Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC4374

Datum uitspraak2008-02-14
Datum gepubliceerd2008-02-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers210701 \ EN VERZ 07-3612
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Verzoekschrift nakosten ex artikel 237 lid 4 Rv. Betrokkene heeft een onbekende woon- of verblijfplaats. Zijn er daadwerkelijk nakosten gemaakt? Verzoekende partij wordt in de gelegenheid gesteld een nadere toelichting te geven.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector kanton Locatie Assen zaak-/rolnummer: 210701 EN VERZ 07-3612 tussenbeschikking ex artikel 237 lid 4 Rv d.d. 14 februari 2008 in de zaak van de besloten vennootschap WEHKAMP B.V., hierna te noemen: verzoekster, gevestigd te Zwolle, verzoekende partij, gemachtigde: M.G. de Jong, tegen [Verweerster], hierna te noemen: verweerster, met onbekende woon- of verblijfplaats, voorheen wonende te [adres] verwerende partij. Procesverloop 1. Verzoekster heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 september 2007, verzocht een bevelschrift uit te vaardigen tegen verweerster tot een bedrag van € 45,00 wegens nasalaris gemachtigde. Verzoekster legt daaraan ten grondslag dat haar gemachtigde na het vonnis diverse werkzaamheden heeft verricht, zoals het bestuderen van het ontvangen vonnis, het onderhouden van schriftelijke en telefonische contacten met verweerster en derden, het voeren en bewaken van betalingsregelingen, het aanschrijven van verweerster tot voldoening van het verschuldigde en het registreren en verwerken van betalingen en het informeren naar verhaalsmogelijkheden. 2. De door de griffier aan verweerster verzonden (aangetekende) stukken, waaronder de oproep tot verschijning ter zitting, zijn als onbestelbaar retour ontvangen ter griffie. 3. Na adresverificatie door de griffier op 6 november 2007 en contact met de incassogemachtigde van verzoekster op 15 november 2007 is gebleken dat verweerster op dat moment geen bekende woon- of verblijfplaats had. Motivering 4. De kantonrechter overweegt dat het bevreemding wekt dat (gemachtigde) van verzoekster werkzaamheden heeft verricht die dienen te worden aangemerkt als nakosten, nu verweerster geen (bij de gemachtigde van verzoekster) bekende woon- of verblijfplaats had. Derhalve dient verzoekster naar het oordeel van de kantonrechter nader te onderbouwen dat en welke nakosten zijn gemaakt, nu de werkzaamheden in het verzoekschrift in algemene bewoordingen zijn gesteld en verzoekster aangeeft dat zij desverlangd een gespecificeerde opgave kan verstrekken van de door haar gemachtigde verrichte werkzaamheden. Beslissing? De kantonrechter: stelt verzoekster in de gelegenheid zich schriftelijk uit te laten over hetgeen in rechtsoverweging 4 is overwogen vóór donderdag 13 maart 2008; houdt iedere verdere beslissing aan. Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. A. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2008. typ: 167/SJSK coll: