Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3873

Datum uitspraak2007-09-12
Datum gepubliceerd2007-09-19
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers69633 / HA ZA 07-2228
Statusgepubliceerd


Indicatie

- rechtbank bevoegd bij vordering jegens Belgische aannemer (wanprestatie) en onderaannemer uit Puttershoek (onrechtmatige daad)? - Belgische aannemer voert terecht aan dat geen sprake is van zaken met ''nauweband" (art 6 EEX) - toch is de rechtbank bevoegd, nu het werk alhier is uitgevoerd (art. 5 EEX)


Uitspraak

vonnis RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 69633 / HA ZA 07-2228 Vonnis in incident van 12 september 2007 in de zaak van 1. [eiser 1], wonende te [woonplaats], 2. [eiser 2], wonende te [woonplaats], 3. de rechtspersoon naar buitenlands recht GROUPAMA TRANSPORT S.A., gevestigd te Parijs, Frankrijk, 4. de rechtspersoon naar buitenlands recht GENERALI FRANCE S.A., gevestigd te Parijs, Frankrijk, eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident, procureur mr. C.F.W.A. Hamm, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KAMPERS SCHEEPSCONSTRUCTIE B.V., gevestigd te Puttershoek, gedaagde, procureur mr. P.C. van Houten, 2. de rechtspersoon naar buitenlands recht BVBA G.S.P. PROJECTS, gevestigd te Antwerpen, Belgiƫ, gedaagde, eiseres in het incident, procureur mr. J.A. Visser. Partijen zullen afzonderlijk [eiser 1] en [eiser 2], Groupama, Generali worden genoemd en tezamen: eisers. Gedaagden worden aangeduid als Kampers en GSP. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: -de dagvaarding -de akte producties van eisers -de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring van GSP -de incidentele conclusie van antwoord tevens akte eiswijziging -de akte houdende bezwaar tegen wijziging eis van GSP. 1.2. Aan gedaagde Kampers is uitstel verleend voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak tot 26 september 2007. 1.3. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. 2. standpunt eisers in de hoofdzaak/verweerders in het incident 2.1. Volgens eisers in de hoofdzaak is tussen [eiser 1] en [eiser 2] enerzijds en GSP anderzijds een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten betreffende de afbouw van een casco van een in Roemeniƫ gebouwd schip, en was Kampers onderaannemer van GSP. Eisers in de hoofdzaak stellen dat de mobiele stuurhut van het schip op het dek is gevallen, waarmee GSP wanprestatie heeft gepleegd en Kampers onrechtmatig heeft gehandeld. Groupama en Generali zijn volgens eisers verzekeringsmaatschappijen die de schade deels vergoed hebben en als zodanig gesubrogeerd zijn in de rechten van [eiser 1] en [eiser 2]. Volgens eisers komt deze rechtbank rechtsmacht toe. In eerste instantie hebben eisers daartoe gesteld dat Kampers binnen dit arrondissement is gevestigd, zodat deze rechtbank tevens bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tegen medegedaagde GSP (art. 6 EEX-Vo.). Nadat GSP de exceptie van onbevoegdheid heeft opgeworpen hebben eisers bij akte eiswijziging de grondslag van hun vordering uitgebreid, door te stellen dat ook om een andere reden deze rechtbank rechtsmacht toekomt, namelijk omdat de werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen dit arrondissement (art. 5 lid 1 EEX-Vo.). 3. standpunt GSP 3.1. Volgens GSP komt aan deze rechtbank geen rechtsmacht toe jegens GSP. Dit omdat de vordering jegens GSP is gegrond op wanprestatie en jegens Kampers op onrechtmatige daad. Aldus is geen sprake van een "nauwe band" in de zin van art. 6, lid 1 EEX-Vo. GSP verzet zich tegen de eiswijziging van eisers, omdat deze in strijd zou zijn met de goede procesorde. Had GSP zich niet gesteld in deze procedure, dan was de eis niet gewijzigd en dan had de rechtbank zich toch ook ambtshalve onbevoegd hebben moeten verklaren. Nu GSP zich slechts heeft gesteld om de bevoegdheid te betwisten bemoeilijken eisers GSP onredelijk in haar verdediging. GSP verzoekt de rechtbank om tussentijds appel toe te staan. 4. De beoordeling in het incident 4.1. GSP betwist niet dat het werk is uitgevoerd binnen dit arrondissement. Daarmee is de rechtsmacht van deze rechtbank jegens GSP gegeven op grond van art. 5, eerste lid sub a, EEX-Vo. Niet valt in te zien waarom de uitbreiding van de grondslag in strijd zou zijn met de goede procesorde of waarom GSP onredelijk in haar verdediging zou worden geschaad. De stellingen van GSP volstaan niet voor een zodanig oordeel. 4.2. Het verzoek om tussentijds in hoger beroep te mogen komen zal worden toegewezen. 4.3. Iedere nadere beslissing, waaronder die over de proceskosten in het incident, wordt aangehouden. 5. De beslissing De rechtbank: 5.1. verklaart zich bevoegd om kennis te nemen van het geschil jegens GSP; 5.2. staat toe dat tussentijds in hoger beroep wordt gekomen van deze uitspraak; 5.3. houdt de beslissing omtrent de proceskosten in het incident aan totdat in de hoofdzaak zal worden beslist; 5.4. bepaalt dat een comparitie van partijen zal worden gelast nadat ook Kampers een conclusie van antwoord heeft genomen, althans heeft kunnen nemen; 5.5. houdt iedere nadere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2007.