Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC5415

Datum uitspraak2008-01-31
Datum gepubliceerd2008-03-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.607360-07 en 07.603013-07 en 07.607060-07 (tul)
Statusgepubliceerd


Indicatie

bewijsverweer voorwaardelijke opzet


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnummers: 07.607360-07 en 07.603013-07en 07.607060-07 (tul) Datum: 31 januari 2008 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen [verdachte], [geboortedatum], [woonplaats] Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2008. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.W. Bouwman, advocaat te Amsterdam. De officier van justitie, mr. H. Harmeijer, heeft ter terechtzitting gevorderd en de veroordeling van verdachte ter zake het bij parketnummer 07.607360-07 onder 1, 2 en 3 en bij parketnummer 07.603013-07 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft voorts gepersisteerd bij de ter griffie van deze rechtbank d.d. 04 januari 2008 ingekomen vordering na voorwaardelijke veroordeling, waarbij de tenuitvoerlegging is gevorderd van de bij vonnis d.d. 30 mei 2007 door de politierechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad aan verdachte opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: (volgt tenlastelegging) BEWIJS De verdachte dient van het bij parketnummer 607360-07 onder 1 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. De rechtbank heeft vastgesteld dat voor het vermeende door verdachte met het hoofd van aangeefster tegen de muur slaan en het dichtdrukken met een stuk textiel van de mond en neus van aangeefster, slechts de enkele verklaring van aangeefster voorhanden is. Het resterende deel van de tenlastelegging – het dichtknijpen van de keel van aangeefster - kan naar het oordeel van de rechtbank geen poging tot doodslag opleveren omdat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard op geen enkel moment het opzet te hebben gehad aangeefster te willen doden en er onvoldoende aanwijzingen in het dossier zijn dat het dichtknijpen van de keel op zodanige wijze plaatsvond dat er - conform de criteria die de Hoge Raad voor het aannemen van voorwaardelijk opzet vereist - een aanmerkelijke kans op de dood van aangeefster bestond. Het is immers onduidelijk hoe lang het dichtdrukken van de keel heeft geduurd en met welke kracht dit gebeurde. Uit de stukken blijkt dat aangeefster zich telkens na korte tijd los kon maken uit de handen van verdachte. Ook is niet gebleken dat aangeefster op enig moment buiten bewustzijn is geweest. Door verbalisanten, die kort na het incident arriveerden, is geen uiterlijk waarneembaar letsel aan de hals/keel van aangeefster geconstateerd. Medische informatie hierover ontbreekt in het dossier. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte bij parketnummer 07.607360-07 onder 2 en 3 en bij parketnummer 07.603013-07 ten laste is gelegd, met dien verstande dat: (volgt bewezenverklaring; zie aangehechte kopie dagvaarding) Van het telkens meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht. STRAFBAARHEID Het bewezene levert op: Parketnummer: 07. 607360-07 Feit 2 Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Feit 3 Opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over haar gesteld gezag, strafbaar gesteld bij artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht. Parketnummer: 07.603013-07 Mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten. OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend. De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, gelet ook op het strafrechtelijk verleden van de verdachte, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig. De rechtbank heeft daarbij mee laten wegen dat verdachte meerdere malen voor geweldsdelicten is veroordeeld zoals blijkt uit een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 27 december 2007. De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling Gelet op het voorgaande en op het bepaalde in artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht acht de rechtbank termen aanwezig alsnog de tenuitvoerlegging te gelasten van de door de politierechter Zwolle-Lelystad bij vonnis d.d. 30 mei 2007 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. BESLISSING Ten aanzien van de tenlastelegging Het bij parketnummer 607360-07 onder 1 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Het bij parketnummer 607360-07 onder 2 en 3 en bij parketnummer 603013-07 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar. Het meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden. De tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, zal bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering worden gebracht. Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging De rechtbank wijst de vordering toe. De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 607060-07 bij vonnis d.d. 30 mei 2007 van politierechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf, te weten 2 maanden gevangenisstraf. Aldus gewezen door mr. G.P. Nieuwenhuis, voorzitter, mrs. M.A. Wijnands-Veninga en J.P.C. Obbink, rechters, in tegenwoordigheid van M. Smit, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 januari 2008.