Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC9324

Datum uitspraak2008-03-28
Datum gepubliceerd2008-04-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/751650-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Poging moord dan wel doodslag Cor van Hout. Verzoek opheffing voorloige hechtenis. De rechtbank is van oordeel, dat - gelet op de thans voorhanden onderzoeksgegevens - de verdenking tegen verdachte niet het niveau bereikt van ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 67 lid 3 Wetboek van Strafvordering en dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis behoort te worden ingewilligd.


Uitspraak

RECHTBANK TE HAARLEM OPHEFFING VOORLOPIGE HECHTENIS Parketnummer: 15/751650-06 De rechtbank te Haarlem; gelet op het verhandelde ter terechtzitting d.d. 27 maart 2008 en het mondelinge verzoek strekkende tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis van: [verdachte], geboren op [geboortedatum], 1963 te [geboorteplaats], zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, thans gedetineerd in het P.I. Midden Holland, HvB Haarlem te Haarlem; gezien het desbetreffende strafdossier; gezien het bevel tot gevangenhouding d.d. 27 december 2007; gehoord de officier van justitie en verdachte, alsmede diens advocaat; OVERWEEGT: De rechtbank is van oordeel, dat - gelet op de thans voorhanden onderzoeksgegevens - de verdenking tegen verdachte niet het niveau bereikt van ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 67 lid 3 Wetboek van Strafvordering en dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis behoort te worden ingewilligd. gelet op artikel 69 van het Wetboek van Strafvordering. BESCHIKT als volgt: wijst toe het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte. beveelt de invrijheidstelling van verdachte met ingang van 28 maart 2008, 12.00 uur. Deze beschikking is gegeven op 28 maart 2008 door mr. Verpalen, voorzitter, mrs. Kwak en Van Praag, rechters, in tegenwoordigheid van De Koning, griffier.