Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC8207

Datum uitspraak2008-04-02
Datum gepubliceerd2008-04-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/839250-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vrijspraak wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in Eindhovense verkrachtingszaken.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/839250-06 Datum uitspraak: 02 april 2008 Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, wonende te [woonplaats], [adres] Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 maart 2008. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 20 juni 2007. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 19 maart 2008 aangevuld op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Aan verdachte is met inbegrip van deze aanvulling tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 19 september 1995 te Eindhoven door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [[slachtoffer 1]] hebbende verdachte [slachtoffer 1] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van [slachtoffer 1] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte - de woning in gebruik van [slachtoffer 1] (gelegen aan de [adres 1]) door inklimming wederrechtelijk heeft betreden en/of - [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, heeft medegedeeld dat hij, verdachte, van de politie was en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij moest gaan liggen en/of - [slachtoffer 1] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft getoond en/of heeft voorgehouden en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij de telefoon niet mocht opnemen en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld "Ga liggen of ik schiet" en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij haar badjas/ochtendjas moest losmaken en/of [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat hij haar slip/onderbroek moest uittrekken en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij een kussen voor haar gezicht moest houden en/of - een kussen op het gezicht van [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of - de buik en/of de vagina van [slachtoffer 1] heeft gestreeld/betast en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij haar benen (verder) uit elkaar moest doen en/of - de benen van [slachtoffer 1] uit elkaar heeft geduwd en/of - voor [slachtoffer 1] heeft gemasturbeerd en/of (vervolgens) op/over het lichaam van [slachtoffer 1] is klaargekomen en/of (aldus) voor [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht) 2. hij op of omstreeks 19 september 1995 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een rugzak en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die rugzak en/of portemonnee (met inhoud) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij moest gaan liggen en/of - [slachtoffer 1] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft getoond en/of heeft voorgehouden en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij de telefoon niet mocht opnemen en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld "Ga liggen of ik schiet" en/of - [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat zij een kussen voor haar gezicht moest houden en/of - een kussen op het gezicht van [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of - aan [slachtoffer 1] heeft gevraagd: "Heb je nergens in deze kamer geld?" en/of "Waar ligt je tas"; (artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht) 3. hij op of omstreeks 22 augustus 2000 te Eindhoven door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 2], hebbende verdachte die [slachtoffer 2] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van [slachtoffer 2] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte - de woning in gebruik van [slachtoffer 2] (gelegen aan de [adres 2]) door inklimming wederrechtelijk heeft betreden en/of - [slachtoffer 2] en/of, de in de woning van [slachtoffer 2] vertoevende/verblijvende vriend, [slachtoffer 3] heeft medegedeeld "Dit is een politie-inval, het arrestatieteam" en/of "Als je je beweegt dan staat er nog iemand bij het raam die je neer schiet." en/of "Liggen, deken over je hoofd trekken." en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij haar telefoon niet mocht opnemen en/of - het hoofd van [slachtoffer 3] heeft afgedekt met een kledingstuk en/of [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij zijn handen boven zijn hoofd moest houden en/of [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij zijn handen op zijn rug moest houden en/of (vervolgens) de handen van [slachtoffer 3] op zijn rug heeft vastgebonden en/of - de benen van [slachtoffer 3] heeft vastgebonden en/of - en trui over het hoofd van [slachtoffer 2] heeft gebracht/getrokken en/of (vervolgens) die/een trui om haar haar hoofd heeft vastgebonden en/of - de billen van [slachtoffer 2] heeft gestreeld/betast en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij moest opstaan en/of [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij naar de bank moest lopen en/of - [slachtoffer 2] naar de bank heeft geleid/geduwd en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij op de bank moest gaan zitten en/of - de borsten van [slachtoffer 2] heeft betast/vastgepakt en/of heeft gekust en/of - de onderbroek van [slachtoffer 2] heeft uitgetrokken en/of - de vagina van [slachtoffer 2] heeft gestreeld/betast en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij moest gaan staan en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij haar knieën op de bank moest leggen en/of - de vagina en/of billen, althans het lichaam, van [slachtoffer 2] heeft ingesmeerd met boter, althans een vettige substantie en/of - de hand van [slachtoffer 2] heeft gebracht/geduwd naar zijn, verdachtes, penis en/of [slachtoffer 2] zijn, verdachtes, penis heeft laten aftrekken en/of - (vervolgens) op/over het lichaam van [slachtoffer 2] is klaargekomen en/of - de handen en/of vagina, althans het lichaam, van [slachtoffer 2] heeft gewassen en/of - [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat zij op haar buik op het matras moest gaan liggen en/of - kleding over het hoofd van [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of - [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat zij zich 50 seconden moesten koest houden en/of dat zij zich niet mochten bewegen omdat zij anders alsnog zouden worden neergeschoten en/of (aldus) voor [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht) 4. hij op of omstreeks 22 augustus 2000 te Eindhoven opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door opzettelijk en wederrechtelijk - de woning, gelegen aan de [adres 2], door inklimming wederrechtelijk te betreden en/of - [slachtoffer 3] mede te delen "Arrestatieteam, jullie staan onder arrest" en/of - [slachtoffer 3] mede te delen dat hij op zijn buik moest liggen en/of dat hij de dekens en/of dekbed over zich heen moest trekken en/of - [slachtoffer 3] mede te delen "Niets proberen want ik heb een pistool" en/of "als je je beweegt dan staat er nog iemand bij het raam die je neerschiet" en/of - [slachtoffer 3] mede te delen dat hij zijn handen boven het dekbed/deken uit moest steken en/of mede te delen dat hij zijn armen op zijn rug moest houden en/of - de handen van [slachtoffer 3] op zijn rug vast te binden en/of - een t-shirt, althans een kledingstuk, om het hoofd van [slachtoffer 3] vast te binden en/of - de benen van [slachtoffer 3] vast te binden en/of - een kussen en/of een deken/dekbed over Maas heen te gooien/leggen en/of - [slachtoffer 3] mede te delen dat hij niets moest proberen omdat er nog een man beneden stond die ook een pistool in zijn bezit had en/of - [slachtoffer 3] mede te delen dat hij 50 seconden stil moest liggen omdat hij anders alsnog zou worden neergeschoten ; (artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht) 5. hij op of omstreeks 22 augustus 2000 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen fl 50,= (vijftig gulden), althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte - [slachtoffer 3] heeft medegeldeeld "Arrestatieteam, jullie staan onder arrest" en/of - [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij op zijn buik moest liggen en/of dat hij de dekens en/of dekbed over zich heen moest trekken en/of - [slachtoffer 3] heeft medegedeeld "Niets proberen want ik heb een pistool" en/of - [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij zijn handen boven het dekbed/deken uit moest steken en/of heeft medegedeeld dat hij zijn armen op zijn rug moest houden en/of - de handen van [slachtoffer 3] op zijn rug heeft vastgebonden en/of - een t-shirt, althans een kledingstuk, om het hoofd van [slachtoffer 3] heeft vastgebonden en/of - de benen van [slachtoffer 3] heeft vastgebonden en/of - een kussen en/of een deken/dekbed over [slachtoffer 3] heen heeft gegooid/gelegd en/of - [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij niets moest proberen omdat er nog een man beneden stond die ook een pistool in zijn bezit had en/of - [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat hij 50 seconden stil moest liggen omdat hij anders alsnog zou worden neergeschoten; (artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht) 6. hij op of omstreeks 16 juni 2005 te Eindhoven opzettelijk [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door opzettelijk en wederrechtelijk - de woning gelegen aan de [adres 3] door middel van inklimming te betreden en/of - [slachtoffer 4] mede te delen dat hij, verdachte, van het arrestatie-team was en dat zij rustig moest zijn en/of - [slachtoffer 4] mede te delen "Ga liggen op de grond, rustig, rustig, kalm, ga op de grond liggen" en/of - [slachtoffer 4] mede te delen dat zij op haar buik moest gaan liggen met haar hoofd naar de grond en/of - [slachtoffer 4] mede te delen "Kijk me niet aan anders vermoord ik je" en/of - het hoofd van [slachtoffer 4] naar de grond te duwen/brengen en/of - een t-shirt, althans een kledingstuk, van [slachtoffer 4] over haar hoofd te brengen/trekken en/of - [slachtoffer 4] mede te delen dat zij tot 100 moest tellen; (artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht) 7. hij op of omstreeks 07 oktober 2000 te Eindhoven opzettelijk [slachtoffer 5] en/of [slacht[slachtoffer 6]] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door opzettelijk en wederrechtelijk - de woning, gelegen aan de [adres 4], door inklimming wederrechtelijk te betreden en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij, verdachte, van de politie was en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij/zij op zijn/haar/hun buik moesten gaan liggen en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij, verdachte, hem/haar/hun kapot zou schieten als hij/zij niet deden wat hij, verdachte, zei en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij/zij zijn/haar/hun hoofd op een kussen moest(en) leggen en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij/zij zijn/haar/hun handen op zijn/haar/hun rug moesten doen en/of - [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat hij/zij naar de muur moesten kijken en/of - een deken, althans een stoffen bedekking, over [slachtoffer 5] te leggen/gooien en/of - die [slachtoffer 6] mede te delen dat hij zijn hoofd op moest tillen en/of - een kussensloop om/op het hoofd van die [slachtoffer 6] te plaatsen/brengen en/of - de handen van die [slachtoffer 6] (op diens rug) vast te binden en/of - die [slachtoffer 6] mede te delen dat hij op moest staan en/of - die [slachtoffer 6] mede te delen dat hij op zijn buik (op het bed) moest gaan liggen; (artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht) De geldigheid van de dagvaarding. De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De officier van justitie eist. Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7: een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Voorts gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], te weten € 2.431,-, waarbij het bedrag van de immateriële schade als voorschot wordt toegekend, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot dit bedrag subsidiair 48 dagen hechtenis; gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2], te weten € 6.000,- als voorschot, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot dit bedrag subsidiair 120 dagen hechtenis en gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4], te weten € 1.193,07, waarbij het bedrag van de immateriële schade als voorschot wordt toegekend, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot dit bedrag subsidiair 23 dagen hechtenis. De bewijsbeslissing. De raadsman heeft, op gronden zoals door hem in zijn pleitnota gesteld, aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor de feiten 1 tot en met 7 en dat verdachte hiervan derhalve dient te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank stelt vast dat zich ten aanzien van de tenlastegelegde feiten slechts de navolgende bewijsmiddelen in het dossier bevinden: - ten aanzien van feit 1 en feit 2: de aangifte van [slachtoffer 1]; - ten aanzien van feit 3, feit 4 en feit 5: de aangifte van [slachtoffer 2] en de aangifte van [slachtoffer 3] - ten aanzien van feit 6: de aangifte van [slachtoffer 4] en - ten aanzien van feit 7: de aangifte van [slachtoffer 5] en de aangifte van [slachtoffer 6]. De rechtbank stelt voorts vast dat onder andere het navolgende ontlastend is voor verdachte: - er is geen DNA-materiaal van verdachte op de plaatsen van de delicten of op de slachtoffers aangetroffen; - er zijn geen vingerafdrukken van verdachte op de plaatsen van de delicten aangetroffen; - er zijn geen van verdachte afkomstige haren op de plaatsen van de delicten aangetroffen; - aangeefster [slachtoffer 4] en aangever [slachtoffer 6] geven een signalement van de dader dat op een aantal punten niet overeenkomt met het signalement van verdachte en aangeefster [slachtoffer 5] geeft in eerste instantie ook een signalement van de dader dat op een aantal punten niet overeenkomt met het signalement van verdachte; - de overige aangeefsters en aangever geven in het geheel geen bruikbare beschrijving van de dader. De rechtbank overweegt verder nog dat het door verdachte ter terechtzitting toegegeven gedrag, te weten het veelvuldig in donkere kleding vanaf daken begluren van mensen in hun woningen in het [adres 5], niet kan bijdragen aan het oordeel of er wettig en overtuigend bewijs is voor het begaan van verdachte van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank overweegt vervolgens nog dat de tussen verdachte en zijn [vriendin verdachte] op het politiebureau gevoerde en opgenomen gesprekken, de zogenoemde “OVC-gesprekken”, te fragmentarisch zijn om daaraan de conclusie te verbinden dat verdachte daarin bekent een of meer feiten te hebben begaan. De rechtbank kan evenmin bewijs ontlenen aan de zich in het dossier bevindende verklaringen van verdachte en aan de afgetapte telefoongesprekken met name die tussen verdachte en zijn [vriendin verdachte], daar de rechtbank van oordeel is dat in al deze verklaringen en gesprekken geen bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van de tenlastegelegde feiten te lezen is. De rechtbank is tot slot, anders dan de officier van justitie en [verbalisant 1] van het Korps Landelijke Politie Diensten in zijn conclusie in het rapport met zaaknummer 050032 MT d.d. 14 september 2005, van oordeel dat de mate van uniciteit tussen de tenlastegelegde feiten en de “gluurincidenten”, die in de derde alinea van die conclusie worden genoemd, niet zo groot is dat dit tot de conclusie kan leiden dat de tenlastegelegde feiten en de gluurincidenten door dezelfde dader en zoals de officier van justitie stelt door verdachte zijn gepleegd. De rechtbank stelt aangaande dit oordeel vast dat in de tenlastegelegde zaken telkens een dader een woning is binnengedrongen en dat vervolgens seksuele handelingen hebben plaatsgevonden en/of slachtoffers van hun vrijheid zijn beroofd. De dader van die incidenten heeft ten opzichte van de slachtoffers geweld gebruikt en/of heeft de slachtoffers bedreigd met geweld. Bij de gluurincidenten is er telkens sprake van een dader die onder meer gluurt vanaf balkons of daken dan wel op die daken en balkons staat of er overheen loopt. Bij een aantal van deze incidenten wordt de dader betrapt en vlucht hij vervolgens. Van handelingen zoals vermeld in de tenlastegelegde feiten is telkens geen sprake. De rechtbank is dan ook, gelet op het vorenstaande en gelet op de omstandigheden en handelswijze van de dader bij de overige in de conclusie van dat rapport genoemde incidenten, van oordeel dat de mate van uniciteit niet zo groot is als de officier van justitie heeft gesteld en dat het rapport, anders dan de officier van justitie heeft gesteld, als reële mogelijkheid openlaat dat de daarin beschreven incidenten door verschillende daders zijn gepleegd. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank is derhalve voorts van oordeel dat alle overige door de verdediging aangevoerde verweren geen bespreking meer behoeven. De rechtbank ziet, nu verdachte op basis van het vorenstaande van alle onderdelen van de tenlastelegging wordt vrijgesproken, geen noodzaak om de behandeling ter terechtzitting te heropenen. De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4]. Nu verdachte van alle aan hem tenlastegelegde feiten zal worden vrijgesproken, dienen de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard. De benadeelde partijen zullen worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden. DE UITSPRAAK BESLISSING: T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6, feit 7: Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen. T.a.v. feit 1, feit 2: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in haar vordering, nu verdachte van het tenlastegelegde is vrijgesproken. Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil. T.a.v. feit 3: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 2] in haar vordering, nu verdachte van het tenlastegelegde is vrijgesproken. Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil. T.a.v. feit 6: Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 4] in haar vordering, nu verdachte van het tenlastegelegde is vrijgesproken. Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil. Het bevel tot voorlopige hechtenis is reeds met ingang van 20 maart 2008 opgeheven. Dit vonnis is gewezen door: mr. A.F. van Hoorn, voorzitter, mr. G.A.F.M. Wouters en mr. P.A. Buijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier en is uitgesproken op 2 april 2008. 10 Parketnummer: 01/839250-06 [verdachte]