Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3649

Datum uitspraak2007-08-30
Datum gepubliceerd2007-09-19
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers158727
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Het voorgaande betekent dat het verbod tot gebruik van de handelsnaam "Company Lawyers" zal worden toegewezen, omdat Juridische Diensten daarmee art. 6:194 sub i BW overtreedt. Het gevorderde verbod om het logo of een ander logo waarin een persoon in toga is te herkenen te gebruiken in combinatie met een handelsnaam waarin het woord 'lawyer' of 'lawyers' voorkomt zal worden toegewezen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 158727 / KG ZA 07-455 Vonnis in kort geding van 30 augustus 2007 in de zaak van de publiekrechtelijke rechtspersoon DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT ARNHEM, gevestigd te Arnhem, eiseres, procureur mr. J.M. Bosnak, advocaten mrs. W. Seinen en A.N.E. Alff te Utrecht, tegen 1. de commanditaire vennootschap JURIDISCHE DIENSTEN C.V., handelend onder de naam Company Lawyers, gevestigd te [woonplaats], 2. [gedaagde sub 2], wonende te [woonplaats], 3. [gedaagde sub 3], handelend onder de naam Company Lawyers, kantoorhoudend te Arnhem, gedaagden, bijgestaan door mr. J.W.M.T. [gedaagde sub 3] te Arnhem. Eiseres zal hierna worden aangeduid als de Orde Arnhem. Gedaagden zullen gezamenlijk worden aangeduid als Juridische Diensten c.s. Ieder afzonderlijk zullen zij ook Juridische Diensten, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de mondelinge behandeling - de pleitnota van de Orde Arnhem - de vermindering van eis - de pleitnota van Juridische Diensten c.s. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Juridische Diensten is een in december 2003 opgerichte en in [woonplaats] gevestigde onderneming die zich onder de handelsnaam Company Lawyers toelegt op juridische dienstverlening. [gedaagde sub 2] is beherend vennoot van Juridische Diensten. Juridische Diensten heeft onder de handelsnaam Company Lawyers in Arnhem een nieuwe vestiging geopend, beoogd als hoofdvestiging maar tijdelijk functionerend als nevenvestiging. [gedaagde sub 3] werkt op freelance basis voor Juridische Diensten, op dit moment voornamelijk vanuit Arnhem. 2.2. Bij brief van 12 maart 2007 heeft de Deken van de Orde Arnhem aan Juridische Diensten c.s. geschreven onlangs kennis te hebben gekregen van een door [gedaagde sub 3] ondertekende brief van 5 januari 2007 afkomstig van Juridische Diensten te Arnhem. Op het briefpapier staat boven de handelsnaam Company Lawyers een logo dat volgens de Deken bestaat uit een schematische afbeelding van een advocaat met toga en bef. De Deken heeft Juridische Diensten c.s. verzocht en gesommeerd om (onder meer) het gebruik van dit briefpapier met logo te staken. [gedaagde sub 3] heeft hierop niet gereageerd. Bij brief van 6 juli 2007 heeft de advocaat van de Deken deze sommatie herhaald. [gedaagde sub 3] heeft hieraan geen gehoor gegeven. 3. Het geschil 3.1. De Orde Arnhem vordert - na vermindering van eis – Juridische Diensten c.s. op straffe van een dwangsom te verbieden: I) de handelsnaam Company Lawyers te voeren alsmede enige andere handelsnaam waarin het woord ‘lawyer’ of ‘lawyers’ voorkomt, II) briefpapier te gebruiken met een logo waarin een persoon in toga is te herkennen gecombineerd met de handelsnaam waarin het woord ‘lawyer’ of ‘lawyers’ voorkomt of anderszins gecombineerd met een woord dat refereert aan juridische dienstverlening; een en ander met veroordeling van Juridische Diensten c.s. in de kosten van dit geding. 3.2. De Orde Arnhem stelt daartoe (samengevat) het volgende. Zij is belast met de zorg voor de kwaliteit van de in het arrondissement Arnhem geleverde advocatendiensten en de behartiging van de belangen van de advocaten in dit arrondissement. In dat kader is zij bevoegd om op te treden tegen personen die zich ten onrechte als advocaat afficheren. Voor die bevoegdheid en de ontvankelijkheid van haar vorderingen verwijst zij naar HR 20 december 2002, NJ 2003, 164. De door Juridische Diensten c.s. op het briefpapier gebruikte handelsnaam Company Lawyers en het gebruikte logo, waarin duidelijk een advocaat is te herkennen, zijn in strijd met artikel 9a van de Advocatenwet en in strijd met artikel 435, derde lid, Wetboek van Strafrecht, omdat [gedaagde sub 3] niet (meer) is ingeschreven als advocaat en niet gebleken is dat er andere advocaten bij Juridische Diensten in dienst zijn. Zowel de handelsnaam met het bestanddeel ‘lawyers’ als het gebruikte logo (en de combinatie) wekt bij het gemiddelde publiek de indruk dat Juridische Diensten c.s. advocatendiensten aanbieden, hetgeen onrechtmatig is en een misleidende mededeling in de zin van artikel 6:194 sub i van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het woord ‘lawyer’ betekent volgens het woordenboek (onder meer) ‘advocaat’. Advocaten worden in het maatschappelijk verkeer veelvuldig met de term ‘lawyers’ aangeduid. De indruk van een advocatenkantoor en / of advocatendiensten wordt nog versterkt doordat [gedaagde sub 3] de handelsnaam Company Lawyers en het in geding zijnde logo ook gebruikte voor zijn voormalige advocatenkantoor, toen hij nog wél was ingeschreven als advocaat. Juist op [gedaagde sub 3] als voormalig advocaat rust een extra zorgplicht om misleiding te voorkomen. De Orde Arnhem neemt aan dat Juridische Diensten c.s. de hiervoor genoemde combinatie van handelsnaam en logo gebruiken voor correspondentie en algemene circulaires en mailings en vreest dat deze combinatie in de toekomst ook in advertenties en andere openbare mededelingen zal worden gebruikt, waarmee het spoedeisend belang van haar vordering gegeven is. 3.3. Juridische Diensten c.s. voeren gemotiveerd verweer, dat samengevat als volgt luidt. De Orde Arnhem heeft geen spoedeisend belang bij de vordering. Daarnaast ontbreekt elke grondslag voor de vordering. Het gebruik van de term ‘lawyers’ (of ‘lawyer’), dat ‘juristen’ (of ‘jurist’) betekent, is geoorloofd. De naam Company Lawyers geeft aan wat de doelstelling is van de onderneming, namelijk het geven van juridisch advies aan ondernemingen. Voorts is er geen sprake van een reclame-uiting in de zin van artikel 6:194 BW, dus ook niet van een misleidende mededeling. Het gebruikte logo is geen afbeelding van een advocaat, maar een gestileerde afbeelding, in kleuren die niet gebruikelijk zijn voor de advocatuur, waarin een “i” te herkennen is. Al was het een logo met een afbeelding van een advocaat, dan bestaat daarvoor, anders dan voor de titel advocaat, geen algemene bescherming. Uiterst subsidiair betogen Juridische Diensten c.s. dat de vordering is verjaard omdat zij de handelsnaam in combinatie met het logo al meer dan vijf jaar gebruiken, zonder dat de Orde Arnhem noch de Orde Roermond daartegen is opgetreden. Het ‘stilzitten’ van de Orde Roermond kan aan de Orde Arnhem worden toegerekend, nu de zorg voor kwaliteit van advocatendiensten een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Ook heeft de Orde Arnhem in verband met de beperkende werking van de redelijkheid en de billijkheid haar recht om het onderhavige verbod te vorderen verwerkt. Ten slotte is er sprake van een onredelijke benadeling van de door Juridische Diensten c.s. opgebouwde goodwill met de handelsnaam in combinatie met het gebruikte logo. 3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. Allereerst wordt nagegaan of de Orde Arnhem kan worden ontvangen in haar vorderingen. Op grond van artikel 17, derde lid, van de Advocatenwet zijn de Nederlandse Orde van Advocaten en de plaatselijke Orden van Advocaten rechtspersonen. Krachtens artikel 3:305b BW kan een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:1 BW een rechtsvordering instellen die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover hem de behartiging van deze belangen is toevertrouwd. In de toelichting op artikel 3:305b BW wordt verwezen naar artikel 26 Advocatenwet. Uit de wettekst van de Advocatenwet (artt. 9a, 17, 22 en 26) volgt dat onder ‘gelijksoortige belangen van andere personen’ in het geval van de Orde Arnhem ‘de belangen van de advocaten in het arrondissement Arnhem’ dient te worden verstaan. De Raad van Toezicht (van de Orde Arnhem), die het bestuur vormt van de Orde Arnhem en de Orde Arnhem in en buiten rechte vertegenwoordigt, is op grond van artikel 26 Advocatenwet belast met het toezicht op een behoorlijke uitoefening van de praktijk en de naleving van de plichten van advocaten alsmede met het opkomen voor de rechten en belangen van advocaten. Aan de Orde Arnhem is dus de behartiging van de rechten en belangen van de advocaten in het arrondissement Arnhem toevertrouwd. 4.2. Krachtens artikel 9a van de Advocatenwet is tot het voeren van de titel advocaat uitsluitend gerechtigd hij die als advocaat binnen Nederland is ingeschreven en hij die buiten Nederland tot het voeren van een overeenkomstige titel bevoegd is. Het optreden op grond van artikel 9a Advocatenwet en artikel 435 WvSr tegen personen die ten onrechte de titel advocaat voeren valt onder de belangenbehartiging van de Orde Arnhem, zodat de Orde Arnhem kan worden ontvangen in haar vorderingen die hierop zijn gebaseerd. De vraag is of de Orde Arnhem ook kan worden ontvangen in haar vorderingen voor zover deze zijn gebaseerd op artikel 6:194 sub i BW. Artikel 6:194 BW beoogt concurrenten en consumenten te beschermen tegen misleidende reclame. Omdat de advocaten van het arrondissement Arnhem concurrenten zijn van personen die in dat arrondissement anders dan als advocaat juridische diensten aanbieden, valt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook het belang van advocaten bij het staken van misleidende mededelingen van concurrenten omtrent de hoedanigheid van advocaat onder de belangenbehartiging van de Orde Arnhem. 4.3. Juridische Diensten is een commanditaire vennootschap, waarvan [gedaagde sub 2] de enige beherende vennoot is. [gedaagde sub 3] verleent op freelance basis juridische diensten aan cliënten van Juridische Diensten. Er zijn nog anderen die op deze freelance basis werkzaamheden voor Juridische Diensten verrichten. [gedaagde sub 2] is geen jurist. [gedaagde sub 3] is jurist en was tot 2001 als advocaat ingeschreven bij de Orde van Advocaten in het arrondissement Roermond. Tussen partijen is niet in geschil dat noch Juridische Diensten noch [gedaagde sub 3] gerechtigd is de titel advocaat te voeren. Kernvraag in dit geding is of Juridische Diensten c.s. door het gebruik van de in geding zijnde handelsnaam en het in geding zijnde logo op – in elk geval – het briefpapier van Juridische Diensten een misleidende mededeling doen omtrent hun hoedanigheid, bekwaamheid of bevoegdheid in de zin van artikel 6:194 sub i BW, met andere woorden, of zij daardoor ten onrechte de indruk wekken een advocaat in dienst te hebben, resp. advocaat te zijn. 4.4. Voor de toepasselijkheid van artikel 6:194 BW moet eerst worden nagegaan of er sprake is van een openbare mededeling in de zin van dat artikel. Juridische Diensten c.s. hebben dit betwist. Een briefhoofd, enkel gebruikt ter aanduiding van de onderneming op correspondentie met hun bestaande cliënten, is volgens hen geen openbare mededeling in de zin van genoemd artikel. Zij stellen niet voor de onderneming te adverteren en, behalve binnen bestaande netwerken, relaties en persoonlijke contacten geen publiciteit te hebben gegeven aan (de verhuizing van) de onderneming. Net als de Orde Arnhem is de voorzieningenrechter van oordeel dat er wel sprake is van een dergelijke openbare mededeling. Juridische Diensten maakt voor zijn schriftelijke communicatie gebruik van het briefpapier, waarop de naam Company Lawyers en het logo staan afgebeeld. Iedere ontvanger van zo’n brief krijgt deze naam en dit logo onder ogen. Hetzelfde geldt voor [gedaagde sub 3] als hij als opdrachtnemer van Juridische Diensten zich richt tot, vermoedelijk vooral, cliënten van Juridische Diensten. De gestelde misleiding betreft niet de aanprijzing van een artikel of een dienst, maar de hoedanigheid van de aanbieder van de dienst. Veronderstellenderwijs aannemend dat de mededeling omtrent de hoedanigheid misleidend is, zou iedere ontvanger van iedere brief en iedere toevallige lezer van zo’n brief – mogelijk – worden misleid over de hoedanigheid van de afzender. Dat betekent dat het briefhoofd met naam en logo geen persoonsgerichte mededeling is, hoezeer ook de ínhoud van de brief persoonsgericht is. Dat brengt mee dat de vermelding van naam en logo op het briefpapier een openbare mededeling is in de zin van art. 6:194 BW. Niet behoeft komen vast te staan dat het briefpapier ook is gebruikt voor algemene mailings o.i.d.. De handelsnaam 4.5. De Orde Arnhem stelt de vraag aan de orde of het gebruik van de handelsnaam Company Lawyers misleidend is in de zin van art. 6:194 sub i BW, vooral omdat volgens haar daarmee wordt gesuggereerd dat voor Juridische Diensten advocaten werkzaam zijn. 4.6. Lawyer is een Engels woord. In Engelssprekende landen betekent de term niet overal hetzelfde. In Engeland betekent lawyer iemand die een juridische studie heeft voltooid. In de Verenigde Staten wordt met lawyer doorgaans de beroepsbeoefenaar aangeduid die is toegelaten tot de balie en o.a. juridische bijstand in procedures verleent, ook wel attorney at law genoemd. 4.7. De vraag is of het in aanmerking komende publiek de term lawyer zal associëren met advocaat. Juridische Diensten richt zich voor haar dienstverlening op het Midden- en Kleinbedrijf. Deze ondernemers zullen in het algemeen geen bijzondere kennis hebben over de manier waarop in de verschillende landen de juridische professie is vorm gegeven en zich niet bewust zijn van de betekenis van de term lawyer in de verschillende Anglo-Amerikaanse jurisdicties. Zij zullen daarom de term lawyer een betekenis geven op basis van wat zij daarover op de televisie en in kranten en boeken vernemen. Hoewel aan de hand van onderzoek zou moeten worden vastgesteld via welke kanalen en in welke context het publiek de term lawyer tegenkomt en welke associaties het publiek daarbij heeft, oordeelt de voorzieningenrechter voorshands dat dit vooral gebeurt via Amerikaanse TV-series over advocatenkantoren en verslagen in nieuwsuitzendingen over belangrijke procedures in de Verenigde Staten. In deze series en reportages worden advocaten overwegend aangeduid als lawyers. Voorshands oordeelt de voorzieningenrechter daarom dat de term lawyer als onderdeel van de handelsnaam voor een kantoor voor juridische dienstverlening, waarvoor geen advocaten werkzaam zijn, verwarring wekt, omdat het in aanmerking komende publiek – het MKB – het woord lawyers zal associëren met advocaten. 4.8. Deze verwarring is onnodig. Juridische Diensten kan een andere naam kiezen, waarmee zij aan het publiek op niet verwarring wekkende manier duidelijk maakt welke diensten zij aanbiedt. In de eerste plaats valt te denken aan haar statutaire naam “Juridische Diensten C.V.”, maar ook aan een naam als “bedrijfsjuridisch adviesbureau”. Deze namen veroorzaken geen verwarring omtrent de hoedanigheid van degenen die juridisch advies geven. 4.9. Juridische Diensten c.s. hebben gesteld dat bedrijfsjuristen hun beroep naar het Engels vertalen in company lawyers. Zij hebben verwezen naar de homepage van de European Company Lawyers Association, www.ecla.org en de hyperlink die naar deze website verwijst op de homepage van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen, www.ngb.nl . Dit een en ander leidt niet tot een ander oordeel. Een bedrijfsjurist is een functionaris die binnen een bedrijf afdelingen daarvan of collega’s juridisch advies geeft of die namens het bedrijf communiceert met derden over juridische kwesties. Een bedrijfsjurist werft niet bij derden om juridische diensten en maakt daarvoor geen reclame. Dit brengt mee dat de hyperlink naar www.ecla.org geen schending is van art. 6:194 sub i BW. 4.10. Het voorgaande betekent dat het verbod tot gebruik van de handelsnaam “Company Lawyers” zal worden toegewezen, omdat Juridische Diensten daarmee art. 6:194 sub i BW overtreedt. Dit brengt vanzelfsprekend mee dat deze naam ook niet meer op het briefpapier mag worden gebruikt en dat [gedaagde sub 3] deze naam ook niet mag gebruiken, niet als opdrachtnemer van Juridische Diensten, maar ook niet los van Juridische Diensten. 4.11. Juridische Diensten c.s. hebben gesteld dat een verbod op de handelsnaam een onredelijke benadeling van hen zou opleveren, omdat zij gedurende vijf jaren goodwill hebben opgebouwd met deze handelsnaam. Dit verweer wordt verworpen. In rechte kan geen erkenning worden gegeven voor goodwill die is opgebouwd met een handelsnaam die strijdig is met het bepaalde in art. 6:194 sub i BW. Het logo 4.12. In het door Juridische Diensten c.s. gebruikte logo is, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, onmiskenbaar een persoon in toga met bef te herkennen. Vooral de witte bef springt in het oog. Er zijn maar weinig beroepsgroepen die gebruik maken van een toga en een witte bef. Zeker nu Company Lawyers in elk geval duidt op juridische dienstverlening, kan de persoon in toga met witte bef alleen maar duiden op het beroep van advocaat. Dat in het logo de voor advocaten in toga’s ongebruikelijke kleuren blauw en groen zijn gebruikt, doet daaraan niet af, daargelaten of die stelling overigens overtuigend is. Het gebruik van het logo is misleidend nu noch [gedaagde sub 3] noch Juridische Diensten de titel advocaat of advocatenkantoor mogen voeren, en dus onrechtmatig. Het gevorderde verbod om dit logo of een ander logo waarin een persoon in toga is te herkennen te gebruiken in combinatie met een handelsnaam waarin het woord ‘lawyer’ of ‘lawyers’ voorkomt zal worden toegewezen. 4.13. Overigens is de discussie over het logo tussen partijen gevoerd los van de handelsnaam. De Orde Arnhem vordert een verbod van gebruik van het logo in combinatie met de handelsnaam. Die vordering zal worden toegewezen. Zou de Orde Arnhem een verbod hebben gevorderd op gebruik van het logo, ook los van de handelsnaam, dan zou die vordering ook zijn toegewezen. Overige verweren 4.14. De Orde Arnhem is begin dit jaar geconfronteerd met het door Juridische Diensten c.s. in dit arrondissement gebruikte briefpapier. Zij heeft onweersproken gesteld dat zij niet op de hoogte was van het feit dat [gedaagde sub 3] tot 2001 advocaat in het arrondissement Roermond was en dat deze in 2001 aan de Raad van Toezicht van de Orde Roermond had gevraagd of hij zijn kantoor de naam Company Lawyers mocht geven, waarop de Orde Roermond nooit antwoord heeft gegeven. Niet kan worden staande gehouden, zoals door Juridische Diensten c.s. betoogd, dat het niet optreden - gedurende meer dan vijf jaar - door de Orde Roermond tegen de handelsnaam en het logo zoals daar ook gebruikt, kan worden tegengeworpen aan de Orde Arnhem. De Orden van Advocaten in de verschillende arrondissementen hebben ieder hun eigen bestuur (de Raden van Toezicht), beheren ieder hun eigen vermogen en houden ieder in hun eigen arrondissement toezicht op een behoorlijke uitoefening van de praktijk en de naleving van de plichten van advocaten. Ze hebben een afzonderlijke identiteit en worden niet geacht taken van elkaar over te nemen of vermogensbestanddelen over te hevelen, hetgeen op zijn minst is vereist voor de volledige vereenzelviging van twee rechtspersonen. Niet gesteld noch gebleken is dat de Orde Arnhem misbruik maakt van het identiteitsverschil tussen de verschillende Orden. Daarmee ontvalt de grondslag aan de stellingen van Juridische Diensten c.s. met betrekking tot het ontbreken van spoedeisend belang, de verjaring van de vorderingen en de rechtsverwerking. 4.15. Nu zulks wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter het op te leggen verbod versterken met een dwangsom, welke aan een maximum zal worden gebonden. 4.16. Juridische Diensten c.s. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. De kosten aan de zijde van de Orde Arnhem worden begroot op: - dagvaarding € 84,31 - vast recht 251,00 - salaris procureur 816,00 Totaal € 1.151,31 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. verbiedt Juridische Diensten, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] om, na zeven dagen na betekening van dit vonnis, de handelsnaam Company Lawyers te voeren of enige andere naam, waarin de termen “lawyer” of “lawyers” voorkomen, 5.2. verbiedt Juridische Diensten, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] om, na drie dagen na betekening van dit vonnis, briefpapier te gebruiken met een logo waarin een persoon in toga met bef is te herkennen gecombineerd met een handelsnaam waarin het woord “lawyer” of “lawyers” voorkomt of een woord dat anderszins refereert aan juridische dienstverlening, 5.3. veroordeelt Juridische Diensten, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk om, per keer dat zij in strijd handelen met het hierboven genoemde verboden aan de Orde Arnhem te betalen van een dwangsom van € 10.000,00, met een maximum van € 200.000,00, 5.4. veroordeelt Juridische Diensten, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de Orde Arnhem tot op heden begroot op € 1.151,31, 5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 5.6. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.A. Satijn op 30 augustus 2007.