Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC1656

Datum uitspraak2007-12-28
Datum gepubliceerd2008-01-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-003343-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gemotiveerde vrijspraak 197a Sr. In casu geen sprake van behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot of verblijf in Nederland. Een vreemdeling die niet in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding dan wel het voor grensoverschrijding benodigde visum verschaft zich op het moment dat hij de grens met Nederland passeert, wederrechtelijk toegang tot Nederland, ook al is hij op weg naar een gemeente om een aanvraag in te dienen voor een voorlopige verblijfsvergunning. Op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 (VW) heeft een vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf in afwachting van de beslissing op de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 VW. De aan verdachte telastegelegde gedragingen, zoals het optreden als tolk bij de indiening van de aanvraag, waren er op gericht de vreemdeling, in afwachting van de beslissing op de aanvraag, rechtmatig in Nederland te laten verblijven. Dat daarbij sprake zou zijn geweest van een kansloze aanvraag, bijvoorbeeld omdat de vreemdeling zich wederrechtelijk toegang tot Nederland heeft verschaft, niet in het bezit was van een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) en niet voldeed aan de voorwaarden om, ondanks het ontbreken van een MVV, voor een verblijfsvergunning in aanmerking te komen, doet hier niet aan af, evenmin als de omstandigheid dat het opgegeven adres onjuist was.


Uitspraak

Parketnummer: 20-003343-06 Uitspraak : 28 december 2007 TEGENSPRAAK Gerechtshof 's-Hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 5 september 2006 in de strafzaak met parketnummer 02-004974-04 tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [1963], wonende te [woonplaats], [adres]. Hoger beroep De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld. Omvang van het hoger beroep Het hoger beroep moet, blijkens het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, worden begrepen als uitdrukkelijk te zijn beperkt tot de door de rechtbank gegeven beslissingen ter zake van hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 is ten laste gelegd. Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 is tenlastegelegd, en de verdachte deswege zal veroordelen tot dertig maanden gevangenisstraf, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met aftrek van voorarrest. Vonnis waarvan beroep Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, omdat het hof zich niet kan verenigen met de door de eerste rechter aan de gegeven vrijspraken ten grondslag gelegde motivering. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2004 in de gemeente(s) Breda en/of Roosendaal en/of Venray en/of Doetinchem en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, er een beroep of gewoonte van heeft gemaakt om (telkens) een of meer persoon/personen, te weten: [betrokkene 1], geboren op [1977], Tunesische nationaliteit (incident 26 oktober 2004, blz. 497-505) en/of [betrokkene 2], geboren op [1974], Marokkaanse nationaliteit (incident 26 oktober 2004, blz. 497-505) en/of [betrokkene 3], geboren op [1969], Marokkaanse nationaliteit (incident 11 november 2004, blz. 506-518) en/of [betrokkene 4], geboren op [1967], Egyptische nationaliteit (incident 11 november 2004, blz. 506-518) en/of [betrokkene 5], geboren op [1982], Tunesische nationaliteit (incident 11 november 2004, blz. 506-518) en/of [betrokkene 6], geboren op [1977], Pakistaanse nationaliteit (incident 14 december 2004, blz. 519-524) en/of [betrokkene 7], geboren op [1985], Tunesische nationaliteit (incident 16 december 2004, blz. 525-534) en/of (aanmeldingen gemeente Breda in oktober-november 2004, blz. 492-496) [betrokkene 8], geboren op [1968], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 9], geboren op [1973], Egypische nationaliteit en/of [betrokkene 10], geboren op [1960], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 11], geboren op [1972], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 12], geboren op [1973], Egyptische nationaliteit en/of (aanmeldingen gemeente Roosendaal in oktober-november 2004, blz. 896-902) [betrokkene 13], geboren op [1979], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 14], geboren op [1980], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 15], geboren op [1965], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 16], geboren op [1975], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 17], geboren op [1965], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 18], geboren op [1975], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 19], geboren op [1965], Algerijnse nationaliteit en/of [betrokkene 20], geboren op [1980], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 21], geboren op [1964], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 22], geboren op [1978], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 23], geboren op [1964], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 24], geboren op [1982], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 25], geboren op [1972], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 26], geboren op [1967], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 27], geboren op [1976], Tunesische nationaliteit en/of [betrokkene 29]h, geboren op [1976], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 30], geboren op [1981]s[1981]s[1981], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 31], geboren op [1978], Syrische nationaliteit en/of [betrokkene 32], geboren op [1973], Algerijnse nationaliteit en/of [betrokkene 33], geboren op [1972], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 34], geboren op [1978], Algerijnse nationaliteit en/of [betrokkene 35], geboren op [1975], Egyptische nationaliteit en/of [betrokkene 36], geboren op [1978], Marokkaanse nationaliteit en/of [betrokkene 37], geboren op [1986], Marokkaanse nationaliteit en/of [betrokkene 38], geboren op [1972], Egyptische nationaliteit althans (telkens) (een) ander(en), uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland of enige staat welke was gehouden mede ten behoeve van Nederland grenscontrole uit te oefenen en/of (telkens) die persoon/personen daartoe uit winstbejag gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een) afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) voor een of meer van bovengenoemde personen en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een) prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een) geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en), althans voor te leveren en/of bewezen diensten en/of - (telefonisch) met die persoon/personen (een) afspraak/afspraken gemaakt over datum en/of tijdstip waarop hij/zij vanuit het buitenland naar Nederland zou(den) komen en/of - die persoon/personen vanuit het buitenland naar Nederland vervoerd, althans voor die persoon/personen het vervoer vanuit het buitenland naar Nederland geregeld/verzorgd en/of - voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) en/of - die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning en/of - voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en), althans voor die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of - voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning ingevuld en/of - voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een) (fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of - die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een) verblijfadres(sen) en/of - in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) bij (een) gemeente(s). 2. hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2005 tot en met 21 juni 2005 in de gemeente Zwijndrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, er een beroep of gewoonte van heeft gemaakt om (telkens) een of meer persoon/personen, te weten: [betrokkene 39], geboren op [1976], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 40], geboren op [1976], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 41], geboren op [1962], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 42], geboren op [1963], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 43], geboren op [1974], Turkse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 44], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 45], geboren op [1982], Algerijnse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 46], geboren op [1966], Algerijnse nationaliteit (incident 4 februari 2005, blz. 563-576) en/of [betrokkene 47], geboren op [1971], Algerijnse nationaliteit (incident 4 februari 2005, blz. 563-576) en/of [betrokkene 48], geboren op [1976], Egyptische nationaliteit (incident 8 februari 2005, blz. 577-590) en/of [betrokkene 49], geboren op [1981], Marokkaanse nationaliteit (incident 8 februari 2005, blz. 577-590) en/of [betrokkene 52], geboren op [1976], Turkse nationaliteit (incident 10 februari 2005, blz. 591-605) en/of [betrokkene 53], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 6 april 2005, blz. 606-613) en/of [betrokkene 54], geboren op [1960], Algerijnse nationaliteit (incident 20 april 2005, blz. 624-626) en/of [betrokkene 55], geboren op [1966], Algerijnse nationaliteit (incident 28 april 2005, blz. 627-687) en/of [betrokkene 56], geboren op [1967], Algerijnse nationaliteit (incident 28 april 2005, blz. 627-687) en/of [betrokkene 57], geboren op [1949], Algerijnse nationaliteit (incident 17 mei 2005, blz. 688-692) en/of [betrokkene 58], geboren op [1968], Algerijnse nationaliteit (incident II 19 mei 2005, blz. 693-708) en/of [betrokkene 59], geboren op [1968], Algerijnse nationaliteit (incident 24 mei 2005, blz. 709-715) en/of [betrokkene 60], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 24 mei 2005, blz. 709-715) en/of [betrokkene 61], geboren op [1982], Algerijnse nationaliteit (incident 13 juni 2005, blz. 716-869) en/of [betrokkene 62], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 15 juni 2005, blz. 870-877) en/of [betrokkene 63], geboren op [1975], Algerijnse nationaliteit (incident 31 maart 2005, blz. 909-969), althans telkens (een) ander(en), behulpzaam te zijn bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een) afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) voor een of meer van bovengenoemde personen en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een) prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een) geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en), althans voor te leveren en/of bewezen diensten en/of - (telefonisch) met die persoon/personen (een) afspraak/afspraken gemaakt over datum en/of tijdstip waarop hij/zij vanuit het buitenland naar Nederland zou(den) komen en/of - die persoon/personen vanuit het buitenland naar Nederland vervoerd, althans voor die persoon/personen het vervoer vanuit het buitenland naar Nederland geregeld/verzorgd en/of - voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) en/of - die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning en/of - voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en), althans voor die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of - voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning ingevuld en/of - voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een) (fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of - die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een) verblijfadres(sen) en/of - in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) bij (een) gemeente(s) en/of hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2005 tot en met 21 juni 2005 in de gemeente Zwijndrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, er een beroep of gewoonte van heeft gemaakt om (telkens) een of meer persoon/personen, te weten: [betrokkene 39], geboren op [1976], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 40], geboren op [1976], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 41], geboren op [1962], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 42], geboren op [1963], Algerijnse nationaliteit (incident 12 januari 2005, blz. 535-551) en/of [betrokkene 43], geboren op [1974], Turkse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 44], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 45], geboren op [1982], Algerijnse nationaliteit (incident 17 januari 2005, blz. 552-562) en/of [betrokkene 46], geboren op [1966], Algerijnse nationaliteit (incident 4 februari 2005, blz. 563-576) en/of [betrokkene 47], geboren op [1971], Algerijnse nationaliteit (incident 4 februari 2005, blz. 563-576) en/of [betrokkene 48], geboren op [1976], Egyptische nationaliteit (incident 8 februari 2005, blz. 577-590) en/of [betrokkene 49], geboren op [1981], Marokkaanse nationaliteit (incident 8 februari 2005, blz. 577-590) en/of [betrokkene 52], geboren op [1976], Turkse nationaliteit (incident 10 februari 2005, blz. 591-605) en/of [betrokkene 53], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 6 april 2005, blz. 606-613) en/of [betrokkene 54], geboren op [1960], Algerijnse nationaliteit (incident 20 april 2005, blz. 624-626) en/of [betrokkene 55], geboren op [1966], Algerijnse nationaliteit (incident 28 april 2005, blz. 627-687) en/of [betrokkene 56], geboren op [1967], Algerijnse nationaliteit (incident 28 april 2005, blz. 627-687) en/of [betrokkene 57], geboren op [1949], Algerijnse nationaliteit (incident 17 mei 2005, blz. 688-692) en/of [betrokkene 58], geboren op [1968], Algerijnse nationaliteit (incident II 19 mei 2005, blz. 693-708) en/of [betrokkene 59], geboren op [1968], Algerijnse nationaliteit (incident 24 mei 2005, blz. 709-715) en/of [betrokkene 60], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 24 mei 2005, blz. 709-715) en/of [betrokkene 61], geboren op [1982], Algerijnse nationaliteit (incident 13 juni 2005, blz. 716-869) en/of [betrokkene 62], geboren op [1970], Algerijnse nationaliteit (incident 15 juni 2005, blz. 870-877) en/of [betrokkene 63], geboren op [1975], Algerijnse nationaliteit (incident 31 maart 2005, blz. 909-969), althans (telkens) (een) ander(en), uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het in het eerste lid genoemde protocol en/of (telkens) die persoon/personen daartoe uit winstbejag gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een) afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) voor een of meer van bovengenoemde personen en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten en/of - (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een) prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een) geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en), althans voor te leveren en/of bewezen diensten en/of - voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) en/of - die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning en/of - voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning, althans voor die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of - voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning ingevuld en/of - voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een) (fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of - die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een) verblijfadres(sen) en/of - in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) bij (een) gemeente(s). 3. hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 11 november 2004 in de gemeente Venray en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [betrokkene 4], heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (totaal 1000 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid die [betrokkene 4] voorgehouden dat verdachte en/of zijn mededader(s) ervoor konden zorgen dat die [betrokkene 4] (binnen 6 maanden) een verblijfsvergunning zou krijgen en/of dat die [betrokkene 4] in aanmerking kon komen/kwam voor een verblijfsvergunning, althans dat die [betrokkene 4] een legale status kon krijgen in Nederland en/of die [betrokkene 4] niet (volledig) ingelicht over het MVV-vereiste en/of de betekenis van de sticker die door de gemeente wordt verstrekt waardoor die [betrokkene 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; (incident 11 november 2004, blz. 506-518). 4. hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 11 november 2004 in de gemeente Zwijndrecht en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [betrokkene 3] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 1000 euro, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, daartoe zich voor die [betrokkene 3] heeft/hebben voorgedaan als advocaat en/of als secretaresse van een advocaat en/of die [betrokkene 3] voorgehouden dat verdachte en/of zijn mededader(s) ervoor konden zorgen dat die [betrokkene 3] een verblijfsvergunning zou krijgen, althans dat die [betrokkene 3] een legale status kon krijgen in Nederland en/of die [betrokkene 3] niet (volledig) ingelicht over het MVV-vereiste en/of de betekenis van de sticker die door de gemeente wordt verstrekt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (incident 11 november 2004, blz. 506-518). Vrijspraak Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zodat deze daarvan wordt vrijgesproken. De redengeving Met betrekking tot het onder 1 en 2 tenlastegelegde overweegt het hof het navolgende. A Het hof ziet zich als eerste gesteld voor de vraag of sprake is van het zich verschaffen van wederrechtelijke toegang tot Nederland en of verdachte daarbij behulpzaam is geweest, dan wel daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft. Uit onderzoek is gebleken dat de in de tenlastelegging genoemde vreemdelingen, niet zijnde asielzoekers, bij gemeentes in Nederland aanvragen hebben ingediend voor het verlenen van een vergunning voor voorlopig verblijf, zonder dat zij, toen zij de grens met Nederland passeerden en daarmee Nederland binnen kwamen teneinde de aanvraag in te dienen, in het bezit waren van een machtiging voorlopig verblijf (MVV). Uitgangspunt is dat, indien de vreemdeling niet in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding dan wel het voor grensoverschrijding benodigde visum, hij zich, op het moment dat hij de grens met Nederland passeert, wederrechtelijk toegang tot Nederland verschaft. Hieraan doet niet af dat de vreemdeling op weg is naar de gemeente om een aanvraag voor een verblijfsvergunning in te dienen en dat hij, na het indienen van de aanvraag, in afwachting van de beslissing rechtmatig in Nederland verblijft. De memorie van toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000 (wetsvoorstel 26732, nr. 3, toelichting bij artikel 3) houdt, voor zover hier van belang, het volgende in: ‘In dit artikel (hof: artikel 3 van de Vreemdelingenwet 2000) zijn de gronden neergelegd voor weigering van toegang tot Nederland. (…) Toegang blijft (…) ook onder de nieuwe wet een feitelijk geografisch gegeven, waarbij overheidsbemoeienis in beginsel geen rol hoeft te spelen. (…) Ook in het voorliggende wetsontwerp moet toegang worden onderscheiden van rechtmatig verblijf. Van belang daarbij is dat feitelijke toegang (…) nimmer iets impliceert omtrent rechtmatig verblijf’. Voorts verwijst het hof naar de memorie van antwoord bij wetsvoorstel 29291 (Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel, Eerste Kamer, C): ‘In artikel 197a, eerste lid, (hof: van het wetboek van strafrecht) is hulp bij illegale binnenkomst of doorreis strafbaar gesteld. De omstandigheid dat na de illegale binnenkomst een machtiging tot voorlopig verblijf of een verblijfsvergunning is afgegeven kan op zich aan de gedraging haar strafwaardigheid niet ontnemen, maar kan wel een factor zijn bij de beantwoording van de vraag of vervolging in het concrete geval opportuun is’. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de vreemdeling die niet in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding dan wel het voor grensoverschrijding benodigde visum, zich op het moment dat hij de grens met Nederland passeert, wederrechtelijk toegang tot Nederland verschaft, ook al is hij op weg naar de gemeente om een aanvraag in te dienen voor een voorlopige verblijfsvergunning. De in de tenlastelegging opgenomen feitelijke weergave van de aan verdachte verweten gedraging, kort samengevat het maken van afspraken bij de gemeentes voor het aanvragen van de verblijfsvergunning en het spreken hierover met de mededaders, het maken van afspraken over tijdstip van ontmoeting van de vreemdeling en over prijzen die betaald moeten worden met betrekking tot het aanvragen van de verblijfsvergunning, het aanmelden en begeleiden van de vreemdeling bij het indienen van de aanvraag, het invullen van de formulieren en het optreden als woordvoerder of als tolk, het regelen van een verblijfadres of het adviseren van de vreemdeling hierover, zijn in beginsel handelingen die zijn gericht op (het ontplooien van) activiteiten nadat de vreemdeling zich al toegang tot Nederland heeft verschaft en zich in Nederland bevindt, doch niet op het zich verschaffen van toegang tot Nederland. Alhoewel voor de vreemdeling de wetenschap dat in Nederland ten behoeve van het aanvragen van een verblijfsvergunning voor hem afspraken zijn gemaakt, aanleiding kan zijn om zich op een bepaalde tijd naar Nederland te begeven en zich toegang tot Nederland te verschaffen, dragen bovengenoemde, aan verdachte verweten gedragingen niet bij aan de binnenkomst van de vreemdeling in Nederland en derhalve aan het zich verschaffen van toegang tot Nederland. Het aan verdachte ten laste gelegde maken van afspraken met de vreemdeling over datum en tijdstip waarop de vreemdeling naar Nederland komt en het vervoeren of regelen of verzorgen van vervoer vanuit het buitenland naar Nederland heeft wel betrekking op het zich verschaffen van toegang tot Nederland, doch het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om te komen tot wettig en overtuigend bewijs dat verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, deze gedragingen met betrekking tot de in de tenlastelegging genoemde vreemdelingen heeft verricht. B Vervolgens dient het hof de vraag te beantwoorden of sprake is van wederrechtelijke doorreis of wederrechtelijk verblijf en of verdachte daarbij behulpzaam is geweest, dan wel daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft. Van wederrechtelijke doorreis is naar het oordeel van het hof geen sprake, nu uit het onderzoek niet is gebleken dat Nederland voor de in de tenlastelegging genoemde vreemdelingen heeft gefungeerd als doorreisland. Voor wat betreft de vraag of sprake is van wederrechtelijk verblijf overweegt het hof het navolgende. Op grond van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 (VW) heeft, voor zover voor het navolgende van belang, een vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf in afwachting van de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 VW. Het stelsel van de Vreemdelingenwet brengt mee dat de vreemdeling, niet zijnde een asielzoeker, die zich wederrechtelijk toegang tot Nederland heeft verschaft, wederrechtelijk in Nederland verblijft tot het moment van indiening van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning. Vanaf het moment van indienen van de aanvraag heeft de vreemdeling, gelet op artikel 8 VW, in afwachting van de beslissing, rechtmatig verblijf in Nederland. Het hof stelt voorop dat de aan verdachte verweten gedragingen die betrekking hebben op de indiening van de aanvraag van de verblijfsvergunning bij de gemeente, zoals de aanmelding en begeleiding van de vreemdelingen bij het indienen van die aanvraag, het optreden als tolk, het invullen van de formulieren, maar ook het maken van prijsafspraken hierover, in het onderhavige geval er niet toe strekten de vreemdeling behulpzaam te zijn bij een wederrechtelijk verblijf in Nederland. Genoemde gedragingen waren er juist op gericht de vreemdeling, in afwachting van de beslissing op de aanvraag, rechtmatig in Nederland te laten verblijven. Dit heeft evenzeer te gelden voor het zoeken naar een adres in Nederland waar de vreemdeling, na het indienen van de aanvraag en in afwachting van de beslissing, kan verblijven. Dat daarbij sprake zou zijn geweest van een kansloze aanvraag, bijvoorbeeld omdat de vreemdeling zich wederrechtelijk toegang tot Nederland heeft verschaft, niet in het bezit was van een MVV en niet voldeed aan de voorwaarden om, ondanks het ontbreken van een MVV, voor een verblijfsvergunning in aanmerking te komen, doet hier niet aan af, evenmin als de omstandigheid dat het opgegeven adres onjuist was. Indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning leidt er toe dat die aanvraag ook in behandeling dient te worden genomen, hetgeen de vreemdeling rechtmatig verblijf in Nederland verschaft. Ook de omstandigheid dat de vreemdeling niet de intentie had de beslissing op de aanvraag in Nederland af te wachten en het hem slechts te doen was om de zogenaamde M50-sticker, doet aan het voorgaande niet af. Het stelsel van de Vreemdelingenwet brengt mee dat de indiening van de aanvraag van de verblijfsvergunning resulteert in een rechtmatig verblijf in Nederland zolang men in afwachting is van een beslissing op die aanvraag. Dit heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld het niet afwachten van de beslissing in Nederland of het doen van een valse adresopgave wel relevant kan zijn bij de beoordeling van die aanvraag, doch niet wordt meegewogen op het moment van indiening van de aanvraag en het verstrekken van de zogenaamde M50 sticker. Als zodanig heeft dit dan ook geen invloed op de rechtmatigheid van het verblijf in Nederland. Het hof wijst in dit kader op een zich in het dossier (p. 117 e.v.) bevindende brief van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 30 juli 2004, gericht aan de burgemeesters, waarin de minister benadrukt dat op grond van de huidige wet- en regelgeving de vreemdeling die een aanvraag om reguliere toelating indient, ook indien dit oneigenlijk is, recht heeft op een (M50)sticker. Het vorenstaande vindt steun in de Nota naar aanleiding van het verslag bij wetvoorstel 26732, nr. 7, par. 1.9.4. Het verstrekken van onjuiste gegevens of het achterhouden van juiste gegevens bij de onderbouwing van de aanvraag van een verblijfsvergunning vormt een grond voor intrekking of weigering van de vergunning. Volgens de minister is het gevolg van het verstrekken van onjuiste gegevens dat de verblijfsvergunning wordt geweigerd, niet verlengd of ingetrokken. ‘Een reeds op grond van onjuiste gegevens verleende vergunning vervalt echter niet van rechtswege. Een automatisch vervallen van een verblijfsrecht past niet in het stelsel van het ontstaan en verlies daarvan is ook vanuit de optiek van de rechtszekerheid ongewenst. Een nadrukkelijk besluit tot intrekking schept de voor een ieder vereiste duidelijkheid’, aldus de minister. Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat onder de hiervoor geschetste omstandigheden geen sprake is van een wederrechtelijk verblijf in de zin van artikel 197a van het wetboek van strafrecht en dat niet bewezen kan worden dat verdachte behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijk verblijf of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft. Ook voor het overige acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken. Voor wat betreft het onder 3 en het onder 4 tenlastegelegde overweegt het hof het navolgende. Het hof acht onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan. De door [betrokkene 4] en [betrokkene 3] afgelegde verklaringen zijn naar het oordeel van het hof onvoldoende om te komen tot wettig en overtuigend bewijs van de aan verdachte tenlastegelegde feiten, zodat verdachte ook van deze feiten dient te worden vrijgesproken. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Aldus gewezen door mr. M.J.H.J. de Vries-Leemans, voorzitter, mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend en mr. A.H. Klip, in tegenwoordigheid van dhr. A.J.H.M. van Baast, griffier, en op 28 december 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Mr. A.H. Klip is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.-