Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC5331

Datum uitspraak2008-02-28
Datum gepubliceerd2008-02-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/825421-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht voor de dader van zes vermogens- en/of geweldsdelicten in Eindhoven


Uitspraak

verkort vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummers: 01/825421-07, 01/831155-07, 01/825258-07, 01/820111/07 (ter terechtzitting gevoegd) Datum uitspraak: 28 februari 2008 Strafvonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, thans gedetineerd in penitentiaire inrichting “Nieuw Vosseveld II” te Vught. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 februari 2008, 2 oktober 2007 en 10 december 2007. Op 10 december 2007 heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de hiervoor genoemde parketnummers aanhangig gemaakte zaken gevoegd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlasteleggingen. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 11 september 2007 (01/825421-07), 29 november 2007 (01/831155-07), 15 juni 2007 (01/825258-07) en 29 november 2007 (01/820111/07). Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/825421-07 tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 06 juli 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] en/of een of meerdere medewerker(s) van de Piet Kerkhof heeft gedwongen tot de afgifte van 2992,50 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Piet Kerkhof, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of een van zijn mededader(s): - [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of ; - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd en/of lichaam van [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of - [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld dat hij de winkel binnen moest gaan en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd waar de kluis is en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen te gaan naar het kantoor/kantine en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek, althans het hoofd/lichaam, van [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen de kluis te openen en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen het geld uit de kluis aan hem, verdachte, te overhandigen en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd in welke ruimte, zonder telefoon, hij kon worden opgesloten en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen te gaan naar de personeelsingang en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen zijn naam op te geven en/of - [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen om op de grond te gaan liggen (artikel 317 van het Wetboek van Strafrechtr); 2. hij op of omstreeks 16 februari 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of een of meerdere medewerker(s) van de Piet Kerkhof heeft gedwongen tot de afgifte van 31.082,65 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Piet Kerkhof, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt en/of - [slachtoffer 2] heeft/hebben medegedeeld: "Doe die kluis open" en/of - [slachtoffer 2] en/ of een of meerdere medewerk(st)er(s) van de Piet Kerkhof meermalen, althans eenmaal, (met kracht) heeft/hebben geduwd; (artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht) en/of hij op of omstreeks 16 februari 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 31.082,65 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Piet Kerkhof, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of een of meerdere medewerker(s) van de Piet Kerkhof, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgepakt en/of - [slachtoffer 2] heeft/hebben medegedeeld: "Doe die kluis open" en/of - [slachtoffer 2] en/of een of meerdere medewerk(st)er(s) van de Piet Kerkhofmeermalen, althans eenmaal, (met kracht) heeft/hebben geduwd; (artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht). De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 2 oktober 2007 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht. Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/831155-07 tenlastegelegd dat: hij op of omstreeks 07 oktober 2006 te Eindhoven opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of een knietje heeft gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; Artikel 300 Wetboek van Strafrecht. Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/825258-07 tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 28 april 2007 te Eindhoven met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 6], welk geweld bestond uit het meermalen, althans éénmaal schoppen en/of slaan van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]; (artikel 141 Wetboek van Strafrecht) Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 28 april 2007 te Eindhoven opzettelijk mishandelend [slachtoffer 4] en/of [slachto[slachtoffer 6], meermalen, althans éénmaal, heeft geschopt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden; 2. hij op of omstreeks 28 april 2007 te Eindhoven [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (bier)flesje kapotgeslagen en/of een kapotgeslagen bierflesje aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] getoond en/of voorgehouden en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "probeer niet weg te gaan, want ik gebruik hem, ik steek" en/of "jullie blijven allemaal hier", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (artikel 285 Wetboek van Strafrecht) De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 14 februari 2008 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht. Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/820111-07 tenlastegelegd dat: hij op of omstreeks 16 december 2006 te Eindhoven met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen goederen, te weten een of meer auto('s), welk geweld bestond uit het trappen/schoppen en/of slaan/stompen tegen/op (de ruit(en)) van voornoemde auto('s) (artikel 141 Wetboek van Strafrecht). Voorzover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. De geldigheid van de dagvaardingen. De dagvaardingen voldoen aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. t.a.v. het feit met parketnummer 01/831155-07: Van de zijde van de verdediging is aangevoerd dat het vermoeden bestaat dat verdachte voor dit feit reeds is vervolgd, te weten onder parketnummer 000333-07. Verdachte zou voor dit feit mogelijk een transactie hebben betaald, hetgeen tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie zou dienen te leiden. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt niet dat ten aanzien van verdachte voor dit feit dubbele vervolging is ingesteld. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is evenmin gebleken dat voor dit feit twee dagvaardingen zijn uitgebracht, dan wel een transactie is betaald/aangeboden. Er zijn derhalve geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De bewijsoverweging: t.a.v. de zaak met parketnummer 01/825421-07: Feit 1 Aangever [slachtoffer] verklaart dat op 6 juli 2006 een man de winkel Piet Kerkhof heeft overvallen, waarbij die man hem met een vuurwapen heeft bedreigd en hem tot afgifte van een geldbedrag heeft gedwongen[betrok[getuige] verklaart op 29 juni 2007 dat verdachte hem vóór de overval heeft benaderd en hem zijn plan om Piet Kerkhof te overvallen kenbaar heeft gemaakt. In ruil voor informatie over de winkel zou [getuige] een deel van de buit krijgen. [getuige] herkent verdachte op de prints die afkomstig zijn van de beveiligingscamera’s in de winkel. De verdediging voert aan dat [getuige] geen objectieve getuige is, aangezien hij als medeverdachte grote belangen had. De rechtbank verwerpt dit verweer. [getuige] geeft, nadat hij op 29 juni 2007 als verdachte aangemerkt wordt, consistente en voor zichzelf belastende verklaringen over de overval op 16 februari 2007. Hierbij vertelt hij uit eigen beweging ook over zijn betrokkenheid bij de overval van 6 juli 2006. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van zijn verklaringen te twijfelen. [getuige 2] verklaart dat hij verdachte herkende op de foto’s getoond bij het programma Bureau Brabant en dat hij gehoord heeft dat verdachte getipt was over deze overval door ene [betrokkene], een man werkzaam bij Piet Kerkhof. Hij heeft ook gehoord dat [betrokkene] een deel van de buit zou hebben gekregen in ruil voor informatie over hoe verdachte het beste de overval kon plegen. [getuige 2] verklaart over de betrokkenheid van [getuige] bij deze overval al op 20 juni 2007, dus ruim één week voordat [getuige] zelf begint te verklaren over zijn aandeel in de overval. De verdediging bepleit uitsluiting van het bewijs van de bij de politie afgelegde verklaring van [getuige 2], aangezien deze verklaring, gelet op de lichamelijke en psychische toestand van [getuige 2], onder druk is verkregen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het proces-verbaal blijkt dat [getuige 2] op 19 juni 2007 door een GGD arts is onderzocht. Deze arts heeft aangegeven dat hij detentiegeschikt was en normaal gehoord kon worden. Getuige heeft vóór het begin van het verhoor ook zelf aangegeven dat hij gehoord kon worden. Gelet hierop, acht de rechtbank niet aannemelijk dat tijdens de politieverhoren op [getuige 2] een dermate grote druk is uitgeoefend dat zijn verklaring van het bewijs dient te worden uitgesloten. Van de zijde van de verdediging is aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat de aan [getuige 2] (bij Bureau Brabant) en [getuige] (tijdens politieverhoor) getoonde prints daadwerkelijk de prints van de video-opnamen van de overval op de Piet Kerkhof van 6 juli 2006 zijn, aangezien deze prints niet voorzien zijn van datum en tijdstip. Nu de videobeelden van de overval niet meer beschikbaar zijn, is de verdediging in haar belangen geschaad, omdat zij niet meer kan controleren of de getuigen met de juiste prints geconfronteerd zijn, aldus de raadsvrouw. Zij bepleit uitsluiting van het bewijs van deze prints, alsmede van de verklaringen van getuigen [getuige] en [getuige 2] naar aanleiding van de confrontatie met deze prints. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het eind proces-verbaal blijkt dat [slachtoffer] bij de aangifte van 6 juli 2006, derhalve op de dag van de overval, de videoband met de opnames van de beveiligingscamera’s in de winkel heeft overhandigd aan verbalisanten. Van deze video-opnamen zijn prints gemaakt en bij het einddossier gevoegd. Gelet op deze omstandigheid, alsmede op de overige stukken in het dossier, heeft de rechtbank de overtuiging dat deze prints betrekking hebben op de overval van 6 juli 2006. De verdediging is niet in haar belangen geschaad omdat deze prints, die deel uitmaken van het dossier, voor de verdediging controleerbaar zijn en omdat de herkenning van verdachte door getuigen niet op de camerabeelden is gebaseerd, maar op de prints. Gelet op deze bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan. Feit 2: Aangeefster [slachtoffer 2] en [getuige 3] verklaren dat op 16 februari 2007 twee mannen de winkel Piet Kerkhof hebben overvallen en een groot geldbedrag hebben weggenomen. [getuige] verklaart dat verdachte hem vóór de overval heeft benaderd en hem zijn plan om Piet Kerkhof nogmaals te overvallen kenbaar heeft gemaakt. In ruil voor informatie over de winkel, is [getuige] wederom een deel van de buit in het vooruitzicht gesteld. [getuige] verklaart voorts dat verdachte op 16 februari 2007, samen met een ander, de winkel Piet Kerkhof heeft overvallen. [getuige] was tijdens de overval in de winkel aanwezig en heeft (zoals tevoren al was afgesproken), de deur van de winkel voor verdachte en zijn mededader geopend. Op 23 november 2007 is er met [slachtoffer 2] en [getuige 3] een simultane fotobewijsconfrontatie uitgevoerd. [slachtoffer 2] wijst de foto van verdachte aan en verklaart dat deze persoon volgens haar de man is die haar aan de kant duwde en met haar naar de kluis is gelopen. Getuige [getuige 3] wijst ook de foto van verdachte aan en verklaart dat het lang geleden is, maar dat de persoon op de foto volgens haar de overvaller is. De verdediging heeft aangevoerd dat deze confrontaties niet voor het bewijs kunnen dienen, omdat -ten eerste- [slachtoffer 2] niet met zekerheid verdachte heeft herkend en [getuige 3] geen nadere uitleg bij deze herkenning heeft gegeven en -ten tweede- de verdediging niet op de hoogte was gesteld van deze confrontaties. De rechtbank verwerpt deze verweren. De rechtbank acht het van belang dat beide getuigen onafhankelijk van elkaar verdachte uit een fotoserie van 12 verschillende personen herkennen. Deze herkenningen bevestigen elkaar. Mede in dit licht bezien, doen de bewoordingen waarin [getuige 3] en [slachtoffer 2] hun herkenning van verdachte uitdrukken aan de overtuiging van de rechtbank met betrekking tot de waarde van de herkenningen voor het bewijs, niets af. De rechtbank is van oordeel dat de verdediging ten onrechte niet bij de fotoconfrontaties is uitgenodigd, maar dat dit vormverzuim niet tot bewijsuitsluiting dient te leiden, omdat de raadsvrouw met betrekking tot deze confrontaties geen inhoudelijke opmerkingen heeft gemaakt. De rechtbank acht, gelet op de processen-verbaal van deze confrontaties, niet aannemelijk dat de overige procedurele regels niet zijn nageleefd. Gelet op deze bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan. t.a.v. het feit 2 met parketnummer 01/825258-07: De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte alleen getuige [slachtoffer 4] heeft bedreigd met een kapot bierflesje dat op de grond lag. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt het volgende. [slachtoffer 4] verklaart dat verdachte een bierflesje op een paaltje heeft kapotgeslagen en vervolgens tegen hem en zijn vrienden heeft geroepen dat zij moesten blijven staan. Hij verklaart voorts dat verdachte, terwijl hij het kapotgeslagen flesje met de kapotte kant bij zijn ([slachtoffer 5]) keel hield, riep: “Probeer niet weg te gaan, want ik gebruik hem, ik steek”. [slachtoffer 5] verklaart dat verdachte een bierfles tegen een stenen pilaar heeft kapotgeslagen. [slachtoffer 7] verklaart dat verdachte een bierflesje op een paaltje heeft kapotgeslagen, voor de keel van [slachtoffer 5] heeft gehouden en heeft gezegd: “jullie blijven allemaal hier”. [slachtoffer 8] verklaart dat verdachte een bierfles tegen een paaltje heeft kapotgeslagen, hij vervolgens naar hen toe is gelopen en tegen hen heeft geroepen: “jullie blijven staan anders steek ik jullie in je flikker”. Gelet op deze verklaringen die kort na het incident zijn afgelegd en die elkaar bevestigen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft gepleegd. De bewezenverklaring. De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte: t.a.v. feit met parketnummer 01/825421-07: 1.op 06 juli 2006 te Eindhoven met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 2992,50 euro, toebehorende aan Piet Kerkhof, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte: - [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft getoond en voorgehouden en - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van [slachtoffer] heeft gericht en - [slachtoffer] heeft medegedeeld dat hij de winkel binnen moest gaan en - [slachtoffer] heeft gevraagd waar de kluis is en - [slachtoffer] heeft gedwongen te gaan naar het kantoor/de kantine en - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de nek van [slachtoffer] heeft gehouden en - [slachtoffer] heeft gedwongen de kluis te openen en - [slachtoffer] heeft gedwongen het geld uit de kluis aan hem, verdachte, te overhandigen en - [slachtoffer] heeft gevraagd in welke ruimte, zonder telefoon, hij kon worden opgesloten en - [slachtoffer] heeft gedwongen te gaan naar de personeelsingang en - [slachtoffer] heeft gedwongen zijn naam op te geven en - [slachtoffer] heeft gedwongen om op de grond te gaan liggen. 2.op 16 februari 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [slachtoffer 2] en een medewerker van de Piet Kerkhof heeft gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag toebehorende aan Piet Kerkhof, welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders - [slachtoffer 2] hebben vastgepakt en - [slachtoffer 2] hebben medegedeeld: "Doe die kluis open" en - [slachtoffer 2] en een medewerker meermalen, (met kracht) hebben geduwd. en op 16 februari 2007 te Eindhoven tezamen en in vereniging met anderen , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 31.158,38 euro toebehorende aan Piet Kerkhof, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen [slachtoffer 2] en een medewerker van de Piet Kerkhof, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders - [slachtoffer 2] hebben vastgepakt en - [slachtoffer 2] hebben medegedeeld: "Doe die kluis open" en - [slachtoffer 2] en een medewerker meermalen (met kracht) hebben geduwd. t.a.v. het feit met parketnummer 01/831155-07: op 07 oktober 2006 te Eindhoven opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), heeft geslagen en geschopt en een knietje heeft gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. t.a.v. de feiten met parketnummer 01/825258-07: 1. op 28 april 2007 te Eindhoven met een ander op de openbare weg [adres] openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], welk geweld bestond uit het meermalen schoppen en/of slaan van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]. 2.op 28 april 2007 te Eindhoven [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (bier)flesje kapotgeslagen en dit kapotgeslagen bierflesje aan [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] getoond en voorgehouden en daarbij dezen dreigend de woorden toegevoegd : "probeer niet weg te gaan, want ik gebruik hem, ik steek" en "jullie blijven allemaal hier". t.a.v. het feit met parketnummer 01/820111-07: op 16 december 2006 te Eindhoven met een ander , op de openbare weg [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen goederen, te weten auto's, welk geweld bestond uit het trappen/schoppen en slaan/stompen tegen (de ruiten) van voornoemde auto's. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De kwalificatie. Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De strafbaarheid. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard. Toepasselijke wetsartikelen. De beslissing is gegrond op de artikelen: Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 77b, 141, 285, 300, 312, 317. DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID De eis van de officier van justitie. De officier van justitie acht de volgende feiten wettig en overtuigend bewezen: feit 1 en 2 met parketnummer 01/825421-07, feit met parketnummer 01/831155-07, feit 1 primair en feit 2 met parketnummer 01/825258-07, en feit met parketnummer 01/820111-07. De officier van justitie vordert een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook indien dit een COVA-training inhoudt. De officier vordert voorts toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met dien verstande dat de mededaders jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de totale schade en daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De op te leggen straf en maatregel. Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op: a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte was ten tijde van de overval op Piet Kerkhof van 6 juli 2006 nog minderjarig. De ernst van dit feit, het gegeven dat verdachte kort na het plegen hiervan meerderjarig is geworden en het gegeven dat verdachte tijdens zijn meerderjarigheid is doorgegaan met het plegen van (ernstige) strafbare feiten, zijn voor de rechtbank aanleiding om met betrekking tot de straftoemeting ook voor dit feit het meerderjarigenstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen. Verdachte heeft een zestal feiten gepleegd, waarbij telkens een geweldscomponent aanwezig is. Met name de overvallen op de Piet Kerkhof zijn als ernstig aan te merken. Bij de eerste overval maakt verdachte gebruik van een vuurwapen of een-in elk geval voor het slachtoffer- niet van een echt vuurwapen te onderscheiden voorwerp. Hij pleegt de overvallen op een berekenende manier: hij wint informatie in bij een medewerker van deze winkel en beweegt deze medewerker hem toegang tot die winkel te verschaffen. De tweede overval plant hij bewust op een dag waarop in verband met de carnavalverkoop de buit maximaal zou zijn. Misdrijven als de onderhavige veroorzaken bij de slachtoffers daarvan gevoelens van onveiligheid en brengen in de samenleving grote onrust teweeg. Naar de ervaring leert kampen de slachtoffers van zulke misdrijven bovendien in psychisch opzicht nog geruime tijd met de gevolgen daarvan. De impact die de overvallen op de medewerkers van Piet Kerkhof hadden, blijkt onder meer uit de verklaringen van [slachtoffer], [slachtoffer 2] en [getuige 3]. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf wel rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van verdachte. De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de hierna te melden bijzondere voorwaarde naleeft. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan. De vordering van de benadeelde partij P.W. Kerkhof B.V. De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar. De benadeelde partij vordert een bedrag van EUR 31.158,38. Omdat de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, zal de rechtbank voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedings-maatregel opleggen. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding. De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit waarop de vordering betrekking heeft samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade. DE UITSPRAAK Verklaart het in de zaak met parketnummer 01/825421-07 onder 1 en 2, het in de zaak met parketnummer 01/831155-07, het in de zaak met parketnummer 01/825258-07 onder 1 primair en 2 en het in de zaak met parketnummer 01/820111/07 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven: T.a.v. 01/825421-07 feit 1: afpersing. T.a.v. 01/825421-07 feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. en diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen T.a.v. 01/831155-07: mishandeling. T.a.v. 01/825258-07 feit 1 primair: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. T.a.v. 01/825258-07 feit 2: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd. T.a.v. 01/820111/07: openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. BESLISSING: T.a.v. 01/825421-07 onder 1 en 2, 01/831155-07, 01/825258-07 1 primair en 2 en 01/820111/07: Gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarde: dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen, hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Regio 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG 's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht en ook indien dit een COVA-training inhoudt. Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. T.a.v. 01/825421-07 feit 2: Maatregel van schadevergoeding van EUR 31.158,38 subsidiair 185 dagen hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Handelsonderneming P.W. Kerkhof B.V., van een bedrag van EUR 31.158,38 (zegge: eenendertigduizendenhonderdachtenvijftig euro en achtendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 185 dagen hechtenis. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij P.W. Kerkhof B.V.: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Handelsonderneming P.W. Kerkhof B.V. van een bedrag van EUR 31158,38 (zegge: eenendertigduizendenhonderdachtenvijftig euro en achtendertig eurocent). Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. Dit vonnis is gewezen door: mr. S.J.W. Hermans, voorzitter, mr. A.M. Kooijmans-de Kort (kinderrechter) en mr. C.B.M. Bruens, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Colceriu, griffier, en is uitgesproken op 28 februari 2008.