Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC6055

Datum uitspraak2008-03-04
Datum gepubliceerd2008-03-07
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers05-299
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank bepaalt dat artikel 303 lid 1 Fw niet van toepassing is op de verstrekte geldlening tot zekerheid waarvan een hypotheek is gevestigd op een onroerende zaak.


Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM Sector civiel recht insolventienummer: 05-299 R nummer verklaring: LEL0210400137 uitspraakdatum: 4 maart 2008 beschikking ex artikel 303 Fw. Bij vonnis van deze rechtbank van 29 maart 2005 is de schuldsa¬nering uitgesproken ten aanzien van: [schuldenaar], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [adres], [woonplaats], bewindvoerder: B.L. Menting. De schuldenaar is in het bezit van een onroerende zaak aan de [adres], [postcode], te [geboorteplaats]. Bij de aanschaf van de onroerende zaak is in 1995 door de ABN Amro een eerste door recht van hypotheek gedekte geldlening ad € 86.445,13 verschaft. Daarnaast heeft de SNS Bank in 2000 een tweede hypotheek ad € 45.378,- en de ABN Amro in 2001 een derde hypotheek ad € 20.117,39 verstrekt. Op 25 november 2005 heeft de ING Bank een hypotheek ad € 153.500,- aan de schuldenaar verstrekt om bovengenoemde hypotheken door middel van schuldvernieuwing af te lossen. De maandelijkse aflossingstermijn van de hypotheek bij ING Bank bedraagt € 494,- bruto per maand. De rechter-commissaris is van oordeel dat door de schuldvernieuwing artikel 303 lid 1 Fw. buiten toepassing dient worden verklaard, nu dit in het belang van de boedel is. De ING Bank heeft tegenover de bewindvoerder hiermee ingestemd. BESLISSING De rechtbank: bepaalt dat artikel 303 lid 1 van de Faillissementswet niet van toepassing is op de in 2005 door de ING Bank verstrekte geldlening tot zekerheid waarvan een hypotheek is gevestigd op de voornoemde onroerende zaak. Deze beschikking is gegeven door mr. J.A. Verspui, rechter-commissaris, op 4 maart 2008, in tegenwoordigheid van de griffier. Van deze beschikking kunnen degenen aan wie de Faillissementwet dat recht toekent, gedurende vijf dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Het recht van hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat/procureur worden ingesteld bij verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Rechtbank dat van de zaak kennis moet nemen.