Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB4874

Datum uitspraak2007-10-05
Datum gepubliceerd2007-10-05
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-001994-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Voorwaardelijk opzet op doodslag en poging tot doodslag in het verkeer. Uit de gebezigde bewijsmiddelen leidt het hof af dat het verdachte kennelijk om het even is geweest of hij op de bewuste avond van 24 november 2006 rijdend in een auto op de Hekellaan te ’s Hertogenbosch zwakke verkeersdeelnemers zoals voetgangers zou aanrijden. Een dergelijk gevolg heeft verdachte kennelijk op de koop toe genomen. Het hof is dan ook van oordeel dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans dat hij door zijn omschreven verkeersgedrag de dood van andere verkeersdeelnemers zoals voetgangers zou veroorzaken, heeft aanvaard.


Uitspraak

Parketnummer : 20-001994-07 Uitspraak : 5 oktober 2007 TEGENSPRAAK Gerechtshof 's-Hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 26 april 2007 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 01/847269-06 en 01/845425-06, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 01/840621-06, tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats], [adres], thans verblijvende in PI Vught - Nieuw Vosseveld 2 GEV te Vught. Hoger beroep De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd, dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder parketnummer 01/847269-06 primair en het onder parketnummer 01/845425-06 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren zal opleggen, met aftrek van voorarrest, en verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 01/845425-06 primair ten laste gelegde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen zal ontzeggen voor de duur van 10 jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd, dat het hof de vordering van de officier van justitie d.d. 12 maart 2007 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te 's Hertogenbosch van 20 november 2006, onder parketnummer 01/840621-06, aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, zal toewijzen, ten aanzien van het inbeslaggenomen goed vermeld op de beslaglijst d.d. 15 augustus 2007 onder 11 zal gelasten dat deze zal worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende en ten aanzien van de op deze lijst onder 1 tot en met 10 genoemde goederen de teruggave aan de verdachte zal gelasten. Vonnis waarvan beroep Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter. Tenlastelegging Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg van het onder parketnummer 01/845425-06 ten laste gelegde - ten laste gelegd dat: parketnummer 01/857269-06 hij op of omstreeks 08 oktober 2006 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, in de buik heeft geschopt en/of gestompt en/of geslagen en/of tegen het gezicht heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 08 oktober 2006 te 's-Hertogenbosch opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), meermalen, althans eenmaal, in de buik heeft geschopt en/of gestompt en/of geslagen en/of tegen het gezicht heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; parketnummer 01/845425-06 hij op of omstreeks 24 november 2006 te 's-Hertogenbosch, opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet een personenauto bestuurd - terwijl aan hem, verdachte, geen geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet 1994 was afgegeven en/of - terwijl hij, verdachte, onder invloed was van alcohol en/of (een) ander(e) middel(en)/stof(fen) welke de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden en/of - met een snelheid van 79 kilometer per uur, in elk geval 71 kilometer per uur, althans een gelet op de verkeerssituatie te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur en/of - terwijl hij, verdachte, vlak daarvoor heeft getelefoneerd, en/of (daarbij) (zeer) roekeloos heeft gereden en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] met die personenauto heeft aangereden, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden; en/of hij op of omstreeks 24 november 2006 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met dat opzet, een personenauto heeft bestuurd - terwijl aan hem, verdachte, geen geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet 1994 was afgegeven en/of - terwijl hij, verdachte, onder invloed was van alcohol en/of (een) ander(e) middel(en)/stof(fen) welke de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden en/of - met een snelheid van 79 kilometer per uur, in elk geval 71 kilometer per uur, althans een gelet op de verkeerssituatie te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur en/of - terwijl hij, verdachte, vlak daarvoor heeft getelefoneerd, en/of (daarbij) (zeer) roekeloos heeft gereden en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] met die personenauto heeft aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 24 november 2006 te 's-Hertogenbosch als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, Hekellaan zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door (hoogst) roekeloos en/of zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, met dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig te rijden over de (voor hem verdachte) rechter rijbaan van die Hekellaan - zonder dat aan hem, verdachte, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet 1994 was afgegeven en/of - onder invloed van alcoholhoudende drank en/of (een) ander(e) stof(fen) welke de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden en/of - met een snelheid van 79 kilometer per uur, in elk geval met een snelheid van 71 kilometer per uur, althans met een gelet op de verkeerssituatie te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur en/of - terwijl hij, verdachte, vlak daarvoor had getelefoneerd en/of - (vervolgens) bij het naderen van een voetgangersoversteekplaats op de Hekellaan alwaar zich voor of op de rijbaan een tweetal voetgangers bevonden te weten: [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zijn, verdachtes, voertuig niet tijdig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, ten gevolge waarvan een botsing en/of aanrijding is ontstaan met/tussen/door dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en/of die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] waar door die [slachtoffer 2] is overleden en/of die [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel (te weten: een gebroken bovenarm links en/of een gebroken onderarm links en/of een gebroken bovenbeen links en/of een gebroken onderbeen links en/of een scheur in het middenrif en/of een wond op haar voorhoofd) werd toegebracht, terwijl hij, verdachte, na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid Wegenverkeerswet 1994 en/althans bovengenoemd feit (mede) is veroorzaakt doordat hij, verdachte, de aldaar krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde maximumsnelheid, te weten 50 km/uur, in ernstige mate heeft overschreden. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Het hof is van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat verdachte het onder 01/847269-06 primair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Naar het oordeel van het hof komen uit het dossier onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren, waaruit kan worden afgeleid dat verdachte [slachtoffer 1] zodanig heeft geschopt dat hierdoor zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 1] kon worden toegebracht. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 01/847269-06 subsidiair en het onder parketnummer 01/845425-06 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: parketnummer 01/857269-06 hij op 08 oktober 2006 te 's-Hertogenbosch opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]) meermalen in de buik heeft geschopt en tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden; parketnummer 01/845425-06 hij op 24 november 2006 te 's-Hertogenbosch, opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet een personenauto bestuurd - terwijl aan hem, verdachte, geen geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet 1994 was afgegeven en - terwijl hij, verdachte, onder invloed was van alcohol, zijnde een stof welke de rijvaardigheid kan beïnvloeden en - met een gelet op de verkeerssituatie te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur en - terwijl hij, verdachte, vlak daarvoor heeft getelefoneerd, en (daarbij) roekeloos heeft gereden en vervolgens die [slachtoffer 2] met die personenauto heeft aangereden, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 2] is overleden; en hij op 24 november 2006 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met dat opzet, een personenauto heeft bestuurd - terwijl aan hem, verdachte, geen geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 Wegenverkeerswet 1994 was afgegeven en - terwijl hij, verdachte, onder invloed was van alcohol, zijnde een stof welke de rijvaardigheid kan beïnvloeden en - met een gelet op de verkeerssituatie te hoge snelheid, in elk geval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur en - terwijl hij, verdachte, vlak daarvoor heeft getelefoneerd, en (daarbij) roekeloos heeft gereden en vervolgens die [slachtoffer 3] met die personenauto heeft aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan zal worden vrijgesproken. Door het hof gebruikte bewijsmiddelen Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht. Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd. Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft. Met betrekking tot het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde overweegt het hof het navolgende. Uit de gebezigde bewijsmiddelen komt het volgende naar voren. - Vast staat dat verdachte op 24 november 2006 als bestuurder van een grijze Peugeot 205 met kenteken [kenteken] twee voetgangsters op de Hekellaan, gelegen binnen de bebouwde kom van ’s Hertogenbosch, heeft aangereden, waarbij één voetgangster, te weten [slachtoffer 2], om het leven is gekomen en één voetgangster, te weten [slachtoffer 3], zwaar gewond is geraakt. - Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij wist dat de Hekellaan een drukke weg is en dat zich normaliter op die weg naast andere verkeersdeelnemers tevens fietsers en voetgangers bevinden. Verdachte was er ook mee bekend dat zich op de plaats van het ongeval een oversteekplaats bevond. Verdachte heeft verklaard de twee voetgangsters in het geheel niet te hebben gezien en dat hij op het moment van het ongeval naar rechts dan wel naar achter keek. - Verdachte was op 24 november 2006 niet in het bezit van een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte was voorafgaand aan het ongeval gezakt voor zijn theorie-examen en had slechts 4 rijlessen gehad. Verdachte is overigens nimmer in het bezit van een rijbewijs geweest. - Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij door het gebruik van alcoholhoudende drank in aangeschoten toestand verkeerde en dat hij ook wist dat dit zijn rijvaardigheid negatief kon beïnvloeden. - Volgens de inzittenden van de door verdachte bestuurde auto reed verdachte voor het ongeval “stoer/lomp”, trok aan de handrem waarna hij rondjes draaide, reed met piepende banden, slipte en “steeg zeg maar op” toen hij kort voor het ongeval bij een stoplicht wegreed, “dus vol gas”. De inzittenden hebben verdachte op zijn rijgedrag aangesproken en gewaarschuwd, waarop verdachte één van hen heeft toegevoegd: “Ik ben coureur, coureur.” - Ten tijde van het ongeval regende het licht, waardoor het wegdek ter plaatse nat was. - Verdachte reed op het moment van het ongeval met een hogere dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur, te weten met een snelheid van ten minste 63,66 kilometer per uur en heeft de twee voetgangsters met onverminderde snelheid aangereden. - Verdachte heeft zeer kort voor het ongeval getelefoneerd en had op dat moment zijn mobiele telefoon in de hand. Gezien het vorenstaande kan het hof niet anders dan vaststellen dat verdachte de geldende (gedrags)regels in het verkeer niet beheerst en kennelijk ook niet de moeite heeft willen nemen om die regels zich eigen te maken op de daarvoor geldende wijze, namelijk het behalen van het rijbewijs, alvorens een auto te besturen. Het hof merkt hierbij op dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 21 augustus 2007 ter zake van het rijden zonder rijbewijs al eerder een transactie heeft gehad. Ter zake van het rijden onder invloed heeft verdachte ook al eerder een transactie gehad en was hij bovendien voor een zelfde delict - waarbij verdachte met zijn auto uit de bocht was gevlogen - vier dagen voor het ongeval, te weten op 20 november 2006, ook nog eens veroordeeld. Verdachte was dus gewaarschuwd, maar heeft zich niet laten weerhouden om wederom met alcoholhoudende drank op een auto te besturen. Zijn naar ’s Hofs oordeel in de gegeven omstandigheden onmiskenbaar als roekeloos te bestempelen verkeersgedrag heeft voor de inzittenden aanleiding gegeven hem daarop aan te spreken en te waarschuwen. Ook dat heeft op verdachte geen enkele indruk gemaakt en hem er niet toegebracht zijn “macho-verkeersgedrag” te stoppen. Uit het voorgaande, een en ander bezien in onderlinge samenhang en (tijds)verband, ook met hetgeen overigens uit de gebezigde bewijsmiddelen naar voren komt, leidt het hof af dat het verdachte kennelijk om het even is geweest of hij op de bewuste avond van 24 november 2006 rijdend in een auto op de Hekellaan te ’s Hertogenbosch zwakke verkeersdeelnemers zoals voetgangers zou aanrijden. Een dergelijk gevolg heeft verdachte kennelijk op de koop toe genomen. Het hof is dan ook van oordeel dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans dat hij door zijn hierboven omschreven verkeersgedrag de dood van andere verkeersdeelnemers zoals voetgangers zou veroorzaken, heeft aanvaard. Bevestiging daarvan kan ook worden gevonden in de omstandigheid, zoals daarvan uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt, dat verdachte de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij een klap had gehoord en vervolgens de voorruit van de auto naar binnen heeft zien komen en wist “iets” te hebben geraakt, en niets heeft ondernomen teneinde te bewerkstelligen dat aan eventuele slachtoffers hulp zou worden geboden. Blijkens het door drs. M.H. Lomme, GZ-psycholoog, opgemaakte rapport d.d. 2 februari 2007 heeft verdachte een narcistische persoonlijkheidsstructuur die tot overschatting van zichzelf leidt en gecombineerd met zijn zwak begaafdheid het vermogen van verdachte om ten tijde van het ten laste gelegde tot een goede inschatting van de gevolgen van zijn gedrag te komen beperkte. Deze omstandigheden doen naar het oordeel van het hof - anders dan van de zijde van de verdediging is betoogd - aan het vorenstaande niet af, nu uit het evengenoemde rapport blijkt dat verdachte slechts als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is te beschouwen en hij, zoals hiervoor omschreven, gewaarschuwd was. Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn geen contra-indicaties naar voren gekomen welke tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Mitsdien acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd en opzettelijk heeft gepoogd [slachtoffer 3] van het leven te beroven, zoals in de bewezenverklaring is omschreven. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het onder parketnummer 01/857269-06 subsidiair bewezen verklaarde is voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 300, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde is voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 287 juncto artikel 45, eerste lid, van die wet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het wordt gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld. Strafbaarheid van de verdachte Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde. Op te leggen straf en maatregel Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met: - de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd; - de mate waarin het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde persoonlijk leed teweeg heeft gebracht bij [slachtoffer 3] en de nabestaanden van [slachtoffer 2], zoals daarvan met name ook uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer 3] is gebleken; - de omstandigheid dat het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde de rechtsorde ernstig heeft geschokt; - de omstandigheid dat de verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 21 augustus 2007 reeds eerder ter zake van rijden onder invloed in een auto is veroordeeld, hetgeen verdachte er kennelijk niet van heeft weerhouden om opnieuw onder invloed een motorrijtuig te besturen, met voormeld fataal gevolg; - het gewelddadige karakter van het onder parketnummer 01/847269-06 subsidiair bewezen verklaarde. In strafmatigende zin heeft het hof rekening gehouden met de inhoud van het genoemde zich in het dossier bevindende en hiervoor reeds aangehaalde rapport d.d. 2 februari 2007, opgemaakt door drs. M.H. Lomme, GZ-psycholoog, van welk rapport de conclusie betreffende verdachte - zakelijk weergegeven - als volgt luidt: Bij betrokkene is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Zijn persoonlijkheidsstructuur kenmerkt zich door narcistische trekken en er is sprake van een zwak begaafd intelligentieniveau. Ten tijde van het ten laste gelegde was er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. De gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van betrokkene beïnvloedde zijn gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde. Zijn persoonlijkheidsstructuur gecombineerd met de zwak begaafdheid beperkte zijn vermogen om ten tijde van het ten laste gelegde tot een goede inschatting van de gevolgen van zijn gedrag te komen. Gezien deze overweging is het te adviseren om hem als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen, indien het ten laste gelegde bewezen wordt. Het hof verenigt zich met deze conclusie en maakt deze tot de zijne. Het hof acht, gelet op vorenstaande overwegingen, hoewel het hof minder bewezen verklaart dan waarvan de advocaat-generaal in zijn vordering is uitgegaan en ondanks hetgeen door de verdediging is bepleit, de hierna op te leggen straf zowel wat strafsoort als strafmaat betreft het meest passend bij de persoon van de verdachte en de ernst van en omstandigheden waaronder de bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd. Mede ter bescherming van de verkeersveiligheid zal het hof ter zake van het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde en voor een duur als hieronder vermeld aan de verdachte de bevoegdheid ontzeggen om motorrijtuigen te besturen. Vordering tot tenuitvoerlegging Het hof is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch van 12 maart 2007, tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch van 20 november 2006, onder parketnummer 01/840621-06, opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, van oordeel, dat - nu is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit, te weten een zeer ernstig verkeersgerelateerd strafbaar feit, heeft schuldig gemaakt - de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis, dient te worden gelast. Beslag De in de beslissing te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen moeten worden teruggegeven aan de verdachte, zijnde degene onder wie deze voorwerpen in beslag zijn genomen en ten aanzien waarvan niet is gebleken van een andere rechthebbende dan verdachte. Ten aanzien van de overige in de beslissing te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen kan geen persoon als rechthebbende worden benoemd en daarvan zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten. Toepasselijke wettelijke voorschriften De beslissing is gegrond op de artikelen 14g, 45, 57, 63, 287 en 300 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 179 en 179a van de Wegenverkeerswet 1994. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 01/847269-06 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 01/847269-06 subsidiair en het onder parketnummer 01/845425-06 primair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart dat het onder parketnummer 01/847269-06 subsidiair en het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde oplevert: parketnummer 01/847269-06 subsidiair: Mishandeling. parketnummer 01/845425-06 primair: Doodslag. en Poging tot doodslag. Verklaart verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren. Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Ten aanzien van het onder parketnummer 01/845425-06 primair bewezen verklaarde: Ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 10 (tien) jaren. Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch van 20 november 2006, onder parketnummer 01/840621-06, te weten een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden. Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven, te weten: - een broek; genoemd onder nummer 3 van de beslaglijst; - een jas; genoemd onder nummer 4 van de beslaglijst; - een shirt; genoemd onder nummer 5 van de beslaglijst; - schoeisel; genoemd onder nummer 6 van de beslaglijst; - een sok; genoemd onder nummer 7 van de beslaglijst; - een sok; genoemd onder nummer 8 van de beslaglijst; - glas; genoemd onder nummer 9 van de beslaglijst; - een sleutelbos; genoemd onder nummer 10 van de beslaglijst. Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de inbeslaggenomen voorwerpen, ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven, te weten: - een personenauto met kenteken [kenteken]; genoemd onder nummer 1 van de beslaglijst; - een kentekenplaat; genoemd onder nummer 2 van de beslaglijst; - een personenauto; genoemd onder nummer 11 van de beslaglijst. Aldus gewezen door mr. H. Eijsenga, voorzitter, mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. Y.G.M. Baaijens - Van Geloven, in tegenwoordigheid van mr. T. Tanghe, griffier, en op 5 oktober 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.