Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB7422

Datum uitspraak2007-09-26
Datum gepubliceerd2007-11-08
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers280334 / HA RK 07-45
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzet door een Nederlandse partij tegen een aan haar Italiaanse wederpartij verleend verlof tot tenuitvoerlegging (exequatur) van een Italiaans vonnis op grond van de EEX-Verordening (EEX-Vo), bij welk vonnis de Nederlandse partij tot betaling aan de Italiaanse partij is veroordeeld. Tegen het vonnis heeft de Nederlandse partij appel ingesteld. In een tussenarrest heeft het Italiaanse hof het verzoek van de Nederlandse partij om zekerheidsstelling door de Italiaanse partij in afwachting van het eindarrest in appel afgewezen. In het dictum van dat tussenarrest is de zaak voor verdere behandeling in de hoofdzaak naar de rol van 7 februari 2011 om 10.15 uur verwezen. Het verzoek om vernietiging slaagt niet bij gebrek aan enige aangevoerde grond voor de weigering of intrekking van het exequatur als bedoeld in artt 34 en 35 EEX-Vo. Daarmee is ook de basis ontvallen aan het schorsingsverzoek als geregeld in art 46 lid 1 EEX-Vo. Ten slotte heeft de Nederlandse partij in de onderhavige procedure ook nog een verzoek om zekerheidsstelling gedaan. Vaststaat dat genoemde beslissing van de Italiaanse appelrechter tot afwijzing van het in Italië gedane verzoek om zekerheidsstelling in Nederland voor erkenning in aanmerking komt. Nu het voor de Nederlandse rechter gedane verzoek om zekerheidsstelling bovendien dezelfde partijen, hetzelfde onderwerp en dezelfde oorzaak betreft als het in Italië gedane zekerheidsstellingsverzoek, dient ook het eerste verzoek te worden afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rekestnummer: 280334 / HA RK 07-45 Uitspraak: 26 september 2007 BESCHIKKING van de enkelvoudige kamer op het verzoekschrift van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HISPA FRUIT B.V., gevestigd te Barendrecht, verzoekster, procureur mr. J.J. Borsboom - tegen - de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging ASSOCIAZIONE ECONOMICA PRODUTTORI ORTOFRUTTICOLI SCARL, gevestigd te Villafranca di Verona, Italië, wederpartij, procureur mr. F.C. de Wit-Facchetti. Partijen worden hierna aangeduid als "Hispa Fruit" respectievelijk "AEPO". 1 Het verloop van de procedure Ter griffie van deze rechtbank is op 19 maart 2007 ingekomen een verzoekschrift, met bijlagen, strekkende tot vernietiging van de beslissing van de voorzieningenrechter van deze rechtbank d.d. 4 mei 2006, met zaak-/rolnummer 258857 / KG RK 06-875, waarbij verlof tot tenuitvoerlegging is gegeven van de beslissing van de rechtbank van Verona, Italië, van 5 juli 2005 alsmede tot aanhouding van de onderhavige procedure - al dan niet op voorwaarde dat Hispa Fruit zekerheid stelt - totdat het Hof van Beroep van Venetië, Italië, uitspraak heeft gedaan in de procedure in hoger beroep tegen voormelde beslissing van de rechtbank van Verona. Ter griffie van deze rechtbank is op 16 maart 2007 een verweerschrift ingekomen. Ter terechtzitting van 14 mei 2007 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ter zitting zijn verschenen en gehoord: - mr. Borsboom, voornoemd; - mr. De Wit-Facchetti, voornoemd; - de heer P. Ringelberg, statutair-directeur van Hispa Fruit. 2 Het verzoek en de beoordeling daarvan 2.1 Een verlof tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing uit een andere EEX-Vo-staat kan slechts op een van de in de artikelen 34 en 35 EEX-Vo genoemde gronden worden geweigerd of ingetrokken. Aan haar verzoek om vernietiging van de beslissing van de voorzieningenrechter van deze rechtbank waarbij verlof is verleend tot tenuitvoerlegging van de beslissing van de rechtbank van Verona heeft Hispa Fruit geen stellingen ten grondslag gelegd die betrekking hebben op zulke gronden. Wat Hispa Fruit met haar onder 1 vermelde verzoek beoogt, is in feite niets anders dan aanhouding door deze rechtbank van haar beslissing inzake de tenuitvoerlegging in Nederland van de beslissing van de rechtbank van Verona in afwachting van een uitspraak in de Italiaanse appelprocedure. 2.2 Bij gebrek aan enige grond als hiervoor bedoeld voor de weigering of intrekking van het verleende exequatur heeft het door Hispa Fruit ingestelde verzet, het onder 1 vermelde verzoek om vernietiging, geen kans van slagen. Daarmee is de basis ontvallen aan het schorsingsverzoek van Hispa Fruit, dat is geregeld in artikel 46 lid 1 EEX-Vo. Beide verzoeken liggen voor afwijzing gereed. 2.3 Ter zitting is gebleken dat Hispa Fruit voorts (met het oog op het geval waarin de onder 2.2 genoemde verzoeken worden afgewezen) verzoekt om veroordeling van AEPO tot het stellen van zekerheid in afwachting van een uitspraak in de Italiaanse appelprocedure. 2.4 Hispa Fruit heeft bij aanvang van de Italiaanse appelprocedure - de appeldagvaarding dateert van 23 december 2005 - het Hof van Beroep van Venetië verzocht om schorsing ex artikel 283 van het Italiaanse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beslissing van de rechtbank van Verona voor de duur van deze appelprocedure - op grond van genoemde Italiaanse wettelijke bepaling kan schorsing worden gecombineerd met zekerheidsstelling, derhalve door de partij die is veroordeeld bij het vonnis waarvan beroep. Bij arrest van 20 maart 2007 (prod. 4 van Hispa Fruit) heeft het Hof van Beroep het schorsingsverzoek van Hispa Fruit afgewezen met de overweging dat Hispa Fruit geen concrete gegevens heeft aangedragen waarop het bestaan van een restitutierisico aan de zijde van AEPO kan worden gebaseerd en heeft het Hof van Beroep de zaak voor nadere conclusie verwezen naar de zitting van 7 februari 2011 om 10.15 uur. 2.5 Het door AEPO gevoerde ne bis in idem-verweer wordt geacht niet alleen tegen het schorsingsverzoek van Hispa Fruit maar ook tegen het verzoek van Hispa Fruit om zekerheidsstelling te zijn gericht. 2.6 Voorop staat dat een rechterlijke beslissing uit een andere EEX-Vo-staat op grond van de EEX-Vo voor erkenning in Nederland in aanmerking komt. Dat zulks niet het geval zou zijn waar het gaat om genoemd Italiaans arrest is gesteld noch gebleken. De thans gevraagde zekerheidsstelling kan dus slechts worden toegewezen indien dit verzoek niet hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust als het Italiaanse arrest in de zin van (artikel 34 sub 4 van) de EEX-Vo. Van ‘hetzelfde onderwerp’ is sprake, wanneer met beide procedures hetzelfde doel is nagestreefd. Het begrip ‘dezelfde oorzaak’ betreft de feitenconstellatie en de regels waarop de vordering (het verzoek) wordt gebaseerd. 2.7 Van dezelfde oorzaak en hetzelfde onderwerp als hiervoor bedoeld is in dit geval sprake. In beide gevallen - enerzijds de onderhavige procedure en anderzijds genoemde Italiaanse appelprocedure - gaat het om zekerheidsstelling in afwachting van de beslissing in hetzelfde hoger beroep in Italië en in beide gevallen is voor toewijzing van het verzoek het bestaan van een restitutierisico vereist. De lengte van de Italiaanse procedure, die, gelet op de verwijzing voor de eerstvolgende proceshandeling in 2011, naar verwachting aanzienlijk zal zijn, zal mogelijk van invloed zijn op (de omvang van) het restitutierisico. Daar deze verwijzing voor de eerstvolgende proceshandeling in dezelfde beslissing is vervat als de afwijzende beslissing met betrekking tot de verzochte zekerheidsstelling, moet het er echter vooralsnog voor worden gehouden dat deze lengte van de Italiaanse procedure is verdisconteerd in de beslissing van het Italiaanse Hof van Beroep. 2.8 Het voorgaande leidt tot afwijzing van het verzoek om zekerheidsstelling. 2.9 Als de in het ongelijk gestelde partij zal Hispa Fruit in de proceskosten worden veroordeeld. 2.10 Nu de procureur van AEPO een afschrift van deze beschikking ontvangt, is Hispa Fruit niet gehouden haar op grond van artikel 190 Rv een afschrift van deze beschikking te zenden. 3 De beslissing De rechtbank, wijst alle verzoeken af; veroordeelt Hispa Fruit in de proceskosten, die aan de zijde van AEPO zijn bepaald op € 4.000,-- aan salaris voor de procureur. Deze beschikking is gegeven door mr. L. de Loor-Alwin. Uitgesproken in het openbaar. 901/1548