Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC7351

Datum uitspraak2008-02-12
Datum gepubliceerd2008-03-20
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 07/237 BESLU
Statusgepubliceerd


Indicatie

Wet voorkeursrecht gemeenten Naar het oordeel van de rechtbank kan niet gezegd worden dat in dit geval aan de in artikel 2 van de Wvg genoemde voorwaarde wordt voldaan dat voor een aanwijzing alleen gronden in aanmerking komen waaraan bij een structuurplan een niet-agrarische bestemming is toegedacht. Ter zitting is gebleken dat slechts 20% van alle op de bij het ISP behorende plankaart als glastuinbouw-bedrijvenlandschap aangeduide gebieden zullen worden aangewezen voor een combinatiebestemming en de overige 80% voor glastuinbouw. Derhalve zullen uiteindelijk 80% van de gronden binnen het glastuinbouw-bedrijvenlandschap een agrarische bestemming krijgen dan wel behouden. Onder die omstandigheden acht de rechtbank de kans dat aan de gronden van eiseres uiteindelijk een combinatiebestemming zal worden toegekend te onzeker. (...) Verweerders motivering kan dan ook niet de handhaving van de vestiging van het voorkeursrecht op grond van artikel 2 van de Wvg dragen. Besluit niet deugdelijk gemotiveerd. Beroep gegrond.


Uitspraak

Rechtbank ’s-Gravenhage sector bestuursrecht eerste afdeling, meervoudige kamer Reg. nr. AWB 07/237 BESLU UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) Uitspraak in het geding tussen [eiseres], gevestigd te [plaats A.], eiseres, en de raad van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, verweerder. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 14 december 2004, bekend gemaakt 15 december 2004 heeft verweerder op de voet van artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) gronden in de Zuidplaspolder aangewezen als gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wvg van toepassing zijn. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 24 januari 2005 bezwaar gemaakt. Bij besluit van 6 oktober 2005, bekend gemaakt 7 oktober 2005 hebben burgemeester en wethouders, op grond van artikel 6 van de Wvg, aan de raad een voorstel gedaan om die gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wvg van toepassing zijn. Bij brief van 30 januari 2006 heeft eiseres een aanvullend bezwaarschrift ingediend. Bij besluit van 31 januari 2006, bekendgemaakt op 2 februari 2006 heeft verweerder, op grond van het bepaalde in artikel 2 van de Wvg, gronden aangewezen waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wvg van toepassing zijn. De desbetreffende gronden zijn gelegen in het gebied Zuidplaspolder en aangegeven op een bij het besluit behorende tekening en perceelslijst. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 8 februari 2006 bezwaar gemaakt. Bij besluit van 28 november 2006, verzonden op dezelfde datum, heeft verweerder, overeenkomstig het advies van de Commissie bezwaarschriften van 18 mei 2006, de gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 8 januari 2007, ingekomen bij de rechtbank op 9 januari 2007, beroep ingesteld. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Het beroep is op 20 december 2007 ter zitting behandeld. Namens eiseres is verschenen mr. M.A. de Oude, advocaat te Zoetermeer. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door C. van Rooij, bijgestaan door mr.drs.ing. A.P.G. Hendrikx en ing. R.J.J. Pennings, werkzaam bij De Lorijn raadgevers o.g. te Druten. Motivering Eiseres heeft perceel [a-straat 22] te [plaats A.], kadastraal bekend gemeente [plaats A.], sectie G, nrs. 1984 en 2103, in eigendom. In het bestreden besluit is overwogen dat aan de gronden van eiseres in het Intergemeentelijk structuurplan Zuidplas (ISP) de functie Nieuw glastuinbouw-bedrijvenlandschap is toegekend. Aangezien thans slechts een globaal beeld bestaat van de toekomstige bestemming en van de situering daarvan in het gebied, is het volgens verweerder in dit stadium van de planvorming onmogelijk om aan te geven waar de glastuinbouw en waar het bedrijventerrein wordt gerealiseerd. Het is volgens verweerder derhalve mogelijk dat op de gronden van eiseres een bedrijventerrein of een combinatie van glastuinbouw en bedrijvigheid wordt gerealiseerd. Blijkens pagina 53 (lees: 54 en 55) van het ISP geldt voor het gehele areaal glastuinbouw-bedrijfslandschap dat meervoudig grondgebruik mogelijk is. Glastuinbouw is op bedrijfsterreinen toegestaan, mits er sprake is van meervoudig grondgebruik en dit geldt omgekeerd voor het toestaan van bedrijvigheid in glastuinbouwgebieden. Glastuinbouw wordt hier dan gestapeld met activiteiten die zich normaal op bedrijfsterreinen vestigen. Eiseres bestrijdt dat in dit geval sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 2 van de Wvg, omdat aan de eiseres in eigendom toebehorende gronden blijkens het ISP een glastuinbouwbestemming, zijnde een agrarische bestemming, is toegekend. Dit houdt naar de mening van eiseres in dat het gebruik niet zal afwijken van de huidige bestemming. Verweerder heeft volgens eiseres onvoldoende gemotiveerd dat de aan de gronden toegekende bestemming glastuinbouw-bedrijvenlandschap een niet-agrarische bestemming is. Een dergelijke dubbelbestemming acht eiseres voorts nagenoeg onmogelijk te realiseren. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wvg kunnen bij besluit van de gemeenteraad gronden, begrepen in een structuurplan, waarbij aanwijzingen zijn gegeven voor de bestemming, of in een bestemmingsplan, worden aangewezen als gronden, waarop de artikelen 10-24 , 26 en 27 van toepassing zijn. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Wvg, komen voor een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid alleen in aanmerking de gronden, waaraan bij het structuurplan, onderscheidenlijk het bestemmingsplan een niet-agrarische bestemming is toegedacht, onderscheidenlijk gegeven en waarvan het gebruik afwijkt van dat plan. De rechtbank stelt vast dat het perceel van eiseres blijkens de bij het ISP behorende plankaart is aangeduid als glastuinbouw-bedrijvenlandschap. Op pagina 54 en 55 van het ISP is hieromtrent vermeld dat voor de Zuidplas meervoudig grondgebruik bedrijven en glas door combinatie en/of stapeling van functies in het zogenaamde glastuinbouw-bedrijvenlandschap het uitgangspunt is. Het dient als koepel voor de ontwikkeling van bedrijfs-terreinen, glastuinbouwgebieden of een koppeling van beide. Voor het gehele areaal glastuinbouw-bedrijvenlandschap geldt volgens het ISP dat meervoudig grondgebruik mogelijk is. Glastuinbouw is op bedrijfsterreinen toegestaan mits er sprake is van meervoudig grondgebruik en dit geldt omgekeerd ook voor het toestaan van bedrijvigheid in glastuinbouw-gebieden. Glastuinbouw wordt hier dan gestapeld met activiteiten die zich normaal op bedrijfsterreinen vestigen (zoals transport en distributie). Ter zitting is namens verweerder verklaard dat binnen de gebieden die op de plankaart van het ISP zijn aangewezen als glastuinbouw-bedrijvengebied 20% zal worden aangewezen voor een combinatiebestemming, bestaande uit gestapelde glastuinbouw en bedrijven, en 80% voor glastuinbouw. De percelen van eiseres kunnen volgens gemachtigde van verweerder ook een agrarische bestemming krijgen in plaats van een combinatiebestemming. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet gezegd worden dat in dit geval aan de in artikel 2 van de Wvg genoemde voorwaarde wordt voldaan dat voor een aanwijzing alleen gronden in aanmerking komen waaraan bij een structuurplan een niet-agrarische bestemming is toegedacht. Ter zitting is gebleken dat slechts 20% van alle op de bij het ISP behorende plankaart als glastuinbouw-bedrijvenlandschap aangeduide gebieden zullen worden aangewezen voor een combinatiebestemming en de overige 80% voor glastuinbouw. Derhalve zullen uiteindelijk 80% van de gronden binnen het glastuinbouw-bedrijvenlandschap een agrarische bestemming krijgen dan wel behouden. Onder die omstandigheden acht de rechtbank de kans dat aan de gronden van eiseres uiteindelijk een combinatiebestemming zal worden toegekend te onzeker. Aangezien er in het ISP meer gebieden zijn aangewezen als glastuinbouw-bedrijvenlandschap, bestaat immers de mogelijkheid dat in het gebied waarin de percelen van eiseres zijn gelegen in het geheel geen gronden zullen worden aangewezen voor een combinatiebestemming. Verweerders motivering kan dan ook niet de handhaving van de vestiging van het voorkeursrecht op grond van artikel 2 van de Wvg dragen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berust. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard en het bestreden besluit zal wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb worden vernietigd. Verweerder wordt in de door eiseres gemaakte proceskosten veroordeeld, waarbij met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht het gewicht van de zaak is bepaald op 1 (gemiddeld) en voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (het indienen van een beroepschrift en het verschijnen ter zitting) 2 punten worden toegekend. Beslissing De rechtbank ’s-Gravenhage, RECHT DOENDE: verklaart het beroep gegrond; vernietigt het bestreden besluit; draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen; bepaalt dat de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle aan eiseres het door haar betaalde griffierecht, te weten € 281,-, vergoedt; veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten ten bedrage van € 644,-, welk bedrag de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle aan eiseres moet vergoeden. Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aldus gegeven door mrs. J. Ghrib, E.R. Eggeraat en W.E. Doolaard, en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2008, in tegenwoordigheid van de griffier drs. A.C.P. Witsiers.