Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3794

Datum uitspraak2007-02-27
Datum gepubliceerd2007-09-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 06/1535
Statusgepubliceerd


Indicatie

Uitnodigingsbrief van de Gemeente Den Haag aan meerdere ondernemingen om een bieding te doen voor de aankoop en herontwikkeling van enkele panden in het bestemmingsplan Duinoord. Niet aannemelijk geworden dat de in de uitnodigingsbrief omschreven procedure kwalificeert als een "aanbesteding" in de zin van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: het BAO). Dat de Gemeente in de uitnodigingsbrief een aantal (rand)voorwaarden formuleert waaraan het project moet voldoen, brengt nog niet zonder meer met zich dat in casu sprake is van een "overheidsopdracht" in de zin van het BAO. De Gemeente heeft het planvoorstel van Pro Veres afgewezen. Het voldoen aan de Haagse parkeernormen is een voorwaarde voor het verkrijgen van de benodigde bouwvergunning voor het project. Het plan van Pro Veres voldoet niet aan de Haagse parkeernormen. Er kan daarom voor haar bouwplan geen bouwvergunning verleend worden. Het plan is dus niet uitvoerbaar. Dat de Gemeente in haar uitnodigingsbrief niet expliciet heeft vermeld dat het niet voldoen aan de parkeernorm leidt tot uitsluiting, leidt niet tot een ander oordeel. Naar voorlopig oordeel heeft de Gemeente dan ook kunnen oordelen dat het plan van Pro Veres niet voldoet aan de Haagse parkeernormen en dat dit leidt tot (verdere) uitsluiting van de procedure.


Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE sector civiel recht - voorzieningenrechter Vonnis in kort geding van 27 februari 2007, gewezen in de zaak met rolnummer KG 06/1535 van: de stichting Pro Veres, gevestigd te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, eiseres, procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, advocaat mr. A. Stellingwerff Beintema te Amsterdam, tegen: de rechtspersoon naar publiekrecht Gemeente 's-Gravenhage, zetelend te 's-Gravenhage, gedaagde, procureur: mr. L.R. Kiers, advocaten: mrs. L.R. Kiers en E.L.H. van Erp te 's-Gravenhage. Eiseres zal hierna worden aangeduid als "Pro Veres" en gedaagde als "de Gemeente". 1. De feiten Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 15 februari 2007 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan. 1.1. De Gemeente, meer in het bijzonder de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, heeft bij brief van 6 juni 2005 (hierna: de uitnodigingsbrief) meerdere ondernemingen die zich daarvoor geïnteresseerd hadden getoond, uitgenodigd om een bieding te doen voor de aankoop en herontwikkeling van de panden aan de Archimedesstraat 1-3 en de Laan van Meerdervoort 211 te 's-Gravenhage, beide gelegen in het bestemmingsplan "Duinoord" (hierna: het project). 1.2. In de uitnodigingsbrief staat, voorzover thans van belang, vermeld (waarbij "HOED" staat voor huisartsen onder één dak): "Alle partijen worden in de gelegenheid gesteld om een planvoorstel te ontwikkelen binnen de in deze brief gestelde randvoorwaarden, daar een financiële vertaling van te maken, resulterend in een bod op het pand. (...). [...] Functies/programma De voorkeur gaat uit naar de realisatie van woningen op deze locatie. Een menging van wonen en andere functies is eventueel bespreekbaar. Omwonenden en vertegenwoordigers van het Bewonersoverleg Duinoord hebben aangegeven de voorkeur te geven aan woningen op deze locatie. Daarbij denken zij ook aan een woonzorgcomplex, eventueel met een kleinschalige kinderopvang daarin geïntegreerd. Andere wensen zijn een nieuw onderkomen voor het Bewonersoverleg Duinoord en een beperkte HOED-praktijk voor maximaal drie huisartsen. Voorwaarden De voorwaarden aan de planontwikkeling zijn als volgt: - het gebouw dient te worden behouden - het voorstel dient te voldoen aan de parkeernormen. Hierbij moet uitgegaan worden van de normen zoals vastgelegd in de bijgevoegde brochure 'bouwen en parkeren in Den Haag'. Vooralsnog moet ervan uit worden gegaan dat 15 parkeerplaatsen beschikbaar zijn bij ontwikkeling van de Laan van Meerdervoort. Bij ontwikkeling van Laan van Meerdervoort en Archimedesstraat zijn 22 parkeerplaatsen beschikbaar. Deze parkeerplaatsen in de openbare ruimte kunnen worden benut voor de functie(s) in uw voorstel. Het 'exclusief' bestemmen voor deze functies is echter niet toegestaan. - de planontwikkeling geschiedt voor rekening en risico van de genodigde. - [...] Selectiecriteria Bij de selectie wordt een afweging gemaakt op basis van de volgende factoren. - functionele invulling (o.a. wenselijkheid van functies in relatie tot de omgeving, samenhang tussen voorgestelde functies. - financiële onderbouwing (o.a. hoogte van het bod in verhouding tot de geplande functies, haalbaarheid). - bouwkundige ingreep (met name in relatie tot karakter en potentie van het gebouw). - een overzicht van de door u gerealiseerde, in omvang vergelijkbare, projecten. - voldoende bewijs van kredietwaardigheid voor de realisering van het plan. [...] Aan de geselecteerde partij zal ter ondertekening een uitgifte-overeenkomst worden voorgelegd. In deze overeenkomst worden onder andere afspraken gemaakt over de planontwikkeling, de uitgifteprijs, de waarborgsom, de bestemming & het gebruik van grond en opstallen en de afnamedatum van de grond in erfpacht. (...)." 1.3. Pro Veres heeft bij brief van 30 augustus 2005 haar planvoorstel en bieding voor het project bij de Gemeente ingediend. 1.4. Pro Veres heeft bij fax van 20 december 2005 aan de Gemeente onder meer medegedeeld dat zij "op een receptie van één van de aanbieders, te horen kreeg dat het project niet toegewezen wordt aan ProVeres." en laat weten hiertegen bezwaar te hebben. 1.5. Op 10 februari 2006 heeft de Gemeente, in reactie op de onder 1.4. bedoelde brief, onder meer het volgende aan Pro Veres medegedeeld: "In uw brief bericht u dat u eerder via 'de huisartsen' en ook anderszins te horen hebt gekregen, dat de gemeente niet gekozen heeft voor uw herbestemmingvoorstel (...). Omdat het college nog geen besluit heeft genomen over de nieuwe bestemming van deze locatie, kan ik niet inhoudelijk ingaan op uw brief. Dit zou bovendien niet correct zijn tegenover de negen andere partijen die ook plannen voor deze locatie hebben ingediend. Op 23 december 2005 heeft de projectleider, (...), u telefonisch bericht dat het college in februari 2006 een keuze zal maken tussen de tien voorstellen voor de herbestemming van deze locatie. (...)." 1.6. De Gemeente heeft in haar brief van 23 mei 2006 het planvoorstel van Pro Veres afgewezen, waarbij het volgende wordt medegedeeld: "De gemeente heeft tien voorstellen ontvangen. De voorstellen zijn, voor zover het ingezonden materiaal dit toeliet, op de volgende aspecten beoordeeld: 1) (kwaliteit van de) bouwkundige ingreep. De mate waarin het exterieur behouden blijft en gebruik is gemaakt van de structuur en waardevolle elementen van het interieur zijn hierbij als criteria gehanteerd. 2) parkeren 3) programma/functionele invulling/beleid 4) financiële bieding De gemeentelijke besluitvorming voor de herbestemming van deze locatie is tot mijn spijt ernstig vertraagd. (...). Het college heeft op 16 mei 2006 besloten om het voorstel van Van Roey Projectontwikkeling te kiezen. (...). Het projectdocument waarin het college haar besluit nader motiveert treft u hierbij ter informatie aan. In dit projectdocument wordt uw voorstel als volgt beoordeeld: 'De financiële bieding van Pro Veres is als zeer goed beoordeeld. Dit plan scoort echter onvoldoende voor wat betreft de voorgestelde bouwkundige ingrepen. Ook is sprake van een tekort van 29 parkeerplaatsen bij de ontwikkeling van het voorgestelde medisch centrum.' " 2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer 2.1. Pro Veres vordert -zakelijk weergegeven- primair - een verbod om een grondreserveringsovereenkomst met betrekking tot het project te sluiten met een ander dan Pro Veres; - een gebod tot herbeoordeling van de aanbieding van Pro Veres; subsidiair - een gebod tot onderhandelen met Pro Veres; meer subsidiair - een bevel om de lopende contracteringsprocedure voor de grondreserveringsovereenkomst te staken en gestaakt te houden; - een gebod tot heraanbesteding; meest subsidiair - enig andere voorziening die de voorzieningenrechter passend acht; alles op straffe van een dwangsom. 2.2. Daartoe voert Pro Veres -samengevat- het volgende aan. De Gemeente heeft het bouwplan van Pro Veres ten onrechte afgewezen. De Gemeente heeft namelijk in strijd met de (aanbestedings)beginselen gelijkheid, transparantie en objectiviteit gehandeld. 2.3. De Gemeente voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken. 3. De beoordeling van het geschil 3.1. Anders dan de Gemeente stelt, heeft Pro Veres niet haar rechten verwerkt om een vordering tegen de Gemeente in te stellen. Een enkel tijdsverloop of stilzitten is immers onvoldoende om te kunnen concluderen dat het Pro Veres niet meer vrij zou staan om een vordering jegens de Gemeente in te stellen. De omstandigheid dat het "contracteringstraject" tussen de Gemeente en Van Roey Projectontwikkeling B.V. inmiddels in een zeer ver gevorderd stadium is, maakt het voorgaande evenmin anders. 3.2. Het is, mede gezien de gemotiveerde betwisting van de Gemeente, voorshands niet aannemelijk geworden dat de in de uitnodigingsbrief omschreven procedure kwalificeert als een "aanbesteding" in de zin van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: het BAO). Het project wordt niet ontwikkeld voor het gebruik of beheer door de Gemeente. Niet is gebleken dat sprake is van een totaal door de Gemeente voorgeschreven ontwikkelingsplan. Zo is er een (keuze)vrijheid voor de invulling van functies in het project. Dat de Gemeente in de uitnodigingsbrief een aantal (rand)voorwaarden formuleert waaraan het project moet voldoen, brengt nog niet zonder meer met zich dat in casu sprake is van een "overheidsopdracht" in de zin van het BAO. De voorzieningenrechter laat nog daar dat niet gebleken is dat de waarde van het project de drempelwaarde overschrijdt (artikel 7 BAO). 3.3. Tussen partijen is niet in geschil dat de Gemeente bij de procedure voor het (toewijzen van) het project de beginselen van gelijke behandeling, transparantie en objectiviteit in acht dient te nemen. Zij twisten ten eerste over de vraag of Pro Veres voldoet aan de in de uitnodigingsbrief gestelde voorwaarde ter zake de parkeerplaatsen. 3.4. Partijen hebben ter zitting aangegeven dat in het plan van Pro Veres, afgezien van een klein afrondingsverschil, in totaal 34 parkeerplaatsen nodig zijn, namelijk 7 plekken voor de woningen, 7 plekken voor de apotheek en 20 plekken voor het medisch centrum. Daarbij zijn er, zoals aangegeven in de uitnodigingsbrief, 22 plekken reeds beschikbaar, zodat er nog 12 parkeerplaatsen (nieuw) gerealiseerd moeten worden. Pro Veres stelt dat zij in haar plan heeft aangegeven dat deze 12 plaatsen gerealiseerd zullen gaan worden op het "eigen terrein aan de zijkant en bij de entree". Hiermee voldoet zij aan de gestelde Haagse parkeernormen. 3.5. In tegenstelling tot hetgeen Pro Veres heeft aangevoerd, blijkt uit haar plan voorshands echter niet hoe en waar zij de 12 parkeerplaatsen op het "eigen terrein" precies wil gaan realiseren. Deze te realiseren parkeerplaatsen zijn evenmin ingetekend in de door haar ingediende bouwtekening. Daarnaast geldt dat ook niet aannemelijk is geworden dat het realiseren van parkeerplaatsen op "openbaar gebied" tot de mogelijkheden behoort. Dit zou overigens in de zienswijze van Pro Veres leiden tot 7 extra parkeerplaatsen in plaats van de 12 benodigde parkeerplaatsen. 3.6. Aan de stelling dat de Gemeente handelt in strijd met het gelijkheidsbeginsel door bij het plan van Pro Veres uit te gaan van de functie "medisch centrum" en bij het plan van Van Roey Projectontwikkeling B.V. van de functie "arts", wordt voorbijgegaan. Pro Veres heeft in haar plan immers zelf aangegeven een "medisch centrum" te willen realiseren, zodat de Gemeente hiervan uit mocht gaan. De enkele omstandigheid dat in de bijlage bij de onder 1.6 bedoelde afwijzingsbrief bij het plan van Pro Veres "HOED" staat vermeld, doet hier niet aan af. 3.7. Alsdan is aan de orde de vraag of de gestelde voorwaarde voor parkeerplaatsen als een "knock-out criterium" beschouwd kan worden, dat leidt tot (verdere) uitsluiting van de procedure indien hieraan niet wordt voldaan. Deze vraag dient voorshands bevestigend te worden beantwoord. 3.8. Niet betwist wordt dat het voldoen aan de Haagse parkeernormen een voorwaarde is voor het verkrijgen van de benodigde bouwvergunning voor het project. Nu niet is gebleken dat het plan van Pro Veres voldoet aan de Haagse parkeernormen, kan voor haar bouwplan geen bouwvergunning verleend worden en is het plan niet uitvoerbaar. Dat de Gemeente in haar uitnodigingsbrief niet expliciet heeft vermeld dat het niet voldoen aan de parkeernorm leidt tot uitsluiting, leidt niet tot een ander oordeel. 3.9. Ook de omstandigheid dat het plan van Pro Veres door de "voorselectie" van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling is gekomen en deze op 6 oktober 2005 aan de verantwoordelijk wethouder heeft geadviseerd met haar plan verder te gaan (productie 12 bij dagvaarding), is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de Gemeente bij Pro Veres het "vertrouwen" heeft gewekt dat het niet voldoen aan de parkeernorm niet leidt tot uitsluiting. Daarbij komt dat gesteld noch gebleken is dat de Gemeente één en ander vóór de onder 1.6 bedoelde afwijzingsbrief kenbaar heeft gemaakt aan Pro Veres. 3.10. Naar voorlopig oordeel heeft de Gemeente dan ook kunnen oordelen dat het plan van Pro Veres niet voldoet aan de Haagse parkeernormen en dat dit leidt tot (verdere) uitsluiting van de procedure. De verdere stellingen van Pro Veres kunnen dan ook onbesproken blijven. 3.11. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van Pro Veres worden afgewezen en zij zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. 4. De beslissing De voorzieningenrechter: wijst af de vorderingen van Pro Veres; veroordeelt Pro Veres in de kosten van het geding aan de zijde van de Gemeente, tot dusverre begroot op € 1.067,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 251,-- aan griffierecht; bepaalt dat indien niet binnen veertien dagen na heden aan deze proceskostenveroordeling is voldaan, wettelijke rente daarover is verschuldigd; verklaart dit vonnis ten aanzien van deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 27 februari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier. az