Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC5180

Datum uitspraak2008-02-26
Datum gepubliceerd2008-02-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460574-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Aan verdachte zijn meerdere zedendelicten tenlastegelegd. De rechtbank heeft bij de straftoemeting aan verdachte in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte als volwassene de grenzen in de omgang met minderjarigen op een afkeurenswaardige manier heeft overschreden. Zo heeft verdachte doelbewust via internet contact gezocht met minderjarige meisjes, van de leeftijd van aangeefsters, in zijn woonomgeving. Daarbij heeft hij gelogen over zijn leeftijd om het vertrouwen van deze minderjarigen te winnen en vervolgens met hen in (fysiek) contact te komen. Verdachte heeft door zijn handelwijze misbruik gemaakt van het vertrouwen en de onschuld van jonge meisjes en heeft bij zijn handelen kennelijk uitsluitend oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen seksuele lustgevoelens. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden en hij wordt ter beschikking gesteld met verpleging van overheidswege.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/460574-07 Uitspraak d.d.: 26 februari 2008 tegenspraak/ dip VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [1975], wonende te [plaats] thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Doetinchem. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 februari 2008. De tenlastelegging Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer A] (geboren op [1991]) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer A], hebbende verdachte (telkens) zijn tong in de mond van die [slachtoffer A] gebracht en/of een of meer vingers in de vagina van die [slachtoffer A] geduwd en/of gebracht en/of op en neer gaande bewegingen met die vingers gemaakt en/of (in) de borst(en) van die [slachtoffer A] betast en/of gekneed en/of (over) de vagina en/of de schaamstreek betast en/of gestreken en/of gewreven en/of de vagina van die [slachtoffer A] gevingerd en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (telkens) - via MSM en/of mail/chat-contact met die [slachtoffer A] heeft gezocht en/of gehad en/of - zich daarbij heeft voorgesteld als [naam] en/of - heeft medegedeeld 21 jaar te zijn en/of - afspraken om elkaar te ontmoeten heeft gemaakt en/of - die [slachtoffer A] heeft ontmoet en/of - bij die ontmoeting(en) (alcoholhoudende) drank heeft meegenomen en/of - (vervolgens) -na een aantal ontmoetingen- die [slachtoffer A] mee naar zijn woning heeft genomen en/of - onverhoeds en onverwachts zijn hand(en) in de broek van die [slachtoffer A] heeft gedaan en/of - de knieën van die [slachtoffer A] uit elkaar heeft getrokken en/of - gebruik heeft gemaakt van uit fysieke en/of psychische verhoudingen voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer A]; art 242 Wetboek van Strafrecht en/of hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer A] (geboren op [1991]), die toen de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van en/of kneden in de borst(en) van die [slachtoffer A] en/of het betasten van en/of strijken en/of wrijven over de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer A] en/of het vingeren van de vagina van die [slachtoffer A]; art 247 Wetboek van Strafrecht althans indien het bovenstaande niet tot een veroordeling leidt hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer A], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer A], hebbende verdachte (telkens) zijn tong in de mond van die [slachtoffer A] gebracht en/of een of meer vingers in de vagina van die [slachtoffer A] geduwd en/of gebracht en/of op en neer gaande bewegingen met die vingers gemaakt en/of (in) de borst(en) van die [slachtoffer A] betast en/of gekneed en/of de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer A] betast en/of (over) de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer A] gestreken en/of gewreven en/of de vagina van die [slachtoffer A] gevingerd; art 245 Wetboek van Strafrecht en/of hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer A] (geboren op [1991]), die toen de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van en/of kneden in de borst(en) van die [slachtoffer A] en/of het betasten van en/of strijken en/of wrijven over de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer A] en/of het vingeren van de vagina van die [slachtoffer A]; art 247 Wetboek van Strafrecht 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer B] (geboren op [1992]) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer B], hebbende verdachte (telkens) zijn tong in de mond van die [slachtoffer B] gebracht en/of (in) de borst(en) van die [slachtoffer B] heeft betast en/of gekneed en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (telkens) - via MSM en/of mail/chat-contact met die [slachtoffer B] heeft gezocht en/of gehad en/of - zich daarbij heeft voorgesteld als [naam] en/of - heeft medegedeeld 16 en/of 19 jaar, althans duidelijk jonger dan zijn echte leeftijd, te zijn en/of - afspraken om elkaar te ontmoeten heeft gemaakt en/of - die [slachtoffer B] heeft ontmoet en/of - bij die ontmoeting(en) (alcoholhoudende) drank heeft meegenomen en/of - (vervolgens) -na een aantal ontmoetingen- die [slachtoffer B] mee naar zijn woning heeft genomen en/of - onverhoeds en onverwachts zijn hand(en) naar de broek van die [slachtoffer B] heeft gebracht en/of heeft getracht om de gulp van de broek van die [slachtoffer B] te openen en/of - gebruik heeft gemaakt van uit fysieke en/of psychische verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [slachtoffer B]; art 242 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer B], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer B], hebbende verdachte (telkens) zijn tong in de mond van die [slachtoffer B] gebracht en/of (in) de borst(en) van die [slachtoffer B] betast en/of gekneed; art 245 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 13 oktober 2007, te Vorden, gemeente Bronckhorst, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer C] (5 jaar) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het tonen van zijn penis aan die [slachtoffer C] en/of het (vervolgens) zich af te trekken in het bijzijn van die [slachtoffer C] en/of het maken van trekkende bewegingen aan zijn penis en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit - het onverhoeds en/of onverwachts confronteren van die [slachtoffer C] met genoemde ontuchtige handeling(en) en/of - misbruik maken van de zeer jeugdige leeftijd van die [slachtoffer C]; art 246 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 13 oktober 2007, te Vorden, gemeente Bronckhorst, zich opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten een speelplaats nabij het Vogelbosje en/of de Boonk, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden; art 239 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde leest de rechtbank de tenlastelegging aldus dat het hier een primair en subsidiair tenlastegelegd feit betreft, waarbij binnen het primaire feit wederom een primair (artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht) en vanaf “en/of” subsidiair (het ten opzichte van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht ‘mindere’ artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht) feit tenlaste is gelegd. Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, eerste tekstblok, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde dat uit de verklaringen van aangeefsters niet, althans onvoldoende, is gebleken dat van de kant van verdachte sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid als in de tenlastelegging omschreven, waardoor aangeefsters zijn gedwongen tot het ondergaan van de in de tenlastelegging beschreven handelingen. Motivering bewezenverklaring De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de – navolgende – overwegingen ten aanzien van het bewijs, verwijzen naar de doorlopende paginanummering van het in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0631/07-208879, gesloten en getekend op 27 november 2007 door [naam], hoofdagent/gecertificeerd zedenrechercheur van politie Team Recherche IJsselstreek. De bewezenverklaring is gebaseerd op de bekennende verklaringen van verdachte bij de politie (m.b.t. feit 1 primair, tweede tekstblok: pagina 58, 66, 67, m.b.t. feit 2 subsidiair: pagina 58 en 70, en m.b.t. feit 3 subsidiair: pagina 107-108), alsmede op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, en de aangiftes van [slachtoffer A] (pagina 74-82), [slachtoffer B] (pagina 46-51) en [naam] (pagina 97-99). Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, tweede tekstblok, 2 subsidiair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: 1. hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, met [slachtoffer A] (geboren op [1991]), die toen de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van en kneden in de borst van die [slachtoffer A] en/of het betasten van en/of strijken en/of wrijven over de vagina en de schaamstreek van die [slachtoffer A] en/of het vingeren van de vagina van die [slachtoffer A]; 2. hij op tijdstippen in de periode van 25 oktober 2005 tot en met 20 juli 2006, te Zutphen en/of te Warnsveld, met [slachtoffer B], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer B], hebbende verdachte zijn tong in de mond van die [slachtoffer B] gebracht en/of de borsten van die [slachtoffer B] betast en/of gekneed; 3. hij op 13 oktober 2007, te Vorden, gemeente Bronckhorst, zich opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten een speelplaats nabij het Vogelbosje en/of de Boonk, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden. Met betrekking tot de bewezenverklaring van het onder 1 primair, tweede tekstblok, en 2 subsidiair tenlastegelegde merkt de rechtbank op dat het begrip ‘telkens’ door de rechtbank is uitgelegd als inhoudende dat de genoemde handelingen op meerdere tijdstippen hebben plaatsgevonden. De rechtbank heeft ten behoeve van de leesbaarheid van de bewezenverklaring dan ook aanleiding gezien het begrip ‘telkens’ in de bewezenverklaring weg te strepen en de woorden ‘op tijdstippen’ toe te voegen. Naar het oordeel van de rechtbank is de verdachte hierdoor niet in zijn belangen geschaad. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: T.a.v. feit 1 primair, tweede tekstblok: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd. T.a.v. feit 2 subsidiair: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd. T.a.v. feit 3 subsidiair: schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd. Strafbaarheid van de verdachte Over verdachte is een psychiatrisch rapport gedateerd 4 februari 2008 opgemaakt door H.E.M. van Beek, psychiater. De conclusies van dit rapport luiden – kort samengevat – als volgt: onderzochte is lijdende aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de vorm van pedofilie, alsmede misbruik van alcohol, cannabis en amfetamine. Tevens is hij lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven (met vermijdende trekken). De ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens beïnvloedden betrokkenes gedragskeuzes c.q. gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde zodanig dat het tenlastegelegde daaruit mede verklaard kan worden. Betrokkene wordt in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht voor het hem tenlastegelegde, indien bewezen. Over verdachte is eveneens een psychologisch rapport gedateerd 4 februari 2008 opgemaakt door P.M.F. Brookhuis, GZ-psychologe. De conclusies van dit rapport luiden – kort samengevat – als volgt: bij betrokkene is te spreken van pedofilie en van een persoonlijkheidsstoornis NAO, met afhankelijke en ontwijkende kenmerken. Ten tijde van het tenlastegelegde was sprake van voornoemde problematiek en stoornis. Tevens is sprake geweest van middelenmisbruik, waaronder alcoholmisbruik. Er is sprake van een relatie tussen de geschetste stoornissen en problematiek en het tenlastegelegde, indien bewezen. Betrokkene is verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank kan zich met de conclusies van deze rapporten verenigen en neemt deze over. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie strekkende tot het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, en de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De officier van justitie heeft daarnaast met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [naam] opgemerkt dat deze vordering geen betrekking heeft op een van de tenlastegelegde feiten, en dat er bovendien geen bedragen zijn ingevuld. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd, en dat hij geen geweld of druk heeft gebruikt tegenover de slachtoffers. Verdachte is in behandeling geweest. Dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid, maar verdachte heeft hier volgens zijn raadsman wel van geleerd. Verdachte is bereid mee te werken aan een behandeling. Hij wil liever geen interne, klinische, behandeling. De raadsman voert aan dat het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet nodig is, nu er ook nog een tussenstap mogelijk is, namelijk de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De terbeschikkingstelling met voorwaarden biedt de mogelijkheid om te kijken of verdachte meent wat hij zegt. Mocht hij dan de voorwaarden overtreden dan kan de terbeschikkingstelling met voorwaarden alsnog omgezet worden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De raadsman verzoekt verdachte een gevangenisstraf op te leggen met een voorwaardelijk deel als stok achter de deur en in plaats van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. Met betrekking tot de eventuele op te leggen straf en/of maatregel heeft psychiater H.E.M. van Beek in het eerder genoemde rapport van 4 februari 2008 het volgende vermeld: als genoemde aandoeningen niet voldoende behandeld kunnen worden zal de kans op recidive zeer groot zijn. De verschillende soorten ambulante behandelingen van de laatste jaren bleken dienaangaande onvoldoende te zijn geweest. Om de kans op herhaling te voorkomen of te beperken is, gezien het verleden voor wat betreft delicten en de resultaten van de ambulante behandelingen, tbs met dwangverpleging de enige mogelijkheid. GZ-psychologe P.M.F. Brookhuis heeft met betrekking tot de eventuele op te leggen straf en/of maatregel in het eerder genoemde rapport van 4 februari 2008 het volgende vermeld: het advies is om aan betrokkene klinische behandeling op te leggen in een tbs-kader. Daar betrokkene tot nu toe in begeleidings- en behandelcontacten de voorwaarden heeft geschonden, is een punt van aandacht dat een voorwaardelijk kader met name door de behandelaars als ook door de reclassering beschouwd wordt als een gepasseerd station. Voorts is betrokkene niet intrinsiek gemotiveerd gebleken om in (klinische) opname een behandeling te ondergaan. M. van den Bosch van Reclassering Nederland heeft op 11 februari 2008 eveneens een rapport uitgebracht omtrent verdachte. De conclusies van dit rapport luiden – kort samengevat – als volgt: ambulante hulpverleningstrajecten gericht op het terugdringen van zowel zijn verslaving als zijn delictgedrag hebben geen positief effect gehad op het terugdringen van het recidiverisico. Het verplichte contact met de reclassering heeft ook geen positief effect gehad op het recidiverisico. Hij bleek zowel in behandeling als bij de toezichthouder onbetrouwbaar als het gaat om openheid geven over zaken die met het recidiverisico te maken hadden. Hij is daardoor ongeschikt gebleken voor een behandeling in een ambulant kader. Een tbs met voorwaarden is niet met voldoende waarborgen omgeven. Gelet op de adviezen van H.E.M. van Beek en P.M.F. Brookhuis en het rapport van Reclassering Nederland is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden niet tot de reële mogelijkheden behoort. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte als volwassene de grenzen in de omgang met minderjarigen op een afkeurenswaardige manier heeft overschreden. Zo heeft verdachte bij de onder 1 primair, tweede tekstblok, en 2 subsidiair bewezen feiten doelbewust via internet contact gezocht met minderjarige meisjes, van de leeftijd van aangeefsters, in zijn woonomgeving. Daarbij heeft hij gelogen over zijn leeftijd om het vertrouwen van deze minderjarigen te winnen en vervolgens met hen in (fysiek) contact te komen. Daarna hebben de seksuele handelingen, zoals hiervoor bewezenverklaard, plaatsgevonden. Verdachte heeft door zijn handelwijze misbruik gemaakt van het vertrouwen en de onschuld van jonge meisjes en heeft bij zijn handelen kennelijk uitsluitend oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen seksuele lustgevoelens. Voorts heeft de rechtbank gelet op de hiervoor reeds vermelde verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Daarnaast heeft de rechtbank gelet op de uit de justitiële documentatie van 31 oktober 2007 blijkende recidive. Verdachte is in 1998, 2003 en 2006 reeds eerder wegens zedenmisdrijven veroordeeld. De rechtbank komt tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie gevorderd, nu de rechtbank in tegenstelling tot de officier van justitie het onder 1 primair, eerste tekstblok, tenlastegelegde niet bewezen acht. Gelet op hierboven genoemde rapportages is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de feiten in aanmerking nemend de algemene veiligheid van personen het opleggen van na te noemen maatregel eist. De rechtbank zal daarnaast tevens bevelen dat de ter beschikking te stellen verdachte van overheidswege zal worden verpleegd, nu de rechtbank van oordeel is dat de algemene veiligheid van personen de verpleging eist. De maatregel wordt voorts gegrond op de door verdachte begane misdrijven, welke behoren tot een der misdrijven genoemd in artikel 37a, eerste lid onder 1 van het Wetboek van Strafrecht. Nu voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van de artikelen 37a en 37b onder de leden 1 van het Wetboek van Strafrecht, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling gelasten en bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd. De rechtbank houdt bij het opleggen van na te melden straf op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening met de veroordeling van 22 maart 2006 door de politierechter te Zutphen. Vordering tot schadevergoeding De benadeelde partij [naam] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces. Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 37a, 37b, 57, 63, 239, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, eerste tekstblok, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair, tweede tekstblok, 2 subsidiair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden. Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht. Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd. Verklaart de benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijk in haar vordering. Aldus gewezen door mrs. Van der Hooft, voorzitter, Prisse en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van der Linde, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 februari 2008. Mr. Draisma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.