Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB3968

Datum uitspraak2007-09-13
Datum gepubliceerd2007-09-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers71675 KG ZA 07-165
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Voormalig bestuurder, thans nog aandeelhouder BV's dreigt concurrerende activiteiten te gaan ontplooien en heeft ook werknemers benaderd. Twee andere werknemers zijn reeds overgestapt. Verbod om klanten en werknemers te benaderen toegewezen. Overige vorderingen afgewezen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 71675 / KG ZA 07-165 Vonnis in kort geding van 13 september 2007 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES CAPELLE A/D IJSSEL B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES UITZEND- EN DETACHERINGSBUREAU B.V., gevestigd te Velsen, kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTEROCEAN MARITIME SERVICES B.V., gevestigd te Leiden, kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel, 4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES B.V., gevestigd te Leiden, kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel, 5. de rechtspersoon naar Engels recht INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES (UK) LIMITED, gevestigd te Yarm (UK), 6. de rechtspersoon naar Engels recht INTERIM PERSONNEL SERVICES (UK) LIMITED, gevestigd te Yarm (UK), 7. de rechtspersoon naar Belgisch recht INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES BELGIE B.V.B.A., gevestigd te Maasmechelen (België), 8. de rechtspersoon naar Belgisch recht INTEROCEAN PERSONNEL SERVICES INTERIM B.V.B.A., gevestigd te Maasmechelen (België), 9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid M.C.M. HOLDING B.V., gevestigd te Leiden, kantoorhoudende te Oegstgeest, 10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid M.R.L. HOLDING B.V., gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te Voorburg eiseressen, procureur mr. M.L. Veldhuijzen, tegen 1. [gedaagde 1], wonende te Schelluinen, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid H.N.S. HOLDING B.V., gevestigd te Giessenlanden, kantoorhoudende te Schelluinen, gedaagden, procureur mr. C.F.W.A. Hamm. Eiseressen 1 tot en met 8 zullen hierna IPS worden genoemd, eiseres 9 MCM en eiseres 10 MRL. Eiseressen gezamenlijk zullen hierna worden aangeduid met IPS c.s. Gedaagden zullen hierna [gedaagde 1] en HNS genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 22 augustus 2007; - de mondelinge behandeling van 30 augustus 2007; - de pleitnota van IPS c.s. - de pleitnota van [gedaagde 1] en HNS. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. [gedaagde 1] is statutair bestuurder van zijn houdstermaatschappij HNS. De houdstermaatschappijen MCM en MRL houden samen met HNS de aandelen in het geplaatste aandelenmaatschappij van IPS. 2.2. In 2001 heeft IPS een managementovereenkomst met HNS gesloten ter formalisering van [gedaagde 1]s werkzaamheden voor IPS. In deze overeenkomst is geen concurrentiebeding opgenomen. 2.3. Enkel in de aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot eiseres 5 is een beding opgenomen dat de aandeelhouders van de vennootschap verbiedt actief werknemers en klanten van eiseres 5 te benaderen. 2.4. Bunel Personnel Services B.V., hierna te noemen Bunel, is een directe concurrent van IPS. Bunel heeft MCM, MRL en HNS in 2006 benaderd om het geplaatste aandelenkapitaal in IPS te kopen. De holdings en Bunel hebben gesprekken gevoerd over de mogelijke verkoop en er is een letter of intent getekend. 2.5. MCM en MRL wilden van de verkoop afzien en hebben aan HNS, die wel wilde verkopen, aangeboden om haar aandelen te kopen onder dezelfde voorwaarden die Bunel had geboden. MCM, MRL en HNS hebben de gesprekken met Bunel begin 2007 beëindigd. 2.6. HNS heeft het aanbod van MCM en MRL niet geaccepteerd op de grond dat het aanbod van Bunel en derhalve ook dat van MCM en MRL, een concurrentieverbod voor HNS en [gedaagde 1] inhoudt voor de duur van vijf jaren. 2.7. Indien HNS haar aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal in IPS wil verkopen, dient zij blokkeringsregelingen na te leven. 2.8. HNS heeft de aandelen in het geplaatste kapitaal in IPS nogmaals aan MCM en MRL te koop aangeboden. Tussen partijen bestaat geen overeenstemming. 2.9. HNS heeft aangegeven dat zij een bindende afspraak met Bunel heeft om, indien zij haar aandelen in het geplaatste kapitaal in IPS niet aan MCM en MRL verkoopt, zij de aandelen in IPS aan Bunel zal overdragen. 2.10. [gedaagde 1] heeft tevens verklaard dat indien HNS haar aandelen niet aan MCM en MRL verkoopt, hij overweegt zijn aandelen in HNS aan een derde, zoals bijvoorbeeld Bunel, over te dragen. 2.11. [gedaagde 1] heeft met meerdere personeelsleden van IPS gesproken over zijn vertrek en zijn nieuw op te richten vennootschap. Tevens heeft [gedaagde 1] informatie gegeven aan personeelsleden die geïnteresseerd waren in een zelfde overstap als [gedaagde 1]. 2.12. [gedaagde 1] heeft op 8 augustus 2007 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ARS Beheer B.V. i.o. opgericht. 2.13. De heer [bet[betrokkene], hierna te noemen [betrokkene], manager van de tunneling afdeling van IPS, heeft ontslag genomen bij IPS en heeft twee besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid opgericht, te weten International Tunneling Services (ITS) B.V. (i.o.) en International Crew Services (ICS) B.V. (i.o.). Deze vennootschappen houden kantoor aan de Rivium 2e straat 41-49 te Capelle aan den IJssel. Dit adres is op loopafstand van het kantooradres van het hoofdkantoor van IPS. 2.14. [gedaagde 1], Bunel en [betrokkene] zijn bezig een samenwerkingsverband op te zetten dat in de nabije toekomst kan gaan concurreren met IPS. 2.15. Een andere werknemer van IPS, mevrouw C. Kesteloo, heeft haar baan bij IPS opgezegd om te gaan werken bij het nieuwe bedrijf van [gedaagde 1]. 2.16. Op 17 augustus 2007 is [gedaagde 1] in overleg met IPS, MCM en MRL met onmiddellijke ingang als statutair bestuurder van IPS teruggetreden en heeft hij alle (overige) functies bij IPS neergelegd. Tevens zijn de managementovereenkomsten tussen HNS en IPS per 17 augustus 2007 met onmiddellijke ingang beëindigd. 2.17. [gedaagde 1] en HNS hebben zich op 27 augustus 2007 eenzijdig en onverplicht jegens IPS gebonden aan een werknemers-/klantenbeding met boetebepaling. 3. Het geschil De vordering. 3.1. IPS c.s. vorderen dat [gedaagde 1] en HNS hoofdelijk veroordeeld worden, op straffe van een dwangsom van € 10.000.000,- voor iedere keer dat zij in gebreke blijven, om: - geen bedrijfsinformatie van IPS c.s. te verveelvoudigen en aldus, of anderszins (waaronder mondeling) wordt gedeeld met derden; - geen dragers met bedrijfsinformatie van IPS c.s. buiten hun kantoorruimte te brengen; - geen personeelsleden te benaderen, uit te nodigen of te bewegen om hun werkzaamheden voor IPS c.s. te beëindigen; - geen klanten of potentiële klanten van IPS c.s. te benaderen met als doel hun relatie of beoogde relatie met IPS c.s. te beëindigen; - geen met die van IPS c.s. concurrerende activiteiten te verrichten; - geen samenwerkingsverband aan te gaan met Bunel of een andere directe concurrent van IPS c.s.; - de aandelen van [gedaagde 1] in HNS niet over te dragen aan een derde, althans niet aan een concurrent van IPS c.s., zoals Bunel; - geen verplichtingen aan te gaan tot levering van de aandelen van [gedaagde 1] in HNS aan een derde; - de aandelen van [gedaagde 1] in HNS niet te bezwaren. Voorts vorderen IPS c.s. dat [gedaagde 1] en HNS worden veroordeeld in de proceskosten. Ter zitting hebben IPS c.s. hun vordering aldus gewijzigd dat zij tevens vorderen dat [gedaagde 1] en HNS worden veroordeeld IPS c.s. te informeren welke personeelsleden en klanten zijn benaderd en met welke boodschap. 3.2. IPS c.s. voeren hiervoor aan dat [gedaagde 1] zijn plicht tot behoorlijke taakvervulling op grond van artikel 2:9 BW heeft geschonden en dat HNS zich heeft gedragen in strijd met de managementovereenkomsten. Door na 17 augustus 2006 met IPS concurrerende activiteiten te blijven verrichten, plegen [gedaagde 1] en HNS een onrechtmatige daad jegens IPS c.s. 3.3. Voorts stellen IPS c.s. dat HNS ten aanzien van eiseres 5 in strijd met artikel 9 van de aandeelhoudersovereenkomst handelt. 3.4. Met betrekking tot een eventuele overdracht van zijn aandelen in HNS stellen IPS c.s. dat [gedaagde 1] aldus de blokkeringsregeling van IPS omzeilt. IPS c.s. voeren aan dat zij er belang bij hebben dat niet een concurrent eigenaar wordt van een aanzienlijk deel in haar geplaatste aandelenkapitaal en zeggenschap krijgt over IPS. Het verweer. 3.5. [gedaagde 1] en HNS voeren als verweer aan dat aangezien partijen geen concurrentiebeding zijn overeengekomen, [gedaagde 1] en HNS vrij zijn om met die van IPS concurrerende activiteiten te ontplooien. [gedaagde 1] en HNS betwisten actief personeelsleden en/of klanten van IPS te benaderen of benaderd te hebben. 3.6. Voorts betwisten [gedaagde 1] en HNS dat IPS c.s. er belang bij hebben dat het [gedaagde 1] en HNS wordt verboden bedrijfsinformatie te verveelvoudigen, te delen met derden of dragers met bedrijfsinformatie buiten de kantoorruimte van IPS te brengen aangezien [gedaagde 1] geen toegang meer heeft tot bedrijfsruimten van IPS. Tevens betwisten [gedaagde 1] en HNS dat [gedaagde 1] handelingen heeft verricht die een dergelijk verbod rechtvaardigen. 3.7. [gedaagde 1] en HNS betwisten dat er een rechtsgrond is op grond waarvan het aan [gedaagde 1] moet worden verboden om zijn aandelen in HNS te vervreemden of bezwaren. Bovendien stellen [gedaagde 1] en HNS dat IPS c.s. hierbij geen belang hebben. 3.8. [gedaagde 1] en HNS hebben bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van IPS c.s. 4. De beoordeling Rechtsmacht 4.1. Aangezien [gedaagde 1] en HNS in Nederland gevestigd zijn, is de Nederlandse rechter op grond van art. 2 EEX-Vo bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Toepasselijk recht ten aanzien van eiseres 5 4.2. Eiseres 5, die in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, heeft haar vorderingen gegrond zowel op niet nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst als op onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] en HNS. Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn beide partij bij het Verdrag van Rome van 19 juni 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, welk verdrag voor beide landen in werking is getreden. Nu niet is gebleken dat door partijen een keuze is gedaan ten aanzien van het toepasselijke recht, is ingevolge artikel 4 lid 1 van dit verdrag het recht van toepassing van het land waarmee de overeenkomst het nauwst is verbonden. In het onderhavige geval kan echter een deel van de aandeelhoudersovereenkomst worden afgescheiden, te weten het verbod om actief werknemers en klanten van eiseres 5 te benaderen. De meest kenmerkende prestatie in dit gedeelte van de overeenkomst is het verbod dat dient te worden nageleefd door [gedaagde 1] en/of HNS. Aangezien [gedaagde 1] en HNS in Nederland zijn gevestigd, is op het onderhavige geschil Nederlands recht van toepassing. 4.3. Voor zover eiseres 5 haar vorderingen heeft gegrond op onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] en HNS, wordt geoordeeld dat aangezien het gestelde onrechtmatige handelen zodanig nauw is verbonden met de tussen partijen bestaande aandeelhoudersovereenkomst, dat het recht dat van toepassing is op deze laatste rechtsverhouding, te weten Nederlands recht, ook van toepassing is op de gestelde onrechtmatige daad. Toepasselijk recht ten aanzien van eiseressen 6, 7 en 8 4.4. Eiseressen 6, 7 en 8 zijn gevestigd in het Verenigd Koninkrijk respectievelijk België. Voor zover sprake is van onrechtmatig handelen door [gedaagde 1] en/of HNS vindt dit handelen plaats in Nederland en ondervindt IPS c.s. hiervan schade in Nederland, aangezien het hoofdkantoor van IPS c.s. zich in Nederland bevindt en ook de aansturing van de groep plaatsvindt vanuit Nederland. Gelet op deze omstandigheden is op de rechtsverhouding tussen partijen Nederlands recht van toepassing. Eiswijziging 4.5. [gedaagde 1] en HNS hebben bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van IPS c.s. Aangezien de eiswijziging niet schriftelijk is aangekondigd doch eerst ter zitting is gedaan en [gedaagde 1] en HNS hierop onvoldoende hebben kunnen reageren, wordt de eiswijziging niet toegelaten. Spoedeisend belang 4.6. IPS c.s. hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van het verzochte pakket aan maatregelen, aangezien [gedaagde 1] en HNS hebben aangekondigd zich vrij te achten om met IPS c.s. concurrerende werkzaamheden te gaan verrichten. Onrechtmatige concurrentie 4.7. IPS c.s. enerzijds en [gedaagde 1] en HNS anderzijds zijn geen non-concurrentiebeding overeengekomen, behoudens het bepaalde in artikel 9 van de aandeelhoudersovereenkomst van eiseres 5. In dat geval is het in beginsel niet onrechtmatig te achten dat [gedaagde 1] en/of HNS zaken doet met klanten van IPS c.s., voor zover die klanten zich op eigen initiatief tot [gedaagde 1] en/of HNS wenden. Onder bepaalde omstandigheden kan concurrentie door een aandeelhouder en een voormalig bestuurder echter wel onrechtmatig zijn jegens de vennootschap(pen). 4.8. [gedaagde 1] hield zich tot 17 augustus 2007 uit hoofde van de managementovereenkomst tussen IPS en HNS bezig met het dagelijks beleid van IPS en had de leiding over de organisatorische werkzaamheden. Bovendien onderhield [gedaagde 1] de contacten met de klanten van IPS. [gedaagde 1] is aldus volledig op de hoogte van de werkprocessen en het klantenbestand van IPS, zodat van hem een bijzondere zorgvuldigheid mag worden verwacht ten aanzien van IPS c.s.. 4.9. [gedaagde 1] en/of HNS wil(len) thans gaan samenwerken met directe concurrenten van IPS, te weten Bunel en [betrokkene]. De door [betrokkene] nieuw opgerichte vennootschappen zijn genaamd ITS en ICS (afgekort) welke afkortingen sterk lijken op de naam IPS. Beide vennootschappen zijn bovendien op loopafstand van IPS gevestigd. Deze omstandigheden brengen verwarringsgevaar voor klanten van IPS met zich mee. 4.10. Voorts is uit de stellingen van [gedaagde 1] op te maken dat [gedaagde 1] zich niet terughoudend heeft opgesteld ten aanzien van medewerkers van IPS die geïnteresseerd bleken in een overstap naar de (nieuwe) vennootschap van [gedaagde 1], dan wel naar één van de nieuwe vennootschappen van [betrokkene] en/of Bunel. 4.11. Onder deze omstandigheden is het onrechtmatig jegens IPS c.s. te achten indien [gedaagde 1] en/of HNS, klanten van IPS zullen benaderen met als doel hun relatie met IPS te beëindigen. Ten aanzien van eiseres 5 is dit ook in strijd met artikel 9 van de aandeelhoudersovereenkomst. Aangezien [gedaagde 1] heeft aangegeven met die van IPS concurrerende activiteiten te willen gaan verrichten, bestaat aanleiding het deel van de gevraagde voorzieningen dat betrekking heeft op het benaderen van klanten van IPS toe te wijzen met dien verstande dat het verbod zal gelden tot en met 31 december 2008. Onder benaderen wordt ook begrepen de situatie waarin een klant van IPS contact opneemt met [gedaagde 1] en/of HNS. Ook dan mag en/of mogen [gedaagde 1] en/of HNS deze klant niet bewegen bij IPS weg te gaan. 4.12. Tevens is het onrechtmatig te achten indien [gedaagde 1] en/of HNS personeelsleden van IPS zullen benaderen, uitnodigen of bewegen om hun werkzaamheden voor IPS te beëindigen. Ten aanzien van eiseres 5 is dit eveneens in strijd met artikel 9 van de aandeelhoudersovereenkomst. Nu reeds enkele medewerkers van IPS naar aanleiding van het vertrek van [gedaagde 1] ontslag hebben genomen bij IPS dan wel voornemens zijn hun arbeidsovereenkomst met IPS te beëindigen, bestaat aanleiding ook dit deel van de gevraagde voorzieningen toe te wijzen, met dien verstande dat ook dit verbod zal gelden tot en met 31 december 2008. Benaderen moet ook hier ruim worden uitgelegd (zie overweging 4.11). 4.13. Een verbod om ook potentiële klanten van IPS te benaderen is niet voor toewijzing vatbaar aangezien IPS c.s. niet voldoende concreet hebben aangegeven om welke klanten dit zou gaan. 4.14. Ook een algeheel verbod voor [gedaagde 1] en HNS om met die van IPS concurrerende activiteiten te gaan verrichten en een samenwerkingsverband aan te gaan met Bunel of een andere directe concurrent van IPS, voert te ver. De vrijheid om te concurreren met anderen dient in onze samenleving immers het uitgangspunt te zijn. Deze vrijheid dient slechts beperkt te worden voor zover deze onrechtmatig is jegens anderen. Bedrijfsinformatie 4.15. IPS c.s. hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde 1] buiten medeweten van IPS c.s. bedrijfsinformatie van IPS heeft verveelvoudigd en ter beschikking heeft gesteld van derden. Om deze reden bestaat geen grond voor toewijzing van de gevraagde voorziening hieromtrent. 4.16. Aangezien [gedaagde 1] geen toegang meer heeft tot de bedrijfsruimten van IPS c.s. bestaat evenmin aanleiding om bij wege van voorlopige voorziening [gedaagde 1] te verbieden dragers met bedrijfsinformatie van IPS c.s. buiten hun kantoorruimte te brengen. Aandelen in HNS 4.17. HNS is op grond van blokkeringsregelingen gehouden haar aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal in IPS eerst aan te bieden aan MCM en MRL indien zij voornemens is haar aandelen te verkopen. Noch op grond van statuten noch op grond van de wet is het [gedaagde 1] verboden zijn aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal in HNS aan een derde ter verkoop aan te bieden en te leveren. Indien de aandelen in HNS aan een derde worden overgedragen, laat dit onverlet dat HNS gehouden is de blokkeringsregelingen na te leven. 4.18. IPS c.s. hebben aangevoerd dat zij er belang bij hebben dat niet een concurrent als Bunel aandeelhouder in IPS wordt. In dat geval hebben IPS c.s. op grond van artikel 2:217 lid 2 BW de mogelijkheid om concurrentiegevoelige informatie wegens het zwaarwichtig belang van de vennootschap aan deze aandeelhouder te onthouden. Dat dit geen ideale situatie is, ligt voor de hand. Echter ook nu al hebben IPS c.s. te maken met een aandeelhouder, HNS, waarvan de bestuurder, [gedaagde 1], als concurrent van IPS is aan te merken. Hoofdelijkheid 4.19. IPS c.s. hebben verzocht om een hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en HNS. Hoofdelijkheid dient echter voort te vloeien uit wet, gewoonte of rechtshandeling. IPS c.s. hebben onvoldoende aangevoerd op grond waarvan hoofdelijke verbondenheid van [gedaagde 1] en HNS kan worden vastgesteld. 4.20. Aangenomen wordt echter dat bedoeld is dat zowel [gedaagde 1] als HNS worden veroordeeld om de in het petitum genoemde handelingen na te laten. Zoals in overwegingen 4.11 en 4.12 reeds is geoordeeld, zullen [gedaagde 1] en HNS allebei worden veroordeeld om geen personeelsleden en klanten van IPS te benaderen. Hoogte dwangsom en proceskosten 4.21. Er wordt aanleiding gezien de medegevorderde dwangsom te matigen tot € 20.000,- per overtreding, met een maximum van € 1.000.000,-. 4.22. [gedaagde 1] en HNS worden als voor een groot deel in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. 5. De beslissing De voorzieningenrechter: 5.1. verbiedt [gedaagde 1] en HNS tot en met 31 december 2008 om: - personeelsleden te benaderen, uit te nodigen of te bewegen om hun werkzaamheden voor IPS te beëindigen en - klanten van IPS te benaderen met als doel hun relatie met IPS te beëindigen; op straffe van een dwangsom van € 20.000,- voor iedere keer dat [gedaagde 1] en/of HNS in strijd met deze verboden handelt/handelen, met een maximum van € 1.000.000,-; 5.2. veroordeelt [gedaagde 1] en HNS in de proceskosten, aan de zijde van IPS c.s. tot op heden begroot op: - dagvaarding € 84,31 - vast recht € 251,00 - salaris procureur € 816,00 totaal € 1.151,31; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2007.