Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC7572

Datum uitspraak2008-03-25
Datum gepubliceerd2008-03-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers07/12994 H
Statusgepubliceerd


Indicatie

Herziening ex art. 12 Sv beschikkingen. De aanvraag tot herziening betreft 2 beschikkingen waarbij een beklag over het niet vervolgen van strafbare feiten is afgewezen. De aanvrage zal niet tot herziening kunnen leiden, omdat een beschikking op een beklag a. b.i. art. 12 Sv, als waarvan i.c. sprake is, niet is een einduitspraak houdende veroordeling i.d.z.v. art. 457.1 Sv. De aanvrage is niet-ontvankelijk.


Uitspraak

25 maart 2008 Strafkamer nr. 07/12994 H SM Hoge Raad der Nederlanden Arrest op een aanvrage tot herziening a. van een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 oktober 2007, nummer K06/1562 en b. van een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 oktober 2007, nummer K07/0048, ingediend door: [aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, wonende te [woonplaats]. 1. De beschikkingen waarvan herziening is gevraagd Het Hof heeft in elk van de beschikkingen een beklag van de aanvrager over het niet vervolgen van strafbare feiten afgewezen. 2. De aanvrage tot herziening De aanvrage tot herziening en de brieven van de aanvrager van 12 december 2007 en 2 januari 2008 die strekken tot aanvulling van de aanvrage zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. 3. Beoordeling van de aanvrage 3.1. Art. 457, eerste lid, Sv luidt, voor zover voor de beoordeling van de aanvrage van belang, als volgt: "Herziening van eene in kracht van gewijsde gegane einduitspraak houdende veroordeeling, kan worden aangevraagd: 1°. (...) 2°. (...) 3°. (...)" 3.2. De aanvrage zal niet tot herziening kunnen leiden, omdat een beschikking op een beklag als bedoeld in art. 12 Sv, als waarvan te dezen sprake is, niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan derhalve niet worden ontvangen. 4. Beslissing De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.A.M. van Schendel, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 25 maart 2008.