Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC8239

Datum uitspraak2008-03-25
Datum gepubliceerd2008-04-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.607233-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

motivering vrijspraak


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer Parketnummer: 07.607233-07 Datum: 25 maart 2008 Vonnis in de zaak van: het openbaar ministerie tegen [verdachte] [geboortedatum], [woonplaats] Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 maart 2008. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C.J.B. Rijser, advocaat te Amsterdam. De officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, heeft ter terechtzitting gevorderd de veroordeling van verdachte ter zake het onder primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. TENLASTELEGGING De verdachte is ten laste gelegd dat: (volgt tenlastelegging) BEWIJS De verdachte dient van het primair en subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. Ter zake van het primair ten laste gelegde komt de rechtbank, anders dan de officier van justitie, niet tot een bewezenverklaring van poging tot doodslag, omdat naar haar oordeel het opzet van verdachte, ook in voorwaardelijk zin, geheel ontbreekt. Ter zake van het subsidiair ten laste gelegde komt de rechtbank, om de navolgende reden, eveneens niet tot een bewezenverklaring. Uit de stukken is gebleken dat verdachte tijdens een gesprek met aangever heel boos op hem is geworden. Vervolgens is verdachte opgestaan en heeft toen met een kopje in zijn hand getracht aangever te slaan. De aanwezigen in die kamer hebben toen ingegrepen en getracht verdachte naar de grond te brengen. Daarbij heeft verdachte de keel van aangever korte tijd vastgehad en dichtgeknepen. Hoeveel tijd de verdachte de keel van aangever heeft dichtgeknepen, staat niet vast, aangever zegt “enkele seconden”. Aangever zegt daarvan pijn te hebben ondervonden. Of aangever letsel heeft bekomen staat niet vast. Een medische verklaring heeft de rechtbank niet in het dossier aangetroffen. BESLISSING Het primair en subsidiair ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken. Aldus gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mrs. G.J.J.M. Essink en J.P.C. Obbink, rechters, in tegenwoordigheid van M. Smit als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2008.