
Jurisprudentie
BC2593
Datum uitspraak2008-01-15
Datum gepubliceerd2008-01-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers379900 HA 07-189
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-01-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers379900 HA 07-189
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
kantonzaak, arbeidsrecht. Tweede verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst, nu van werkneemster. Ontbinding met factor C=3 nadat werkgeefster zich uitermate onheus had gedragen door o.a.: intimidatie, na relatief korte duur arbeidsongeschiktheid na ongeval niet willen toelaten tot oorspronkelijke werk, zonder redelijke grond ontslag op staande voet tijdens ziekte, en -na intrekking ontbindingsverzoek voor zover vereist (met vergoeding van ongeveer C=2) en het ontslag- wederom niet toelaten tot oorspronkelijke werk.
Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Deventer
zaaknr. : 379900 HA VERZ 07-189
datum : 15 januari 2008
Beschikking op een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
in de zaak van:
[VERZOEKSTER],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
gemachtigde mr. M.T.A. Lamers, jurist bij FNV Bondgenoten te Deventer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SEATS AND SOFAS BV,
gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
verwerende partij,
gemachtigde mr. L. Alberts, advocaat te Hardinxveld-Giessendam.
De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding
- diverse door verzoekster afzonderlijk toegezonden producties.
De mondelinge behandeling is gehouden op 8 januari 2008.
Verschenen zijn:
- Verzoekster, bijgestaan door mr. Lamers voornoemd;
- verweerster, vertegenwoordigd door mr. Alberts voornoemd.
Het geschil
Verzoekster (hierna ook: [verzoekster]) heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewijzigde omstandigheden, onder gelijktijdige toekenning van een billijke vergoeding ten bedrage van € 36.918,30 bruto, overeenkomende met de uitkomst van de kantonrechtersformule bij toepassing van correctiefactor C = 3. Verweerster (hierna ook: Seats & Sofas B.V.) heeft het verzoek bestreden en verzocht om afwijzing ervan, althans ten aanzien van de verzochte ontslagvergoeding. Seats & Sofas B.V. heeft voorts een zelfstandig tegenverzoek ingediend, strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewijzigde omstandigheden zonder toekenning van een billijke vergoeding. Tegen dat verzoek heeft [verzoekster] zich verzet, althans voorzover het betreft het niet toekennen van een billijke vergoeding.
De beoordeling
1.
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast:
a. [verzoekster], thans [X] jaar oud, is op [datum] bij Seats & Sofas B.V. in dienst getreden en laatstelijk (sedert [datum]) aangesteld in de functie van baliecaptain in de vestiging van Seats & Sofas B.V. te Deventer.
b. Het bruto maandsalaris van [verzoekster] bedraagt thans € 1.899,09, exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
c. [verzoekster] heeft steeds goed gefunctioneerd.
d. Begin november 2005 is zij het slachtoffer geworden van een verkeersongeluk, waarna zij tijdelijk arbeidsongeschikt is geraakt en begin februari 2006 haar eigen werk alweer grotendeels (voor 31 van de overeengekomen 37 uur per week) heeft hervat.
e. In de zomer van 2006 raakt [verzoekster] opnieuw arbeidsongeschikt als gevolg van intimidatie op de werkplek door één van haar leidinggevenden, de heer [H], eind mei 2006, die haar op ongepaste wijze onder druk zette haar werk volledig te hervatten.
f. Als [verzoekster] in oktober 2006 haar eigen werk weer volledig wil en kan hervatten wordt zij door Seats & Sofas B.V. niet tot het verrichten van haar functie toegelaten met als reden dat haar functie aan een collega is vergeven
g. Tijdens een gesprek tussen [verzoekster] en [H] op 16 maart 2007 deelt laatstgenoemde haar mee dat zij uit haar functie van baliecaptain is gezet.
h. Begin juli 2007 stelt Seats & Sofas B.V. aan [verzoekster] voor om aan het werk te gaan in de vestiging te Deventer in haar vroegere (lagere) functie van operation assistent of in haar eigen functie van baliecaptain maar dan in de vestiging te Hoogeveen. [verzoekster] heeft dat voorstel afgewezen wegens de voor haar onaanvaardbaar lange reistijd vanaf haar woonplaats [woonplaats] naar Hoogeveen (ruim drie uur woon-werkverkeer per dag) en omdat zij het ongemotiveerde afnemen van haar positie in Deventer onaanvaardbaar achtte.
i. Medio juli 2007 meldt [verzoekster] zich opnieuw, als gevolg van werkgerelateerde spanningsklachten, ziek.
j. Op 17 juli 2007 ontslaat Seats & Sofas B.V. [verzoekster] op staande voet wegens herhaalde telefonische onbereikbaarheid tijdens haar ziekte.
k. Bij op 1 augustus 2007 gedateerd verzoekschrift wendt Seats & Sofas B.V. zich tot deze sector kanton met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden voor zover rechtens vereist.
l. Bij beschikking van 11 oktober 2007 heeft de kantonrechter dat verzoek ingewilligd wegens de verstoorde verhouding tussen partijen doch onder toekenning van een billijke vergoeding ad € 22.150,- bruto aan [verzoekster].
m. Seats & Sofas B.V. heeft dat verzoek, en het daaraan voorafgegane ontslag op staande voet, vervolgens ingetrokken en bij brief van 19 oktober 2007 [verzoekster] uitgenodigd om haar eigen werk in Hoogeveen of de functie van operation assistent te Deventer te hervatten, welk voorstel [verzoekster] heeft afgewezen.
n. [verzoekster] is thans arbeidsongeschikt.
2.
[verzoekster] heeft haar verzoek als volgt, zakelijk weergegeven, toegelicht.
Zij heeft na haar uitval als gevolg van het verkeersongeluk haar werk sneller hervat dan de haar begeleidende bedrijfsarts wenselijk oordeelde. Niettemin werd zij door haar leidinggevende [H] onder druk gezet om weer volledig te gaan werken. Eind mei 2006 heeft deze [H] haar, denkende dat hij haar onder vier ogen sprak, sterk intimiderend toegesproken, zeggende onder meer dat hij haar “spuugzat was” en dat zij “moest oprotten” en dat hij ervoor zou zorgen dat zij ontslagen zou worden. Bij het verweerschrift in de eerdere ontbindingsprocedure, thans als productie bij het verzoekschrift gevoegd, zijn twee getuigenverklaringen gevoegd die deze gang van zaken bevestigen. Als gevolg van deze bedreigende situatie op haar werkplek heeft [verzoekster] zich vervolgens enkele weken later wederom ziek gemeld. Toen zij in oktober hersteld was en volledig haar werk wilde hervatten bleek haar functie aan een collega te zijn vergeven. Tijdens een gesprek met [H] op 16 maart 2007 is zij officieel uit haar functie gezet. Haar is toen en later geen reden voor die beslissing gegeven. Het in juli 2007 gevolgde voorstel om haar werkzaamheden als baliecaptain te hervatten in de vestiging te Hoogeveen of weer in haar vroegere functie van operation assistent in Deventer op te nemen heeft zij afgewezen vanwege de onaanvaardbaar lange reistijd van haar woonplaats [woonplaats] naar Hoogeveen (meer dan drie uur per dag) en omdat de beslissing om haar uit haar functie te zetten nooit (serieus) is gemotiveerd.
Na de beschikking op het voorwaardelijke ontbindingsverzoek van Seats & Sofas B.V. heeft Seats & Sofas B.V. dat verzoek ingetrokken en aan [verzoekster] opnieuw voorgesteld om weer te komen werken. Daarbij heeft zij aan [verzoekster] opnieuw de keuze gelaten tussen haar eigen functie van baliecaptain in de vestiging te Hoogeveen en die van operation assistent (de functie waarin zij in 2002 werd aangenomen) in de vestiging te Deventer. Uit de beschikking van 11 oktober 2007 blijkt dat de kantonrechter ook op dit punt aan [verzoekster] geen enkel verwijt maakte. Het verzoek werd uitsluitend toegewezen wegens de – als gevolg van het optreden van Seats & Sofas B.V. - verstoorde verhouding tussen partijen. In de beschikking worden aan Seats & Sofas B.V. diverse ernstige verwijten gemaakt. De toegekende vergoeding is gemotiveerd met het oordeel dat [verzoekster] door Seats & Sofas B.V. ten onrechte van haar functie van baliecaptain is ontheven. De opstelling van Seats & Sofas B.V. na de beschikking in de vorige procedure heeft de verhouding tussen partijen alleen maar nog verder verslechterd. Seats & Sofas B.V. heeft geen enkele handreiking gedaan, ook geen voorstel inzake mediation of andere vorm van geschilbeslechting.
3.
Seats & Sofas B.V. heeft tot haar verweer het volgende, ook zakelijk weergegeven, aangevoerd.
De kantonrechter heeft in de beschikking van 11 oktober 2007 miskend dat de arbeidsovereenkomst de werkgever de ruimte biedt om de standplaats van [verzoekster] te wijzigen. Ook is de kantonrechter voorbijgegaan aan haar redelijke voorstel ter tegemoetkoming aan de bezwaren van [verzoekster] tegen de reisafstand tussen de woonplaats van [verzoekster] en de vestiging te Hoogeveen. Volgens het advies van de arbo-arts moest het reizen in werktijd voor [verzoekster] acceptabel zijn. Na de beschikking van 11 oktober 2007 is om die reden het verzoek (en het ontslag op staande voet) ingetrokken en is opnieuw aan [verzoekster] voorgesteld in Deventer haar vroegere, of in Hoogeveen haar huidige functie te gaan uitoefenen. Vervolgens heeft de arbo-arts op verzoek van Seats & Sofas B.V. mediation voorgesteld ter oplossing van de verstoorde arbeidsrelatie, maar [verzoekster] heeft haar medewerking daaraan geweigerd. Onder deze omstandigheden kan de arbeidsrelatie weliswaar niet worden voortgezet maar is toekenning van een ontbindingvergoeding niet billijk. Het verzoek dient daarom voor zover het de toekenning van een billijke vergoeding betreft te worden afgewezen. Nu [verzoekster] situatief arbeidsongeschikt is en zij weigert mee te werken aan een oplossing van het arbeidsconflict en een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft ingediend heeft Seats & Sofas het recht een zelfstandig verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen.
4.
Partijen zijn het eens over de noodzaak tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zodat alleen om die reden al het daartoe strekkende verzoek van [verzoekster] zal worden toegewezen. Door die toewijzing komt aan het tegenverzoek van Seats & Sofas B.V. de rechtsgrond te ontvallen, nu een (op verzoek van de ene partij) ontbonden arbeidsovereenkomst niet nog eens (op verzoek van de andere partij) kan worden ontbonden. Bovendien zal het verzoek van [verzoekster], zoals hierna zal blijken, integraal worden toegewezen, zodat de mogelijkheid van eventuele intrekking ervan zich niet voordoet, daargelaten dat het tegenverzoek niet voorwaardelijk werd geformuleerd.
5.
Voor wat betreft de verzochte toekenning van een billijke vergoeding geldt het volgende:
a.
Door de intrekking van haar eerdere verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft de beschikking van deze sector kanton van 11 oktober 2007 haar rechtskracht verloren. Dat impliceert dat ook de aan dat eerdere ontbindingsverzoek en aan het daartegen gevoerde verweer ten grondslag gelegde feiten in de onderhavige beoordeling zullen worden betrokken.
b.
Anders dan Seats & Sofas B.V. kennelijk meent is voor de onderhavige beoordeling niet van doorslaggevend belang of zij in de arbeidsovereenkomst het recht heeft bedongen om de standplaats van [verzoekster] te wijzigen. Immers, artikel 7:613 BW verlangt voor een geldig beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding door de werkgever een zwaarwichtig werkgeversbelang waarvoor het belang van de werknemer, dat door de wijziging zou worden geschaad, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Voor haar beslissing om [verzoekster] niet meer toe te laten tot haar eigen werk heeft Seats & Sofas B.V. enkel gewezen op de omstandigheid dat [verzoekster] in 2006 zo langdurig arbeidsongeschikt is geweest dat haar definitieve vervanging noodzakelijk was. Dat betoog is, zonder nadere bijzonderheden, die ontbreken, als motivering ontoereikend. Het is voor werkgevers in het algemeen een niet ongewoon verschijnsel dat personeel door ziekte uitvalt en dat vervolgens in waarneming van de functie moet worden voorzien. In dit geval is [verzoekster] vanaf begin november 2005 tot begin februari 2006 uitgevallen, en in de zomer van 2006 opnieuw, van medio juli tot begin oktober 2006. Daargelaten de omstandigheid dat [verzoekster] aannemelijk heeft gemaakt dat die laatste uitval rechtstreeks verband hield met de ongepaste druk die door een leidinggevende van Seats & Sofas B.V. op haar werd uitgeoefend om haar werk volledig te hervatten, is de toen gevolgde ziekteperiode van twee tot drie maanden objectief bezien geenszins zo langdurig dat aannemelijk is dat Seats & Sofas B.V. wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen voor definitieve vervanging van [verzoekster] diende te zorgen. Dat klemt temeer nu uit de aard van de functie (opnieuw: zonder bijzondere bijkomende omstandigheden, die niet zijn gesteld of gebleken) niet voortvloeit dat tijdelijke vervanging gedurende een tijdspanne van enkele maanden tot problemen moest leiden. Zou onder de geschetste omstandigheden de beslissing van Seats & Sofas B.V. om [verzoekster] in oktober 2006 niet meer tot haar werk in Deventer toe te laten ook in het algemeen al strijdig moeten worden geoordeeld met de verplichting van Seats & Sofas B.V. om zich als goed werkgever te gedragen, van een geldig beroep op het beding in de arbeidsovereenkomst dat Seats & Sofas B.V. het recht geeft de standplaats van [verzoekster] eenzijdig te wijzigen kan in het licht van artikel 7:613 BW al helemaal geen sprake zijn.
c.
Het op 17 juli 2007 verleende ontslag op staande voet was (in ieder geval na het inwinnen van deskundig advies) voor Seats & Sofas B.V. voorspelbaar tot vernietiging gedoemd, gelet op de wettelijke bepalingen inzake het niet opvolgen van controlevoorschriften bij ziekte en het oordeel van de Hoge Raad in de zaak Vixia/Gerrits (HR 8 oktober 2004, LJN AO 9549). Door niettemin dat ontslag te verlenen, c.q. na inschakeling van een deskundige te handhaven, heeft Seats & Sofas B.V. ertoe bijgedragen dat de verstandhouding met [verzoekster] nog verder werd verstoord. De conclusie van de kantonrechter in de beschikking van 11 oktober 2007 dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk was als gevolg van de verstoorde verhoudingen was aldus eveneens voorspelbaar.
d.
Na intrekking van het voorwaardelijke ontbindingsverzoek en het ontslag op staande voet moet voor Seats & Sofas B.V. duidelijk zijn geweest dat van haar, als de werkgever die de arbeid organiseert en als degene die dat ontslag had verleend en de ontbindingsprocedure had geëntameerd, het initiatief diende uit te gaan voor een poging de verstandhouding met [verzoekster] te normaliseren. Ter zitting heeft Seats & Sofas B.V. via haar gemachtigde bevestigd dat zij zich van die verplichting bewust was. Zij heeft die verplichting feitelijk ingevuld door haar eerder reeds verworpen voorstel tot werkhervatting te herhalen, terwijl haar uit de beschikking van 11 oktober 2007 duidelijk had moeten zijn dat dat voorstel ook in de ogen van de kantonrechter geen genade had gevonden, en voorts door aan de arbodienst te vragen om contact met [verzoekster] te leggen en mediation voor te stellen. Zij heeft ieder rechtstreeks contact gemeden, volgens haar raadsman vanwege de ernstige psychische problematiek van [verzoekster], al dan niet in relatie met de arbeidsverhouding. Ter zitting heeft [verzoekster] erkend dat een haar totaal onbekende bedrijfsarts, de heer Bhatou, haar na de uitspraak van de kantonrechter heeft opgebeld en haar haar verhaal heeft laten doen. Hij heeft toen wel de mogelijkheid van mediation genoemd maar daar niet op aangedrongen of een enigszins concreet uitgewerkt plan voorgelegd. [verzoekster] heeft deze bedrijfsarts verwezen naar de haar behandelende bedrijfsarts Zurel en naar haar juridische gemachtigde. Na dat telefoongesprek heeft Seats & Sofas B.V. geen verder contact, direct noch indirect, met [verzoekster] of haar gemachtigde gezocht. Uit de stukken is voorts gebleken dat de heer Bhatou de inhoud van zijn telefoongesprek met [verzoekster] aan beide partijen heeft bevestigd. Echter, de tekst van zijn brieven van 26 november 2007 aan [verzoekster] en van 5 december 2007 aan Seats & Sofas B.V. is vrijwel gelijkluidend met als enige verschil dat in de bevestiging aan Seats & Sofas B.V. een zin is toegevoegd, luidende: “Zij wijst mediation af”. Voor deze opvallende toevoeging in het licht van de standpunten van partijen heeft Seats & Sofas B.V. geen verklaring kunnen geven. Aldus kan de conclusie geen andere zijn dan dat Seats & Sofas B.V. na intrekking van het ontslag op staande voet en van het voorwaardelijke ontbindingsverzoek volstrekt onvoldoende moeite heeft gedaan om de evident sterk beschadigde relatie met haar werkneemster [verzoekster] te herstellen. In tegendeel, zij heeft na een toch al bedenkelijk voortraject met intimiderend optreden van een leidinggevende en een onvoldoende gemotiveerd ontslag op staande voet, in feite haar door de kantonrechter in zijn beschikking van 11 oktober 2007 in niet mis te verstane bewoordingen veroordeelde houding tegenover [verzoekster] volgehouden. Haar verwijzing naar een poging om via de bedrijfsarts een voorstel tot mediation te doen, wat overigens van dat voorstel op zichzelf ook zij, is ter compensatie van zoveel aangericht onheil onvoldoende.
e.
Door overlegging van een verklaring van drs. [B], psycholoog/psychotherapeut te Deventer heeft [verzoekster] aannemelijk gemaakt dat zij psychisch behandeld wordt voor een burn out die rechtsreeks verband houdt met de bejegening die zij op haar werkplek bij Seats & Sofas B.V. heeft ervaren.
6.
Tegen de achtergrond van de hiervoor onder 5b tot en met 5e geschetste omstandigheden is billijkheidshalve aanleiding tot toekenning van een vergoeding waarin een ernstig verwijt aan het adres van Seats & Sofas B.V. tot uiting komt. Het door [verzoekster] verzochte bedrag van
€ 36.918,30 bruto komt in dat kader billijk voor.
7.
In de omstandigheden van het geval vindt de kantonrechter aanleiding om Seats & Sofas B.V. te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt - op verzoek van [verzoekster] - de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst en bepaalt dat deze eindigt op 31 januari 2008 onder toekenning aan [verzoekster] ten laste van Seats & Sofas B.V. van een vergoeding van € 36.918,30 bruto en veroordeelt Seats & Sofas B.V. tot betaling van dat bedrag aan [verzoekster] tegen bewijs van kwijting;
- wijst het verzoek van Seats & Sofas B.V. af;
- veroordeelt Seats & Sofas B.V. in de proceskosten voor zover aan de zijde van [verzoekster] ontstaan en tot op heden begroot op € 400,00 voor salaris gemachtigde.
Aldus gegeven door mr. A.H. Canté, kantonrechter te Deventer, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 15 januari 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.