Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC7759

Datum uitspraak2008-03-28
Datum gepubliceerd2008-03-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/840708-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vrijspraak voor verdachte van overval. Nu verder steunbewijs ontbreekt is de rechtbank van oordeel dat enkel het aantreffen van een dna-spoor van verdachte in een bivakmuts die op de plaats van het delict is achtergebleven onvoldoende is voor een bewezenverklaring. De mogelijkheid dat de bivakmuts bij de overval is gebruikt door een ander dan verdachte kan immers niet worden uitgesloten.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/840708-07 Datum uitspraak: 28 maart 2008 Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats], [adres]. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 maart 2008. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 februari 2008. Aan verdachte is tenlastegelegd dat: hij op of omstreeks 12 december 2002 te 's-Hertogenbosch om ongeveer 01.00 uur, in elk geval gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van hunner/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), een raam hebben/heeft geforceerd en/of (vervolgens) de woning op perceel [adres 1] buiten weten en/of tegen de wil van rechthebbende(n) binnen zijn/is gedrongen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) de slaapkamer van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] binnen zijn/is gedrongen door met kracht de slaapkamerdeur open te duwen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, traanverwekkende stof(fen) in de ogen, althans in de richting van, [slachtoffer 1] hebben/heeft gespoten en/of (vervolgens) [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal hebben/ heeft geslagen; [Artikelen 45, 310 en 311 Wetboek van Strafrecht] Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 12 december 2002 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), de woning en/of (vervolgens) de slaapkamer van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] binnen zijn/is gedrongen door met kracht de slaapkamerdeur open te duwen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, traanverwekkende stof(fen) in de ogen, althans in de richting van, [slachtoffer 1] hebben/heeft gespoten en/of (vervolgens) [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal hebben/ heeft geslagen, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; [Artikelen 45 en 317 Wetboek van Strafrecht] De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 14 maart 2008 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht. De geldigheid van de dagvaarding. De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De officier van justitie eist. (voor het primair tenlastegelegde: ) - een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest. (een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage bij dit vonnis gevoegd). De bewijsbeslissing. De officier van justitie baseert haar bewijsvoering in hoofdzaak op het aantreffen van een dna-spoor van verdachte in een in de woning van de slachtoffers na de overval achtergebleven bivakmuts. De rechtbank overweegt het volgende. Op 12 december 2002 zijn de slachtoffers in hun woning overvallen. In de woning van de slachtoffers is na de overval een bivakmuts aangetroffen. Uit een deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 1 december 2006 blijkt dat in de bivakmuts een dna-spoor van verdachte is aangetroffen. Verdachte ontkent dat hij de overval op 12 december 2002 heeft gepleegd. Verdachte heeft na zijn aanhouding op 7 mei 2007 verklaard dat hij in het bezit is geweest van meerdere bivakmutsen. Hij had twee witte en drie zwarte bivakmutsen. Op 7 mei 2007 had hij geen bivakmuts meer. Hij was alle bivakmutsen kwijtgeraakt. Nu verder steunbewijs ontbreekt is de rechtbank van oordeel dat enkel het aantreffen van een dna-spoor van verdachte in een in de woning van de slachtoffers aangetroffen bivakmuts onvoldoende is voor een bewezenverklaring. De mogelijkheid dat de bivakmuts bij de overval is gebruikt door een ander dan verdachte kan immers niet worden uitgesloten. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primiair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. DE UITSPRAAK De beslissing van de rechtbank: T.a.v. primair, subsidiair: Vrijspraak, achtende de rechtbank het primair en het subsidiair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Dit vonnis is gewezen door: mr. A.F. van Hoorn, voorzitter, mr. G.J. Holtkamp en mr H.H.E. Boomgaart, leden, in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier, en is uitgesproken op 28 maart 2008, zijnde mr. Holtkamp buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.