX] nadien heeft gedaan, heeft Marc gefactureerd volgens de oude prijzen. 2.10. [XXX] heeft in 2005 besloten de langlopende contracten met haar afnemers niet meer te verlengen en haar activiteiten op het gebied van de verkoop van onderdelen voor gastoestellen te beëindigen. 2.11. Marc heeft op 18 januari 2006 aan de klanten van [XXX] onder meer het volgende geschreven: “Concerning: Termination of Distributor Agreement with [XXX], Groessen Our company MARC Engineering A/S has on a firm long-term contract basis been associated with Pactrol Controls Ltd. based in UK. Our Co-operation has now been going on for more than 9 years. The task of MARC Engineering A/S is to conduct all OEM business in Benelux, Germany and Eastern Europe on behalf of Pactrol Controls. Furthermore it is our task to look after local distributors. Our current distributor for Benelux has so far been [XXX] by Mr. Robert [gedaagde] located in Groessen. So far this co-operation has been satisfactory for all involved parties. However, resent events have regrettable forced us to terminate our co-operation Agreement with [XXX] with immediate effect. After careful consideration we have decided not to re-establish a local distributor in Benelux. Instead we offer our customers our services directly from our main continental sales outlet located in Denmark.” 3. Het geschil in conventie 3.1. Marc vordert na wijziging van eis samengevat - veroordeling van [XXX] tot betaling van GBP 9.318,50, vermeerderd met rente en kosten. 3.2. [XXX] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. in reconventie 3.3. [XXX] vordert samengevat - veroordeling van Marc tot betaling van GBP 6.247,57, vermeerderd met rente en kosten. 3.4. Marc voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling in conventie 4.1. Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding op 8 december 2006 gold tussen Denemarken en Nederland het EEX-Verdrag (oud). De rechtbank is bevoegd op grond van art. 2 EEX-Verdrag (oud), omdat [XXX] in Nederland is gevestigd. 4.2. Marc vordert nakoming van een aantal facturen voor de levering van onderdelen van gastoestellen. Deze onderdelen zijn roerende zaken. Denemarken en Nederland zijn partij bij het Weens koopverdrag. Op grond van art. 1 lid 1 onder a Weens koopverdrag wordt de rechtsverhouding tussen partijen door dit verdrag beheerst. 4.3. Marc vordert betaling van een aantal facturen voor de levering van verschillende types “Feuerungsautomaten” aan [XXX] in de periode oktober – december 2005. [XXX] weigert te betalen, omdat Marc haar vanaf het moment in september 2004 waarop zij handelsagent voor de Benelux is geworden en als vertegenwoordiger tussen Pactrol en [XXX] is gaan opereren, hogere prijzen in rekening is gaan brengen aan [XXX] dan was toegestaan op grond van de overeenkomst die [XXX] met Pactrol had. Dat betekent dat [XXX] volgens haar een vordering op Marc heeft tot terugvordering van het teveel betaalde, wat zij in verrekening brengt met de gevorderde facturen. Het surplus vordert zij in reconventie. 4.4. Marc en [XXX] verschillen van mening over de aard van de rechtsverhouding, waarin zij tot elkaar staan. [XXX] stelt zich op het standpunt, dat zij een Supplier Agreement heeft met Pactrol en dat Marc in opdracht van Pactrol de orders uitvoerde. Zij stelt verder dat Marc handelsagent is van Pactrol, zoals zij dat tot 2003 was voor Pactrol. Marc stelt zich op het standpunt dat zij distributeur is van Pactrol en dus dat zij op eigen naam en voor eigen risico koopovereenkomsten met [XXX] heeft gesloten, waarvan [XXX] niet gedeeltelijke betaling kan weigeren op grond van een dispuut dat deze met Pactrol heeft. Uit de in het geding gebrachte documenten, afkomstig van Pactrol, blijkt dat zij zowel [XXX] als Marc zag en ziet als “Agent” en dat [XXX] volgens haar ophield Agent te zijn met het sluiten van de Supplier Agreement, omdat deze toen een gewone “Customer” werd. 4.5. In de Europese Unie is het recht betreffende de agentuurovereenkomst geharmoniseerd aan de hand van de Richtlijn van 18 december 1986 betreffende zelfstandige handelsagenten, PbEG L 382/17. De rechtbank zal voor haar kwalificatie van de rechtsverhouding daarom beoordelen aan de hand van afdeling 7.7.4 BW. Over de aard van de distributieovereenkomst bestaat binnen de Europese Unie in verband met regelgeving op mededingingsrechtelijk terrein ook voldoende overeenstemming, zodat aansluiting kan worden gezocht bij de Nederlandse opvattingen daarover. 4.6. Kenmerkend verschil tussen de agentuurovereenkomst en de distributieovereenkomst is dat de agent bemiddelt bij het tot stand komen van een overeenkomst tussen principaal en derde en dat de agent in naam van de principaal overeenkomsten met de derde sluit (art. 7:428 BW). Kenmerkend voor de distributieovereenkomst is dat de distributeur voor eigen rekening en risico een klantenbestand opbouwt aan wie hij de producten van de principaal op eigen naam verkoopt. De rechtsverhoudingen die Pactrol met [XXX] en Marc heeft (gehad), moeten worden beoordeeld onafhankelijk van de benamingen die partijen daaraan hebben gegeven. 4.7. Over de rechtsverhouding die tussen [XXX] en Pactrol tot en met mei 2003 heeft bestaan, heeft [XXX] onbetwist gesteld dat dat een agentuurovereenkomst voor de Benelux was. [XXX] heeft daarover verder niet zo veel gesteld, zodat de rechtbank verder daarvan zal uitgaan. Uit het weinige dat daarover is gesteld, lijkt echter toch eerder te volgen dat [XXX] tot en met mei 2003 exclusief distributeur was die op eigen naam en voor eigen rekening langlopende overeenkomsten met haar afnemers had, welke afnemers bij Pactrol niet bekend waren. In mei 2003 kwam aan de exclusiviteit een einde, omdat Pactrol voor zich zelf bedong dat zij rechtstreeks de markt in de Benelux zou mogen benaderen. [XXX] bleef echter agent (of distributeur), omdat zij haar klantenbestand bleef bedienen tegen de al eerder overeengekomen gunstige prijzen die Pactrol aan [XXX] in rekening bracht. In zoverre was zij niet een gewone “Customer”. In die Supplier Agreement werd er al rekening mee gehouden dat Pactrol een nieuwe “Agent” zou benoemen voor de Benelux die zou zorgdragen voor “servicing [XXX]’s account”. 4.8. In de zomer van 2004 heeft Pactrol Marc als nieuwe “Agent” voor de Benelux benoemd, die aan [XXX] die prijzen in rekening mocht brengen “as he deems appropriate”. Marc heeft deze rechtsverhouding aangeduid als een distributieovereenkomst. [XXX] heeft deze kwalificatie in het algemeen niet betwist, zodat de rechtbank daarvan zal uitgaan. Uit het weinige dat daarover blijkt uit het dossier lijkt inderdaad te volgen dat Marc voor eigen rekening en risico en op eigen naam producten van Pactrol verhandelde en dus distributeur was. Voor zover het haar eigen positie betreft stelt [XXX] echter dat de Supplier Agreement met Pactrol van kracht is gebleven omdat deze nooit door Pactrol is opgezegd. Noodgedwongen moest [XXX] haar bestellingen aan Marc faxen, omdat Pactrol na september 2004 niet meer reageerde op orders van [XXX]. Volgens haar was Marc echter niet haar wederpartij, maar slechts uitvoerder van de overeenkomst namens Pactrol. 4.9. Die stelling van [XXX] is niet overtuigend. Uit de interne memo van Pactrol van 16 juli 2004 (geciteerd in 2.3) blijkt dat Pactrol vanaf de benoeming van Marc tot distributeur voor de Benelux ieder rechtstreeks contact met [XXX] wilde beëindigen. Als [XXX] nog producten van Pactrol wilde bestellen, moest zij dat bij Marc doen. Vanaf dat moment heeft Pactrol ieder contact met [XXX] geweigerd. Zonder twijfel heeft Pactrol daarover onduidelijk gecommuniceerd met [XXX] en vanuit het standpunt van [XXX] bezien is Pactrol onhoffelijk tegen haar geweest. [XXX] kan echter niet volhouden dat de Supplier Agreement voortduurde. Uit het feit dat Pactrol [XXX] consequent negeerde, had [XXX] moeten opmaken dat Pactrol de Supplier Agreement stilzwijgend had opgezegd. In de Supplier Agreement was bovendien voorzien in het feit dat de nieuw benoemde distributeur zorg zou dragen voor “servicing [XXX]’s account”. Dat is een uitdrukking die wat dubbelzinnig is, maar kennelijk heeft Pactrol daarmee bedoeld dat vanaf dat moment de overeenkomsten met Marc zouden worden gesloten. Dat moet [XXX] vanaf september 2004 duidelijk zijn geweest. 4.10. In feite werd Marc ertussen geschoven in de distributieketen van de verhandeling van Pactrol-producten in de Benelux. Marc bracht een eigen marge in rekening van 15% bovenop haar inkoopprijs bij Pactrol. Daarmee werd [XXX] in feite een schakel teveel in de distributieketen. Kennelijk heeft zij dat ook ingezien, want in het najaar heeft zij besloten de verhandeling van Pactrol-producten te staken. Pactrol heeft besloten om niet langer zaken te doen met [XXX], kennelijk omdat zij niet tevreden over [XXX] was. Dat is op de bovenbeschreven manier gegaan en dus voor een deel in overleg met [XXX] en voor een deel zonder. Of Pactrol daarin onberispelijk heeft geopereerd, zoals [XXX] ter discussie stelt, is mogelijk een onderwerp voor verdere juridische analyse. Daarvoor is deze procedure niet geschikt, omdat Marc daar buiten staat. 4.11. Marc heeft dus de Pactrol-producten niet geleverd op grond van overeenkomsten die rechtstreeks tussen Pactrol en [XXX] waren gesloten, maar op grond van overeenkomsten die tussen haar en [XXX] waren gesloten. Dit betekent dat [XXX] verplicht was de prijzen die Marc haar afnemers, en dus ook [XXX], op basis van haar prijslijsten in rekening bracht, te voldoen. De facturen die [XXX] tot oktober 2005 volledig heeft voldaan, heeft zij niet onverschuldigd betaald. De onbetaald gebleven facturen van oktober – december 2005 moet [XXX] ook voldoen, zodat de vordering in conventie in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt. 4.12. [XXX] heeft gesteld dat het door de prijsverhogingen die Marc doorvoerde, voor haar onmogelijk was om aan haar langlopende verplichtingen tegenover haar afnemers te voldoen. De prijsverhogingen varieerden van 30 tot 97%. Tijdens de comparitie is overigens gebleken dat de tweede ronde van prijsverhogingen van juni 2005 uiteindelijk niet bij [XXX] in rekening is gebracht, zodat de verhogingen uiteindelijk minder waren. Verder is tijdens de comparitie gebleken dat door de prijsverhogingen [XXX] nagenoeg geen eigen marge meer overhield. Het is dus niet zo dat [XXX] onder haar kostprijs moest werken. Verder heeft [XXX] gesteld dat zij met haar afnemers contracten afsloot voor periodes van bijvoorbeeld 14 maanden, waarin de prijs vastlag. Dat betekent dat zij in de gelegenheid was na afloop van zo’n duurovereenkomst in het kader van de verlenging ervan de prijsverhogingen door te berekenen. Ten slotte heeft [XXX] niet betwist dat Marc een marge op haar inkoopprijs had van 15%. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat Marc in strijd met de redelijkheid en billijkheid of onrechtmatig handelde door aan [XXX] haar prijzen in rekening te brengen die zij ook aan andere afnemers in rekening bracht. Omdat [XXX] in het najaar van 2005 had besloten de verhandeling van Pactrol-producten te staken en de contracten met haar afnemers niet te verlengen, is het evenmin in strijd met de redelijkheid en billijkheid of onrechtmatig dat Marc deze afnemers op 18 januari 2006 heeft aangeschreven dat zij voortaan bij haar terecht konden. Ook de hierop ziende verweren worden verworpen. De vordering in conventie zal worden toegewezen. 4.13. [XXX] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Marc worden begroot op: - dagvaarding EUR 71,34 - vast recht 310,00 - salaris procureur 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00) Totaal EUR 1.285,34 in reconventie 4.14. Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt, dat de vordering in reconventie zal worden afgewezen. 4.15. [XXX] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Marc worden begroot op: - salaris procureur EUR 452,00 (2,0 punten × factor 0,5 × tarief EUR 452,00) Totaal EUR 452,00 5. De beslissing De rechtbank in conventie 5.1. veroordeelt [XXX] om aan Marc te betalen een bedrag van GBP 9.318,50 (negenduizenddriehonderdachttien Britse Pond Sterling en vijftig pence), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119a BW over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 9 december 2005 tot de dag van volledige betaling, 5.2. veroordeelt [XXX] in de proceskosten, aan de zijde van Marc tot op heden begroot op EUR 1.285,34, 5.3. verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad, in reconventie 5.4. wijst de vorderingen af, 5.5. veroordeelt [XXX] in de proceskosten, aan de zijde van Marc tot op heden begroot op EUR 452,00, 5.6. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2007.