Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB5723

Datum uitspraak2007-10-11
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers96723 / ES RK 07-849
Statusgepubliceerd


Indicatie

In afwijking van het bepaalde in artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de vrouw, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 maart 2006 (LJN: AY5653), verzocht nevenvoorzieningen te treffen ten aanzien van minderjarige kinderen van partijen. De rechtbank zal de vrouw op grond van het bepaalde in artikel 828 Rv niet-ontvankelijk verklaren in de nevenvoorzieningen ten aanzien van de minderjarigen, nu het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om ten aanzien van de nevenvoorzieningen betrekking hebbende op minderjarigen een beslissing te geven zonder dienaangaande in de wet opgenomen rechtsgronden.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht BB zaak- en rekestnummer: 96723 / ES RK 07-849 datum: 11 oktober 2007 Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken in de zaak van: NAAM VERZOEKSTER, wonende te Den Helder, verzoekende partij, procureur mr. drs. G. van der Kwaak-Knol, tegen: NAAM GEREKWESTREERDE, wonende te Den Helder, gerekwestreerde, niet verschenen. Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de vrouw en de man. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE Ter griffie van deze rechtbank is op 3 augustus 2007 het inleidende verzoekschrift van de vrouw ingekomen waarin wordt verzocht tussen partijen, Nederlanders, ontbinding van het geregistreerd partnerschap uit te spreken. Voorts is hierbij verzocht nevenvoorzieningen als bedoeld in artikel 827 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te treffen. De man heeft geen verweerschrift ingediend. Er is een verklaring van de man ingekomen waaruit blijkt dat hij kennis heeft genomen van het verzoekschrift en dat hij geen verweer zal voeren. DE BEHANDELING VAN DE ZAAK Het ingediende verzoekschrift met overgelegde bescheiden voldoet aan de in artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vermelde voorschriften. De rechtbank heeft de in deze beschikking vermelde voornamen en geslachtsnamen van partijen en de datum en plaats van de partnerschapsregistratie, alsmede voornamen, geboortedatum en -plaats van hun minderjarige kinderen overgenomen uit de desbetreffende bescheiden. De verzochte ontbinding van het geregistreerd partnerschap is de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorgekomen en kan derhalve worden toegewezen. Tijdens het geregistreerde partnerschap zijn geboren de minderjarigen: [naam minderjarige 1], geboren in de gemeente Den Helder op [geboortedatum], [naam minderjarige 2], geboren in de gemeente Den Helder op [geboortedatum], en [naam minderjarige 3], geboren in de gemeente Den Helder op [geboortedatum]. Ingevolge de bepalingen van artikel 253aa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek blijven de ouders gezamenlijk belast met het gezag over deze minderjarigen. Ook de nevenvoorzieningen met betrekking tot de uitkering tot levensonderhoud van de vrouw en de verdeling van de gemeenschap van goederen zijn de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorgekomen en kunnen derhalve worden toegewezen. In afwijking van het bepaalde in artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, daarbij verwijzende naar een uitspraak van de rechtbank Den Haag, heeft de vrouw verzocht nevenvoorzieningen te treffen ten aanzien van de minderjarigen. De rechtbank zal de vrouw op grond van het bepaalde in artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet-ontvankelijk verklaren in de nevenvoorzieningen ten aanzien van de minderjarigen, nu het de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om ten aanzien van de nevenvoorzieningen betrekking hebbende op minderjarigen een beslissing te geven zonder dienaangaande in de wet opgenomen rechtsgronden. DE BESLISSING De rechtbank : Spreekt tussen partijen, die op 15 december 2005 in de gemeente Den Helder een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, ONTBINDING VAN HET GEREGISTREERD PARTNERSCHAP uit. Verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in de nevenvoorzieningen ten aanzien van de minderjarigen. Bepaalt dat de man aan de vrouw een uitkering tot haar levensonderhoud zal betalen van [euro] 606,-- bruto per maand telkens bij vooruitbetaling te voldoen met ingang van de dag van inschrijving van deze beschikking. Bepaalt dat partijen met elkaar over zullen gaan tot verdeling van de goederengemeenschap en benoemt, tenzij partijen binnen acht dagen na inschrijving van deze beschikking anders overeenkomen, notaris mr. E.M.T. Arrindell te Den Helder, respectievelijk de ambtelijke bewaarder van haar protocol om op een door deze te bepalen tijd en plaats de verdeling te bewerkstelligen. Benoemt voorts mrs. M. Gerritsen en K. Buck, advocaten te Den Helder, tot onzijdige personen om de vrouw, respectievelijk de man, te vertegenwoordigen bij de verdeling, indien de vrouw, respectievelijk de man, daartoe niet meewerkt of wegblijft. Verklaart deze beschikking, behoudens ten aanzien van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap, uitvoerbaar bij voorraad. coll.: Deze beschikking is gegeven door mr. H.E.C. de Wit, lid van gemelde kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van DONDERDAG 11 oktober 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.