Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC5434

Datum uitspraak2008-02-21
Datum gepubliceerd2008-10-29
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersR200701376
Statusgepubliceerd


Indicatie

Uit de bestreden beschikking blijkt niet tot welke datum de machtiging uithuisplaatsing is verleend. Het hof gaat uit van de maximale termijn dat wil zeggen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot uiterlijk 8 februari 2008. Het hof is wegens logistieke redenen – ondanks uitdrukkelijk verzoek van de ouders en hun advocaat – niet in staat om vóór 8 februari 2008 uitspraak te doen. Nu de expiratiedatum van de machtiging uithuisplaatsing reeds is gepasseerd ten tijde van de uitspraak in hoger beroep, is het belang van de ouders bij het hoger beroep komen te vervallen. Het hof zal de ouders daarom alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het door hen ingestelde hoger beroep.


Uitspraak

DvdH 21 februari 2008 Sector civiel recht Rekestnummer: R200701376 Zaaknummer eerste aanleg: 166990/JE-RK 07-2161 GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH Beschikking in de zaak in hoger beroep van: [vader], en [moeder], beiden wonende te [woonplaats], appellanten, hierna te noemen: de ouders, procureur: mr. P.J.F.X. de Poorter, t e g e n Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord en Zuidoost-Brabant, gevestigd te Eindhoven, geïntimeerde, hierna te noemen: de raad. 1. Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst naar de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 8 november 2007, waarvan de inhoud bij partijen bekend is. 2. Het geding in hoger beroep 2.1. Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 17 december 2007, hebben de ouders verzocht de bestreden beschikking te vernietigen. 2.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 januari 2008. Bij die gelegenheid zijn gehoord: - de ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. P.J.F.X. de Poorter; - de raad, vertegenwoordigd door mevrouw E.A.P. van den Dam; - Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de heer G. Vissers en mevrouw R. van Breugel. 2.3. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van: - de producties, overgelegd bij het beroepschrift; - de brief met bijlage d.d. 22 januari 2008 van de raad. 3. De gronden van het hoger beroep Het hof verwijst naar de inhoud van het beroepschrift. 4. De beoordeling 4.1. Uit de bestreden beschikking blijkt niet tot welke datum de machtiging uithuisplaatsing is verleend. Het hof gaat uit van de maximale termijn dat wil zeggen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot uiterlijk 8 februari 2008. Het hof is wegens logistieke redenen – ondanks uitdrukkelijk verzoek van de ouders en hun advocaat – niet in staat om vóór 8 februari 2008 uitspraak te doen. 4.2. Nu de expiratiedatum van de machtiging uithuisplaatsing reeds is gepasseerd ten tijde van de uitspraak in hoger beroep, is het belang van de ouders bij het hoger beroep komen te vervallen. Het hof zal de ouders daarom alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het door hen ingestelde hoger beroep. 5. De beslissing Het hof: verklaart de ouders alsnog niet-ontvankelijk in het door hen ingestelde hoger beroep tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 8 november 2007. Deze beschikking is gegeven door mrs. Smeenk-van der Weijden, Pellis en Everaars-Katerberg en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 21 februari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.